Bij de K.L.M. te Kopenhagen.
enige bestuursleden van A.I.K. en Djurgarden. Kennis was
spoedig gemaakt en full speed gingen wij per bus naar Stock
holm. Een moordstad in één woord. De lichtreclames, die wij
hier in Holland reeds zo lang moeten missen, doen aan als
een feestelijke illuminatie en we kijken onze ogen uit naar
de prachtige en verzorgde winkel-etalages. En fietsen, fietsen,
oVeral fietsen. We dachten, dat Holland een rijwiellandje was,
maar hier zie je op ieder plein, langs iedere straat, rekken en
nog eens rekken waar karretjes netjes rij aan rij staan, en
dat zonder slot of grendel, beladen met acte-tassen, boodschap-
penmandjes etc. etc. Vóór een zwijntjesjager om tureluurs van
te worden en aan stelen wordt blijkbaar niet gedacht. Het vak
van rijwielbewaker wordt hier niet uitgeoefend; het is een
openbare demonstratie van Zweedse eerlijkheid. We worden
naar 'n restaurant van enorme afmetingen gebracht zes
Krasnapolsky's bij elkaar waar we kennismaken met de
Zweedse keuken. Ik mag de Hollandse keuken heus niet af
vallen; m'n vrouw bespeelt het keukenfornuis als Pierre Palla
het orgel, maar eerlijk, ze kunnen er daar ook mee terecht.
Het smaakte ons puik en toen tegen tien uur de tweede ploeg
arriveerde we konden helaas de reis niet gezamenlijk maken
was de stemming ver boven pari.
Jammer was het, dat voor logies het gezelschap ook weer
in twee gedeelten moest worden gesplitst, daar alle hotels
etc. etc. overvol zijn. Maar daar ons programma voorschrijft,
dat we vóór alles ons goede humeur moesten bewaren, ,,keep
smiling", schrijf ik lekker geen woord van afkeuring over dit
belabberde pensionaat. En nu is het Dinsdag en zal onze
eerste veldslag beginnen. A.I.K. en Djurgarden, twee der aller
sterkste Zweedse clubs, hebben voor deze gelegenheid een
nóg sterkere combinatie gevormd. Niet minder dan zeven
internationals zijn van de partij en de kampioen van Neder
land wordt een warme ontvangst bereid. Over de vermoedelijke
uitslag wordt niet gedebatteerd, dat het voor de Hollanders
echter een flinke nederlaag zal zijn, staat echter bij voorbaat
vast. Dit zal dan ook wel de oorzaak zijn, dat de opkomst van
het publiek erg tegenvalt, ook de grote nederlagen van Blauw
Wit en Volewijckers zullen hier wel enige schuld aan hebben.
Het veld is prachtig, een grasmat als het Ajax-terrein, dus
dat valt mee. De scheidsrechter Andersen zal de wedstrijd
leiden, deze heeft een prima naam, ook dit is dus in orde.
Al direct na de aftrap blijkt, dat we flink van ons af bijten.
We hadden ons ingesteld op lang spel, daar de Zweden het
meestal in kort spel zoeken en dit bracht ons aanvankelijk
voordeel. Onze jongens hadden er echt zin in, en als we maar
een beetje massel hadden gehad, zou dit felle offensief ons
zeker één of twee doelpunten hebben opgeleverd. Een prach
tige kopbal van Michels, kwam ver buiten bereik van de
Zweedse doelman tegen de lat, een mooie voorzet van Guus
kwam bij de vrijstaande Fischer, die met een moordpoeier
juist langs de verkeerde kant van de paal kogelde. Het pu
bliek begint zich te roeren, en de echte voetbalsfeer, waar we
steeds zo reikhalzend naar uitzien, is ineens in volle mate
aanwezig. Van Dijk nam de gehele halflinie zoals alleen hij
dat kan, een afgemeten pass naar Drager, die meteen inkogelt,
maar de keeper heeft met een zweefduik de bal te pakken, en
wist prachtig zijn doel voor doorboring te behoeden. Maar nu
werden de Zweden blijkbaar pas goed wakker, razend snel
gaat de bal van man tot man en onze achterhoede krijgt het
zwaar te verduren. Potharst en Van der Linden spelen voor
alles wat zij waard zijn, en dat is héél wat. Vooral v. d. Linden
vertolkte een sublieme backpartij en bracht herhaaldelijk red
ding. De taak van onze achterhoede werd dubbel zwaar, daar
de scheidsrechter die m.i. veel te veel floot enige malen
een geheid buitenspelgeval glad over het hoofd zag, maar
slecht schieten en goed keepwerk van Keizer, brengen verade
ming. Toch is het de Zweedse rechtsbuiten, die na prachtig
werk van de gehele voorhoede, met een lage schuiver in de
hoek Keizer het nakijken geeft. Verbeten beginnen wij een
nieuw offensief, de Zweedse achterhoede is echter zo ondoor
dringbaar als een muur en de rust gaat met een 10 achter
stand in. Na de rust hebben wij al 'het mogelijke gedaan om
deze achterstand in te lopen, maar behoudens een paar goede
schoten van Van Dijk en Fischer, kreeg onze voorhoede niet
veel kans meer te scoren. Onze achterhoede kreeg overwerk.
Stoffelen, v. d. Veen en v. d. Hart verdienen alle drie een pluim
voor hun sjouwen en zwoegen. Ze hadden al hun voetbaltalen
ten voor de volle honderd procent nodig en gaven die ook.
Van der Linden kanjerde links en rechts, dook overal langs
en tussen en was een verschrikking voor de vijandelijke voor
hoede. Zo werd het zeker geen dode wedstrijd en het publiek
bleef ons luid aanmoedigen. Met nog vijf minuten speeltijd
floot de referee, met het oog op de snel invallende duisternis,
voor het einde. Het was zeer zeker een eervolle nederlaag.
's Avonds boden A.I.K. en Djurgarden ons een schitterend
banket aan, waar, behalve de sportcorypheën van Stockholm,
ook een vertegenwoordiger van het Hollandse gezantschap
aanwezig was, die Ajax hulde bracht voor haar prachtig
voetbal en uitstekend sportmanship. Van A.I.K. ontvingen
onze spelers elk een mooie lucifersdoos met de initialen van
deze vereniging. Er werden vele en hartelijke woorden ge
wisseld, Hollandse en Zweedse liedjes gezongen en toen wij
's nachts laat in bed stapten, hadden wij een drukke, maar
zeker geen verloren dag achter de rug, daar wij onze sport -
relaties in het hoge Noorden weer een beetje op peil hadden
gebracht.
Bij het maken van buitenlandse touren, staan er natuurlijk
altijd ook diverse trips op het programma, en daar we onze
zwempakken hadden meegenomen, brachten wij de volgende
dag een bezoek aan Saltsfobaden, een zwemparadijs, dat ik
alle Ajacieden kan aanbevelen. Voor een watersportliefhebber
is het bepaald een Eldorado. Er liggen honderden zes, tien en
twintig meter jachten, en een zwembad, zoals ik nog nooit
zag. En daar zwemmen met b.v. Volkers en Van Stoffelen als
opperkomieken, zeerobben als Vundering, de Wit en Michels,
welke laatste de erenaam van Tarzan kreeg, het was een
fata morgana en het lachhuis tegelijk. Ach, ach, wat is daar
Met het treintie naar Holmskollen.