Some senses and some nonsenses. Otle aan „Neerlands kampioen" 8 Zie zo, we zijn er weer. Het eerste is kampioen van Nederland en mijn, voor de zoveelste maal, chemisch gereinigde Borsalino, gaat even af voor onze jongens. De mazzelclub uit „de Meerheeft het geflikt, en als ik de wedstrijden zo even mijn gedachten laat passeren, vind ik niet eens, dat we zo enorm veel mazzel hebben gehad. Ik ben geen chauvenist, maar ik vond ons elftal dit jaar heel goed en vooral in de kampioens-competitie kregen wij van onze spelers voetbal van oude samenstelling te zien. Heus, ik vind het zo gek niet, als de Ajaxspelers zich een beetje op hun borst slaan, het was voor elkaar. Ik hoorde ergens vertellen, dat Gerrit Keizer het bijltje er bij neer legt; later heb ik dat echter weer horen herroepen. Als je er werkelijk mee ophoud, Gerrit, ga je dan ook een boek schrijven? Ik zou graag met je mee willen werken, ik heb er n.l. altijd in stilte tiaar verlangd, aan een echt boek mee te werken, en je hebt toch zeker een heleboel te vertellen. Ik weet nog wel, dat je vroeger eens een lezing hebt gegeven, waarom je geen hand uitsteekt, als een bal tegen paal of lat vliegtHoe wist jet dat ook weer; had het niet iets te maken met de stand van de zon, waardoor je de schaduw van de bal kon berekenen ten opzichte van de cornervlag en dan trok- je een lijn juist over de penalty stip, en dan wist je precies, dat de bal tegen de paal kwam. Misschien vergis ik me een weinig, want je berekening was niet een voudig, maar enfin, Gerrit, dat zetten we alles wel in je nieuwe boek! Hoorde ons geliefd clublied middels de radio en ergerde mij even later over het commentaar. Waarom zouden wij „Heil, Ajax, Heil!" veranderen voor die mijnheer met dat kleine snorretje. Flauwe kul. Toen ons heil al door de wereld klonk, schilderde Snorremans nog balkonnetjes en uithangborden in Oostenrijk. Overigens geloof ik, dat ze hem da,t Heil al een beetje verboden hebben, zodat wij toch weer alleen onze juichkreet laten daveren, ik neem tenminste aan, dat zijn club niet zoveel meer te jubelen heeft. Wat hebben wij in ons vorig nummer allemaal geschreven over dat stopper-gedoe. Eigenlijk onzin, daar zoveel over te schrijven, een mens zijn lust is nu eenmaal een mens zijn leven. Vroeger leerden wij: aanvallen is de beste vorm van verdedigen, maar tegenwoordig; start blijkbaar iedere club met zulk een doodsangst, dat ze maar alles beginnen terug te trekken. Ik vind het gek, en uit mijn geschrijf blijkt misschien reeds, dat ik niet zulk een groot voorstander ben. Ik vind stopper spelen schiterend, maar dan alleen voor een doelverdediger, en daarmede stop ik [de onvruchtbare conversatie.*) Had de eer, ons elftal voor de uitwedstrijd tegen M.V.V. tot Schip hol te mogen begeleiden. Er is toch veel veranderd, vroeger gingen wij met „ae Gooische moordenaar", of soms met de „Noord Hol landse" onze uitwedstrijden spelen, en nu hebben wij een vliegend elftal. Ik zou het leuk vinden, als wij nu eens de club werden met het eerste eigen vliegtuig, wat denkt het bestuur hiervan, we kunnen dan 's Zondags ook eens in Montevideo spelen, en zijn dan op Maan dag toch nog tijdig bij onze bazen. Zit enorm veel in, heren, als jullie dan een vaste grensrechter van goede getuigen voorzien, nodig heb ben, solliciteer ik gaarne naar dat baantje, ik ]wil ook wel eens iets van de wereld zien. Met heel veel interesse gelezen van het Vrijheidsbeeld, en vind ik, hetgeen ik op de afbeelding gezien heb, geweldig. Een prachtstuk en een schitterend initiatief. Alleen wil ik de heren adviseren, met alles op te schieten, ik vind het nog zo onrustig in de wereld, en vrijheid is tegenwoordig nog zo betrekkelijk. Als het alles niet vlug gaat, is onze vrijheid misschien al weer naar de haaien. Over haaien gesproken; is die visclub van ons naar het hiernamaals vertrokken? Waar blijft Wim Volkers met zijn nieuwe spullen, voor uit, heren, hier werd toch een hechte vriendenband gesmeed. Boven dien is een kleine visaanvulling voor de dames niet onwelkom, gezien het kleine vleesrantsoen. Walvisvlees in blik is thans „en vogue" waarom dan geen verse Ajax-baars met rood-witte staarten. Kom op, heren, de waterkant lonkt en roept. JAMES. Dat is jammer, „James", want misschien had je door langdurige conversatie over dit onderwerp een nieuw systeem uitgevonden. B.v. dubbele doelman, of middenvoor als vierde back. (Red.) van de A.V.V. D.V.O.S. Na een langdurig en zwaar seizoen, Werd gij, Ajax, Neerlands kampioen. Diep buigen wij ons hoofd bij deze zegepraal, Het is voor de achtste maal. En heel voetballend Nederland, Reikt in gedachten U de hand. Ook wij begroeten Uw succes, Uit naam der club D.V.O.S. Dat gij nog vele lange jaren, Uw spel voor onze sport beware, En komen er eens tegenslagen, Weet die öok met succes te dragen. Ajax, gaat dus op dit pad voort, Geef voetbal van het beste soort. Heel Holland heft zijn glas met nat, Santé, proost, Ajax, proficiat. Met een stevige handdruk namens het bestuur van D.V.O.S. G. Ch. STEEMAN. Dank U!, D.V.O.S.-ers (Red.) Ajax kampioen supporters. Captain Keizer op de schouders van enthousiaste (Foto: Anefo- Noske)

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 8