Modern spel. Ajax en het stopperspil-systeem. De door de heer Lotsy in de Bondsvergadering gesproken woorden t.a.v. hen, die door onkunde en onwil de Bond trach ten te verhinderen het Nederlandse spel op moderne leest te schoeien en verder de opmerking van de heer Van Emmenes over het bezigen van enormiteiten van een klein groepje fana tieke tegenstanders van het moderne voetbalspel, noodzaken mij op te merken, dat aan deze moderne speelwijze zéér grote gevaren kleven, wanneer zij wordt uitgevoerd door spelers met te weinig techniek en te grote dosis enthousiasme, welke factoren, mede door de achteruitgang van £et scheidsrechters- corps, maken dat de meeste voetbalwedstrijden het aankijken niet meer waard zijn. Dat de pers zich nagenoeg zonder uitzondering als voor vechtster van het moderne spel opwerpt, terwijl het gros thans sterker dan vroeger - in onvoldoende mate tot oor delen bevoegd is en o.m. personen, die wijzen op het gevaar, aan de nieuwe speelwijze verbonden, uitmaakt voor zo iets van mummelende mummies, ja, dan zijn wij toch zeker op de verkeerde weg en is het logisch, dat dit, zacht uitgedrukt, wrevel opwekt bij velen, die al jarenlang midden in het Neder landse voetbal staan en met eigen ogen waarnemen, dat het voetbal in techniek hard achteruit gaat, waartegenover echter staat, dat in het z.g. lijf-aan-lijf-werk het publiek meer aan zijn trekken komt doordat men lekker hard ziet spelen met alle sensationele gevolgen, die daaraan verbonden zitten. Op deze wijze doorgaande, zijn wij bezig ons eigen voetbalgraf te graven, anders kan ik het tot mijn spijt niet zien, ondanks de vele fraaie stukken, die ik heb gelezen, waarmede ik het, dat zij eerlijkheidshalve gezegd, wel gedeeltelijk eens ben. Mijn voornaamste tegenargument is dan ook, dat de tijd van in voering van de nieuwe methode verkeerd is gekozen. Ik kan mij voorstellen, dat iemand, die in vervoering is geraakt van een bepaald systeem, zich tot taak stelt dit systeem zou gauw mogelijk tot het zijne te maken, doch dan moeten de conse quenties goed onder de ogen worden gezien. En hebben de heren voorstanders dit gedaan? Het lijkt mij van niet, want ons landje met z'n 66 eerste klassers (amateurs) Engeland 22 en profs en met z'n door de oorlog toch al sterk ver zwakte techniek, is momenteel niet rijp voor de invoering van een systeem, waarvan de goede uitvoering slechts mogelijk is aan werkelijk goed op elkander afgestemde, technisch ge schoolde voetballers. Hoeveel van deze 66 clubs stellen zich bij de aanvang van een wedstrijd in op een overwinning en hoeveel trachten coüte que coüte een gelijk spel uit het vuur te slepen met een vijf- of zeven-back-systeem? Weet U het antwoord Ik niet. Maar wat ik wel weet is, dat er maar een paar clubs zijn, die iedere wedstrijd op winst spelen, met het gevolg, dat deze weinige clubs het steeds moeilijker krijgen vanwege het spelen van een spel, dat uiteindelijk met stop- perspil niets te maken heeft, doch dat leidt en moet leiden tot unfaire practijken over en weer, waarmede niemand en dan ook niemand gebaat is. Deze z.g. kinderziekte vap de over gangstijd kon wel eens een ziekte worden, waaraan ons voet balspel te gronde gaat. Elk systeem, onverschillig welk, dient te worden aangepast aan de ter beschikking staande spelers en niet omgekeerd. Om tot spelpeilverbetering te komen, zie ik maar één moge lijkheid en dit is invoering van een hoofdklasse van ca. 15 clubs en niet 4 x 12 en vermoedelijk, doch daar ben ik geen voorstander van, semi-prof-spel. De sportredacteur, die er in slaagt, het egoïsme der clubs inzake te doorbreken, ver dient van alle voetballiefhebbers een meer dan levensgroot standbeeld. Eerst dus een hoofdklasse, dan de volle aandacht aan de techniek en vervolgens het te spelen systeem en niet eerst een nieuw systeem met 66 aftandse eerste klassers en dan nog wat aandacht voor de techniek. Of dan het nieuwe systeem stopperspil, derde back, slingerback of wat voor back ook wordt, laat mij koud, doch bij deze gang van zaken zullen de wedstrijden zonder twijfel op een hoger plan komen te staan. Het in omgekeerde volgorde tot spelpeilverbetering komen, is eigenlijk alleen weggelegd voor de Keuze-Commissie van de K.N.V.B., aangezien deze alleen voor de voor het systeem ge- eigende spelers de keuze heeft uit alle spelers in Nederland en zelfs dit kost nog hoofdbrekens genoeg, ondanks de over winning op het „grendelsysteem", die bij even pech net zo goed een behoorlijke nederlaag had kunnen worden en waarbij de weersgesteldheid zeer in ons voordeel was. JAN SCHUBERT. In het vorig clubnieuws heeft Boonstoppel de knuppel in het hoenderhok geworpen met zijn artikel over het stopperspil- systeem en hij heeft daar naar mijn mening goed aan gedaan, omdat in Ajax-kringen ten aanzien van dit veelbesproken sys teem en zijn toepassing allerminst overeenstemming bestaat. Wellicht dat door een gedachtenwisseling in ons clubnieuws over het pro en contra van deze spelmethode de juiste op lossing en vaste lijn voor de toekomst gevonden worden. Laat ons daarbij niet te veel theoretiseren, maar de praktijk en de ervaring als leiddraad gebruiken. Welnu, hoe ziet die praktijk eruit? Speelt Ajax het stopperspil-systeem of niet? De laatste vraag is niet zonder meer bevestigend of ontken nend te beantwoorden. Vast staat evenwel, dat ons eerste elftal met een teruggetrokken spil speelt, of als men dat liever hoort met een derde back. Dit betekent dus, dat het middenveld door onze spil wordt prijsgegeven, maar tevens, dat de beide backs daardoor vanzelfsprekend naar buiten gedrukt worden. Deze dingen zitten onverbrekelijk aan elkaar vast en zijn niet voor bestrijding vatbaar. Wil men deze evolutie in het spel niet, om welke redenen dan ook, dan drage men de spil op tussen de backs, ja dikwijls daarachter, te verdwijnen en zijn historische plaats in het middenveld weer in te nemen. Acht men echter deze teruggetrokken positie van de spil nodig ter versterking van het verdedigings- blok, dan zullen daaruit de absoluut onvermijdelijke conse quenties getrokken moeten worden. Doet men dat niet, dan zullen de resultaten in de komende tijden een vrij sterk dalende lijn gaan vertonen. Aan het spel van het eerste elftal is de laatste twee jaar een zekere tweeslachtigheid niet vreemd. Het is geen vlees en geen vis. A propos, zal men mij tegenwerpen, maar dan toch zeker een tweeslachtigheid, welke ons kampioen van Neder land heeft gemaakt. Neen, waarde opponent, zo is het niet. Juist is, dat Ajax ondank» dit hinken op twee gedachten toch kampioen is geworden. En hoe? Ieder van ons herinnert zich nog de glorieuze wedstrijd in Nijmegen, om van de andere kampioenswedstrijden maar niet te spreken. Hoe werd deze wedstrijd echter zo schoon gewonnen? Wel, door de volkomen beheersing van het middenveld door Ajax, echter niet door de spil, want die verzette bergen werk in het doelgebied als stopper- of als teruggetrokken spil (de benaming doet hier minder ter zake), dus kon niet in het middenveld opereren. Neen, het waren hier de beide kanthalfs en vooral de beide binnenspelers, die vele aanvallen van N.E.C. in de kiem reeds hun kracht ontnamen of afgeslagen aanvallen door de achter hoede onmiddellijk vanuit het middenveld overnamen om dan met snelle dribbels en scherpe passes de verdediging van de Nijmegenaren uiteen te rukken. Dit laatste werd nog verge makkelijkt doordat de N.E.C.-spil sterk aanvallend .speelde en hierdoor de verdediging zo verzwakte, dat de nederlaag groter werd dan waarschijnlijk nodig was geweest. Gelijk als bij zovele wedstrijden, staat het ook in een voet balkamp als een paal boven water, dat de beste kansen om te winnen liggen bij het team, dat in het middenveld domineert, omdat vandaar uit de tegenpartij met een lawine van storm lopen door het midden, over links en over rechts, murw ge speeld kan worden. Daar begint dus de victorie! Maar evenals de schaker, alvorens tot de aanval over te gaan, eerst zijn verdediging tegen verrassingen moet beveiligen, om te voor komen, dat geen kasteel, dame of loper „over de hele" plot seling zijn stelling kan overrompelen, evenzo moet een elftal vóór alles op „safety first" spelen, dus zijn verdediging ge sloten houden. Dit is alleen te bereiken met de steun van de teruggetrokken spil, want anders schuift de midvoor zich tussen de backs met alle risico's van dien. Door deze derde back wordt de natuurlijke verdedigingspositie van de back de buitenwing, dus tegenover de buitenspelers en die van de kanthalfs onvermijdelijk de binnenspelers. Door deze volkomen logische ontwikkeling bewegen zich dus de kanthalfs veel meer in het middenveld (centrum) dan vroeger en stelt hen dus in staat voor een deel de taak van de spil over te nemen, al moeten zij zich er wel voor hoeden, de bal niet te willen „brengen" zoals wij helaas nog maar al te vaak zien, want hierdoor verzwakken zij bij het kwijtraken van de bal zonder enige twijfel hun verdedigende taak. En dit is ook niet nodig, als de binnenspelers het inzicht en de kwaliteiten voor het

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 7