OUPE
4
DE VRIJE SCHOPPEN POTPOURI VAN 1947.
„De rechtsback was handelaar in sigaren en verdeelde daarom z'n
trappen in lichte en zware."
Deze dichtregel stamt uit één van Trie Trac's balladen uit de goede
oude tijd, toen evenals zovele dingen ook de voetbalregels over
zichtelijker waren. Overzichtelijker en meer bevredigender voor het
rechtsgevoel, want er liep toen een morele scheidslijn tussen de vrije
trappen. De zware, waaruit direct gedoelpunt mocht worden en die
als straf golden voor wat men vergrijpenzou kunnen noemen en
waarin altijd een element van opzettelijkheidin zat en de lichte,
die als correctie van reglements- en spelovertredingen dienden en
waar de opzettelijkheid óf geheel óf grotendeels afwezig was.
De zware waren alle en zijn nog verenigd in artikel 9: laten
vallen, of pogen te laten vallen, trappen, slaan, vasthouden, duwen of
springen op een tegenstander, het spelen van de bal met arm of hand.
Doch altijd slechts strafbaar, indien het opzettelijk geschiedde.
De lichtewaaruit niet direct gedoelpunt mocht worden
werden gegeven voor buitenspel staan, bal over de doellijn van de
tegenpartij trappen (doelschop), of over eigen doellijn (corner), ver
keerd ingooien en gevaarlijk (niet gemeen of ruw) spel.
Al deze overtredingen deed men meestal niet met opzet en werden
verrekend met 'n soort vastrecht-tarief. Twee zijn er veranderd, een
verkeerde ingooi wordt nu verrekend met een ingooi der tegenpartij
en uit een hoekschop mag tegenwoordig direct gedoelpunt worden. En
met deze laatste wijziging werd de principiële scheidslijn verlaten, het
geen te meer te betreuren is, omdat een rechtstreeks doelpunt uit een
corner toch altijd als een mazzeltjemoet worden beschouwd. De
nieuwe wijziging, die de „international boardin onze Nederlandse
voetbalschoenen geschoven heeft, brengt ons nog verder van huis. N.l.
„het aanvallen van een speler zonder dat de bal zich op speelafstand
van beide spelers bevindt". Door deze overtreding strafbaar te stellen
met een indirecte vrije schop, is de morele scheidslijn nog meer ver
laten en bovendien de taak van de scheidsrechter nóg gecompliceerder
geworden en bovendien is het voor de spelers nóg moeilijker gemaakt
om te weten met wat voor soort vrije schop ze te doen hebben. Laten
de spelers zich deze regel in de oren knopen: Uit vrije schoppen, ge
geven binnen het strafschopgebied mag behoudens penalty
nooit direct gedoelpunt worden.
En wat de vrije schoppen buiten het strafschopgebied betreft, zou
het aanbeveling verdienen, dat de scheidsrechters met een algemeen
gangbaar gebaar aangaven of er al dan niet direct gedoelpunt mag
worden. Nu zijn vele gebaren met hand, vuist of arm in discrediet
geraakt door gebruik voor bepaalde politieke doeleinden, maar zou het
opsteken van één of twee vingers misschien wat zijn? Daar gaven we
vroeger op school ook mee aan of het geval licht of zwaar was!
U heeft waarschijnlijk al gemerkt, dat ik met de nieuwe wijziging
niet erg ingenomen ben. Wat ik vrees, is, dat de ondervakgroep Rugby
nog wat meer dan voorheen in ons „Soccer" zal doordringen, nu het
aanvallen van iemand, die de bal niet heeft, onder omstandigheden
geoorloofd is geworden. M.i. ware het beter geweest, als men voor
de overtredingen in het strafschopgebied in het algemeen de mogelijk
heid van een mildere straf dan een penalty had geschapen. Het is een
feit, dat vrijwel alle scheidsrechters overtredingen in het penalty-gebied
ongestraft laten, omdat een strafschop te zwaar zou zijn. Dat wil dus
zeggen, dat eenzelfde vergrijp buiten de strafschoplijnen wél en er
buiten niet gestraft wordt.
Is het U niet opgevallen, hoeveel vrije schoppen er worden gegeven
op de rand van het strafschopgebied? Het is niet aan te nemen, dat
juist op die lijn de voetbalmoraal lager zou zijn dan ergens anders op
het veld. De vrije schop op de lijn is dan ook niets anders dan een
compromis tussen de spelregels en het innerlijk besef van recht en
billijkheid van de scheidsrechter. Een penalty zou alleen dan moeten
worden gegeven, als de overtreding een redelijke kans op een doelpunt
verhindert. En voor de andere overtredingen in het penalty-gebied zou
er naar mijn gevoel een minder zware straf moeten komen. Bijvoorbeeld
een direct vrije schop vanaf de rand, waarmee dan tevens een straf-
methode, die de facto reeds toegepast wordt, een reglementair karakter
krijgt.
Dit ter overweging aan de voetbalgoden op de reglementen-Olympus.
ONZE AJAX-ORANJEHEMDEN.
Aan een artikel van Jaap v. Rijn in „De Sportkroniek" over Neder
lands rol in het internationale voetbal, ontlenen we de volgende interes
sante gegevens:
„In totaal werden 289 spelers uit 71 clubs gekozen, waarbij de
veelvuldige landskampioen Ajax aan 't hoofd gaat.
Ajax: aantal spelers 26 gesp. wedstrijden 188
H.V.V.: 23 139
H.B.S.: 18 132
Feyenoord 17 165
Sparta 15 98
U begrijpt, dat hier alleen de „top" van de tabel afgedrukt is.
Uw dienaar heeft na het lezen van bovengenoemde cijfers z'n hersens
gepijnigd, wie die 26 Ajax-Oranjehemden waren en is voor dit examen
gezakt, ik kon het niet verder brengen dan 23. Een gelukkige greep
in de archieven van Marius Koolhaas stelt me echter in staat toch de
26 hier op te dienen.
Hier zijn ze in ongeveer chronologische volgorde: Prae-historie (vóór
1914): Fortgens, Buwalda. Middeleeuwen: Brokmann, Gupfert, De
Natris, v. Dordt, Hordijk, Delsen, A. Pelser, De Kruyf, Addicks. Re
naissance: J. de Boer, v. Kol, Volkers, W. Anderiesen, Schetters, P. v.
Reenen, Strijbosch, Mulders, v. Diepenbeek, Keizer. Nieuwe tijd: v. d.
Linden, v. Stoffelen, Potharst, Drager, Stroker, Dijk.
Als ik nu goed tel, zijn het er 27. Toch is het m.i. juist. Hij, die
beter weet, steke z'n vinger op. In totaal leverden we:
2 doelverdedigers, 5 backs, 7 halfspelers en 13 voorwaartsen.
En als de K.N^V.B. onze eigen Ajax-training niet hélemaal in de
war stuurt, komen er nog meer!
DAT WAS VOETBAL.
Hoewel deze rubriek niet bestemd is voor wedstrijdbeschouwingen,
kunnen we toch niet nalaten hier schriftelijk te applaudiseren voor
hetgeen de Boldklubben en Ajax ons te zien hebben gegeven.
Hier nu eens geen afbraak, maar opbouw tot. in de perfectie. Beide
elftallen speelden al hun technische en tactische troeven uit. Jammer,
dat het niet altijd zo gaat. Jammer voor het publiek, de pers en ook
voor de spelers. Zó is voetbal een genot om te spelen en naar te kijken!
WAT ER MET AJAX AAN DE HAND WAS.
Wat ik nu ga schrijven, daarvoor draag ik strikt persoonlijk de
verantwoording. Dat het onderwerp netelig is om als clubman er over
te schrijven en dat de kans bestaat om hier of daar er in de sportpers
voor gevierendeeld te worden, daarvan ben ik mij bewust, doch het doel
is het risico waard.
Ik wil U hier mijn visie geven op het recente falen van ons eerste
elftal en vertellen, hoe ik de situatie psychologisch aanvoel.
Onze jongens hadden op Woensdag tegen de Boldklubben een felle
en inspannende, maar tevens faire en prettige wedstrijd gespeeld. Een
wedstrijd die het doel van ons spel, ontspanning door inspanning, voor
100 procent bereikte.
En zij hebben de vraag gesteld, kan dat nu niet altijd? Vier dagen
later kregen ze het antwoord, ontkennend.
Ik laat hier een paar passages volgen uit de grote pers en laat U hier
lezen wat de speciale verslaggever van Het Parool vrij en onver-
veerd, maar zonder zich kwaad te maken er van schrijft:
„Ajax deed ons gisteren een beetje denken aan een verzameling
uitgewoede feestvierders, die onverhoeds voor een vinnige dagtaak
staan. Als U de vergelijking doorgetrokken wilt zien, dan kunnen we
zeggen, dat Boldklubben het grote feest was en de dagtaak R.F.C.
R.F.C. vond, dat het tegen dat indolente Ajax eens extra vinnig
voor de dag moest komen, wat heel begrijpelijk is. Ajax ontmoet altijd
maar clubs, die opvallend fiks het veld betreden. Het is tenslotte
leuker een leeuw te schieten, dan een schrikkerig konijntje. R.F.C.
begon op het zien van Ajax onverwijld te schieten, won met 31 en
liet zich verheugd het veld afdragen.
Het was een ruige wedstrijd, maar niet zo ruig als de Ajacieden, die
steeds maar smartelijker vielen en steeds verontwaardigder naar scheids
rechter Van der Spek keken, wilden suggereren.
De Rotterdammers wilden nu eenmaal winnen en omdat zij zich
voetbal-technisch de minderen wisten, gaven zij door een verbeten
tempo en stevig soms wat tè stevig op de man zitten, Ajax geen
kans, het bekend-soepele balgeschuif op hen toe te passen. En die vorm
van weerstand ligt Ajax niet erg. Het werd er ook nu prikkelbaar van,
raakte uit zijn evenwicht, ging rancuneus doen en maakte daar de zaak
niet beter mee."
Begrijp goed, de wijze waarop onze jongens reageerden, keur ik af.
Hier geldt het Franse gezegde: C'est pire qu'un crime, c'est une
faute; maar dat was secundair. Primair was het tè stevige spel van
R.F.C. de oorzaak. Tegen Neptunus was het van het zelfde laken een
pak. Ik laat de neutrale pers maar eerst weer aan het woord:
„Het is nu langzamerhand wel algemeen bekend, dat het tegen elf