Een praatje met plaatjes over clubgeest.
Toen de moffen ons landje uitgeschopt werden, en dus ook Koning
Voetbal zich weer vrij op onze velden kon bewegen, zag het er op ons
stadion maar troosteloos uit. Vernieling en verwaarlozing waren troef,
en er zijn in die dagen héél wat verwensingen door ons bestuur aan
het adres der Edel-Germanen geslaakt. Ajax zou Ajax echter niet zijn
geweest, als wij bij de brokken zouden gaan neerzitten. Een terrein
commissie, bestaande uit de heren Koolhaas, Volkers en Schoevaart,
werd benoemd, en deze verzekerden zich allereerst van de deskundige
voorlichting en medewerking van de H.H. Quint, Losekoot en Meindert
Volkers, welk laatste klaverblad zeker een grote pluim verdient van
geheel Rood-Wit voor hun prachtig en belangeloos werk Want dat er
na Mei 1945 héél wat arbeid op ons Stadion is verzet, zal zelfs een
leek kunnen constateren. Alles was totaal verveloos, lekkages waren
aan de orde van de dag, de glasschade was enorm, de dioinering op en
om de velden totaal verstopt en vernield, de loketten uit het lood en
verzakt, muren gescheurd, en zo zouden we nog een poosje door kunnen
gaan. Ook de beplantingen hadden enorm geleden, meer dan tachtig
bomen waren afgezaagd en als slachtoffer van de noodkachels gevallen,
de heggen beschadigd of totaal vernield, en geen bloemetje was er
meer te bekennen. Het heeft geen zin om alle herstellingen en ver
beteringen hier stuk voor stuk te vermelden, als U echter eens een
uurtje tijd heeft, zullen wij IJ gaarne eens rondleiden, en IJ een en
ander wijzèn. De hall met zijn artistieke beschildering en prachtige
verlichting, de indoortrainingszaal met haar vrolijke muurschilderingen,
het keurig ingerichte bestuurshuisje, het zijn allemaal prachtige ver
beteringen, en er zullen er nog meerdere volgen. Ook de geluids
installatie en een moord radio-toestel waren een zoede stap vooruit.
De bijgaande interieurkiekjes tonen wél overduidelijk aan, dat ons
Stadion weer in zijn oude glans is hersteld, en héél veel aan schoon
heid heeft gewonnen. Zeker, er moet nog veel gebeuren, vooral daar
de verwarmingsketels zijn doorgeroest, en door nieuwe moeten worden
vervangen, maar ook dit euvel wordt op deskundige wijze en op
korte termijn opgelost.
Het werd in onze Vereniging ook steeds als een groot gemis gevoeld,
dat er op de Zaterdagmiddagen, de trainingsavonden, bij de Cricket en
Honkbalwedstrijden geen gelegenheid voor onze leden was, om in een
behoorlijk verwarmde ruimte nog eens gezellig met elkaar van
gedachten te kunnen wisselen. Concentratie en clubgeest zijn plantjes
die een voortdurende verzorging vereisen, en ofschoon wij niet zo
slecht hebben geroeid met de riemen die wij hadden, liepen wij toch
reeds lang met andere plannen rond. Het enige lokaal dat voor dit
doel in aanmerking kwam, was natuurlijk de bovenzaal. Maar deze
was bijna alleen bij thuiswedstrijden van ons eerste elftal geopend,
bovendien is het er 's winters koud en ongezellig, en om er met
je winterjas aan te moeten zitten, terwijl er misschien een druppel
aan je neus hangt te bengelen, heeft óók zijn bezivaren. Ook de talrijke
Bestuurs- en Commissievergaderingen, die in een grote vereniging als
de onze nu eenmaal noodzakelijk zijn om alles glad te deen verlopen,
moesten bijna altijd ergens in de stad worden gehouden. Vanzelf
sprekend werden er in de loop der jaren diverse pogingen aangewend
hierin verandering te brengen, maar tol op heden zonder enig zicht
baar resultaat.
Het aflopende contract met de pachter onzer buffetten was oorzaak
dat wij eens met de directie der V.A.M.I. zijn gaan bubbelen. Dat
praatjes niet altijd gaatjes vullen, weten we nu zo langtamerhand wel,
maar ditmaal werden er toch wel echte spijkers met koppen geslagen.
Zeker er zijn aanvankelijk heel harde woorden gevallen, en diverse
veertjes werden bij deze conferenties de verkeerde kant opgestreken,
maar de wil tot samenwerken bleek aanwezig en zo werd het tenslotte
een klinkende overwinning voor de clubgeest. Want dat onze kleine
makker er wél bij zal varen als onze leden voortaan 's avonds en
Zaterdagsmiddags gezellig bij elkaar kunnen komen, zal wel niet
voor tegenspraak vatbaar zijn. We hebben in onze modern ge
restaureerde clubtent nu zelfs een echte bar, en het lijkt me nuttig
en nodig hieraan een paar woorden te wijden.
Het is misschien twintig jaar geleden dat in ons clubblad regel
matig een advertentie voorkwam van een héél bekende firma, die
haar nog bekender mondwater reeds toen aanprees met de slagzin
„Eiken dag één glaasjeDit verdroot enkele leden onzer vereniging,
die op een andere bladzijde in datzelfde clubnieuws werden aan
gespoord, hun snelheid op te voeren en hun ausdauer te vergroten.
Dat in deze clubkrant ook advertenties voorkwamen voor extra grote
penalen en heipalenvan Engelse en Amerikaanse grafnagels,
artikelen die ook nu bepaald niet de ausdauer etc. plegen te ver
meerderen, mocht niet hinderen, en er kwam zo'n tumult over deze
spraakwater-annonce, dat maar besloten werd deze geld-in-het-laadje-
brengende advertentie voor het vervolg te annuleren. En als we nu
binnenkort dit brouwsel in ons Stadion gaan verkopen want er
komt vergunning ook in onze club soos vrees ik met grote vreze,
dat ook thans de heibel niet verre is. Maar Ajacieden het wordt
geen koppelverkoop hoor, dat wil zeggen dat als U een ranja of
kleintje koffie bestelt, U er heus geen drie lichte catsjes bij zult
moeten consumeren, zodat ik mijn handen maar v:eer in onschuld
was. Wel zal de spreuk uit het verre Noorden nog wel eens opgang
doen: te laat, te laat zei Winnetou, de drank is reeds naar binnen
toe hetgeen ook een prachtige tekst zou zijn om in de bar op te
hangen. En nu stap ik maar weer van dit chapiter af en hoop maar
dat ons knus barretje maar niet te veel reclames zal verwekken.
Trouwens in Amerika verkopen ze melk aan zo'n ding en is zo'n
meubel er dan eigenlijk wel een haartje minder gezellig om? De be
doeling was en is dpt onze leden elkaar nu in een prettige omgeving
kunnen ontmoeten, klaverjassers, bridgers en pandoerders mogen
gerust hun doorjakkers, groot-slems en privé-met-de-bus callen, maar
tegen excessen zal in iedere vorm worden gewaakt, zodat het bestuur
stellig verwacht, dat de clubgeest er wél bij zal varen.
Onze vereniging is er dan eindelijk weer eens in geslaagd de gouden
plak te veroveren, en deze bij onze overige waardevolle scalpen te
voegen. Nog is het trotse record van H.V.V. acht kampioen
schappen van Nederland niet gebroken, maar toch wél geëvenaard.
En al moge het ons voldoening schenken, dat momenteel het behalen
van zo'n Landskampioenschap ivel iets zwaarder is dan een dertig jaar
geleden, toch zal geen echte Ajacied rusten, voor we ook dit prachtige
record op onze naam hebben gebracht. Dat we hiervoor al onze
krachten zullen moeten mobiliseren, spreekt wel vanzelf, maar tegen
werk hebben we gelukkig nooit opgezien. En dat er vooi ons eerste
elftal dit jaar héél veel werk aan de winkel komt, men hoeft heus
geen profeet te zijn om dit nu reeds te voorspellen. Reeds Donderdag
7 Augustus j.l. begon de Nederlandse Elftal Commissie een twintigtal
spelers uit te nodigen, om met de training te beginnen. Niet minder
dan zeven Ajacieden kregen hiervoor een invitatie. Geweldig ver
erend voor onze vereniging, maarals nu onze eigen trainings
avond er maar niet door in de soep wordt gereden. Zeker we kunnen
het liedje van buiten; we mogen een speler zijn kans op de Oranje
trui nooit ontnemen, het Nederlandse elftal gaat vóór alles, de opbouw
van het Nederlandse voetbal is ook ónze zaak, en zo zouden we nog
wel enige propaganda-zinnetjes kunnen aanhalen. Laten we ons thans
even tol de feiten bepalen. Nog nooit en te nimmer is er door fiet
Ajax-bestuur een poging gedaan om een onzer spelers ook maar een
stroobreed in de weg te leggen als de Keuze-Commissie hen nodig
had. Als hij uitverkoren werd de Oranje-trui te dragen, was het Ajax-
bestuur de allereerste hem met dit ook voor Ajax belangrijke
feit - geluk te wensen. Wat wij hier alleen openlijk vragen is, ook
rekening te willen houden met onze eigen trainingsavond: Laat de
uitverkoren spelers dan Dinsdag 's avonds in Den Haag oefenen,
dan kan de Donderdagavond toch worden benut voor onze eigen club.
Dat is toch waarlijk niet te veel gevergd. Ik weet niet precies hoeveel
spelers onzer vereniging in de loop der jaren de Oranje-trui mochten
dragen, maar dat wij ook met deze erelijst een behoorlijk figuur slaan,
is wel héél zeker. Ik meen dat dit feit ons recht geeft dat men dan
ook met het verenigingsbelang rekening zal willen houden. Het zij zo.
We staan weer aan het begin van een nieuw seizoen, en van harte
hoop ik dat we ook dit jaar weer ons balletje behoorlijk mee zullen
trappen. Dit geldt dus niet alleen voor ons eerste, maar voor dl onze
elftallen. Laat alle spelers er van doordrongen zijn, dat de eer het
Ajax-Jersie te mogen dragen, een zeer bijzondere is. Ons ere-team
heeft het afgelopen seizoen soms een spelletje laten zien, dat door
vriend en vijand met „achttien karaat" werd gewaardeerd. Dit moet
voor onze reserve-teams toch wel een spoorslag zijn dit goede voor
beeld te volgen. Ook de komst van de nieuwe trainer Robert
Smith die wij hier hartelijk welkom heten kan een stimulans
ten goede zijn. Moge het een even goede paedagoog en spelkenner
zijn als onze onvolprezen Jack Reynolds. Maar alleen als alle spelers
geregeld de training volgen en zich opofferingen willen getroosten,
zullen wij er in slagen weer die reserves te vormen, die vroeger
onze kracht waren. Wij kunnen het niet te dikwijls herhalen, dat
voetbal nu eenmaal niet uit een boekje geleerd kan worden en praktijk
nog steeds de allerbeste leermeester is. Toe spelers van het eerste tot
het achtste, leg er nog eens een extra schepje op, tot heil van je
eigen body, en meerdere glorie van ons Rood-en-Wit.
Ook onze niet spelende leden en donateurs kunnen aan deze
opbouwende taak meewerken. Toon meerbelangstelling voor de ver
richtingen van onze reserves. Als ons eerste elftal uit speelt, ga dan
ook eens naar de andere Ajax-teams kijken. Uw diploma geeft U
recht alle wedstrijden van Ajax te zien, maak er dan ook wat meer