Athletiektraining voor voetballers. Zeeburgia le klasser. 32 Ajax - N.E.C. 5-1. Nachtegaal stopt een schot van v. Dijk. (Foto R. v. d. Randen) (Slot.) Om dan mijn trainingsbabbeltje te besluiten, wil ik het dan nog hebben over het „programma", zoals dat in athletiek- termen heet, dat we op een trainingsavond afwerken. Zoals bij iedere oefening, geldt ook hier, dat een ernstig en gecon centreerd trainen van bijvoorbeeld anderhalf uur, verre de voorkeur heeft boven een gehele avond doelloos rondjes lopen in een tempo, dat eigenlijk geen tempo is en waarbij de be trokken „athleet" dan zich op de borst slaat, dat hij er „al 20 op heeft zitten". We beginnen onze oefening altijd met „los"-lopen, dus we lopen ons twee rondjes warm, waarbij we de spieren niet spannen en de armen losjes bewegen, alles „gemakkelijk" om zo te-zeggen. Daarna is het twee rondjes wandelen. Nu kunnen we kiezen tussen bijvoorbeeld sprints voor 100 m en steigerungen van gelijke afstand. (Een „steigerung" is zo, dat men langzaam begint, na ca. 10 m de snelheid langzaam opvoert, sneller, sneller, nog snelleren de laatste 20 30 m worden top snelheid, waarna we rustig uitlopen.) Op zo'n korte-afstand programma mankeren natuurlijk ook „de starts" niet. We lopen een rondje, waarbij we 10 m sprinten, 20 m uitlopen, weer sprinten, weer uitlopen. Wanneer we zo een uur of ander half bezig zijn, besluiten we met twee kalme rondjes, waarbij alles weer ontspant. Rustig, waarbij we niet op de tenen (blij ven) lopen, maar z.g. de voet afwikkelen, d.w.z. na de teen komt de hiel ook op de grond, een natuurlyke massage voor de spieren. Een andere avond gooien we het weer eens op de lange afstand. Was het hierboven aangegeven schema meer bedoeld voor reageren (kort, snel, flitsend vergelijk-sprint start), dit maal gaat het om „Ausdauer". Na het inlopen, gymnastiek enz., hetgeen nu eenmaal het begin is van iedere training (voor de athleet ook van, iedere wedstrijd), gaan we b.v. een baantje matig tempo „trekken", rondje wandelen, dan een rondje met een tempo hoger, laten we zeggen: flink tempo, daarna twee rondjes wandelen, tot besluit een 300 a 400 m, waarbij we de snelheid behoorlijk opvoeren, zonder ons nu „leeg" te lopen. Dat doen we bij training nooit. Bedenk wel: het is oefening, geen wedstrijd. Nadat we weer op adem ge komen zijn door kalm wandelen met ademhalingsoefeningen (zie hierboven), maken we nog een paar Steigerungen van een 300 m en besluiten weer met een rustig rondje tot besluit, volkomen ontspannen, zoals ik reeds eerder aangaf. U zult ondervinden, dat een dergelijke zomertraining prima is. Het lichaam komt in prachtige conditie, de spieren, die door een seizoen voetballen vanzelfsprekend hard waren ge worden, worden weer soepel, zonder te kunnen zeggen, dat ze „zacht" 'zijn (hetgeen inderdaad voor een voetballer niet ge schikt is), en er is snelheid aangekweekt, hetgeen in niet min dere mate het geval is met ons reageervermogen. Ik kreeg naar aanleiding van mijn vorige artikeltjes reeds de opmerking: athletiektraining, prachtig. Ben ik voor te por ren. Zeg maar, waar en wanneer je begint. Helaas, vrienden, het drukke leven in het rijk van Dakota's, Skymasters en Connies (Constellations), laat niet toe, dat ik me met de nodige volle 100 procent aan een dergelijke training kan wijden. Wellicht is er iemand onder U, die deze taak op zich zou kunnen en willen nemen. Ik heb slechts door voor gaande regelen op het nut van een dergelijke zomertraining willen wijzen, omdat ik in mijn actieve sportloopbaan heb on dervonden, dat het, vooral ook voor de jeugd, goed is, na een voetbalseizoen, dat normaal toch in Mei reeds is afgelopen, de bal wel tot September vaarwel te zeggen, maar lichaam en geest van voetballen te laten uitrusten door zomersporten en zomertraining, c.q. athletiektraining. SUNIT. Na jaren van strijd is het Zeeburgia dan eindelijk gelukt, het voetbal-eldorado binnen te treden, waarmede wij de voor vechters van deze club, de heren Martens, Jellema, v. d. Mark c.s., van harte feliciteren. DRUKKERIJ GRAFICA - AMSTERDAM

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 32