22
Tijdens de beslissingswedstrijd Volewijckers - Blauw-Wit stortte een gedeelte van de muur der staantribune in.
Gelukkig werd slechts een klein aantal bezoekers licht gewond. (Foto: R. v.d. Randen)
„Het Parool", direct na de thuiswedstrijd en nog vóór Heeren
veenAjax, geschreven dat:
1. Ajax-supporter een vaag begrip is;
2. Dat geen één Ajax-lid de Heerenveners beschouwd als
boertjes van buiten.
3. Dat integendeel Heerenveen's voetbal-capaciteiten in
onze kringen hoog aangeslagen worden en dat de resul
taten tegen Heerenveen in de vorige kampioenscompetitie,
ons geen enkele reden geven om de Friezen te onder
schatten.
Ik kan met de hand op het hart tevens verklaren, dat ik,
behalve van het spel van m'n eigen clubgenoten, óók genoten
heb van Heerenveen en in het bijzonder van Abe Lenstra en
duizenden deden dat met mij. Dat men zelfs 'n Abe Lenstra
niet „schaduwde", doch spelen liet, daarvoor zou een compli
ment aan onze jongens zeker verdiend zijn geweest.
Ook de sportpers geeft soms van die leuke beschouwingen,
getuige het artikeltje „Boerenkool-voetballer" in de Sport
van Maandag 17 Juli en ondertekend door „De man met de
pijp". Het eerste deel van bovengenoemd artikel laten we hier
volgen.
„Boerenkool-voetballer. Herinnert U zich het woord nog
Het werd uitgevonden op een ogenblik, waarop de T.C. een
speler uit het Oosten de eer van de Oranje-trui waardig achtte
en het woord weerspiegelt wel al de verachting, waarmee men
de onbekende kracht uit „de provincie" in het selecte milieu
van de nationale ploeg begroette.
Het schijnt, dat bij een deel van de voetballers, die in deze
weken aan de competitie deelnemen, eenzelfde mentaliteit
weer eens de kop opsteekt. Men acht zijn eigen prestaties,
inzonderheid in technisch opzicht, blijkbaar dermate superieur,
dat men het niet beneden zich acht, bepaalde tegenstanders
tijdens de strijd om de bal woorden toe te voegen, waarvan
zich „boer" en „pummel" nog wel het best voor vermelding in
zwart op wit lenen."
Als het woord „Boerenkool-voetballer" inderdaad ontstaan
is, toen de eerste Oostelijke speler z'n entree maakte in het
Nederlands elftal, wel, „Man met de pijp", dan moet dat héél
lang geleden zijn, want in de eerste interland-wedstrijd, die
schrijver dezes meemaakte, NederlandEngeland 01 in
Amsterdam in 1910 of 1911, speelden reeds toen, dus zo'n
slordige 36 of 37 jaar geleden, twee spelers uit het Oosten
mee: Nat van Berckel uit Quick-Nijmegen en Just Göbel uit
Vitesse. Maar aangenomen, dat toen iemand het woord „boe
renkool-voetballer" heeft uitgevonden, wat voor zin heeft het,
om nu, in 1947, deze oude koe uit de sloot te halen We gaan
er onS toch ook niet meer in verdiepen, of mogelijk de Bata
vieren, die 2000 jaar geleden tussen de rivieren woonden, wel
eens minder vriendelijke dingen gezegd hebben tegen de wat
Noordelijker wonende Friezen? Laat de sportpers trachten de
goede verstandhouding, die er tussen spelers en bestuurders
van de verschillende clubs bestaat, uit te breiden tot de sup
porters-massa. Leer de mensen de wedstrijden tussen b.v.
Heerenveen en Ajax of N.E.C. en Ajax, alléén te zien als wed
strijden tussen die clubs om de hoogste voetbaltitel en niet als
een strijd op leven en dood tussen „het Noorden" en „het
Westen".
Dat is nuttiger dan meer dan 37 jaar oude koeien uit de
sloot te halen en dan komen we inderdaad tot de prettige en
eerlijke samenwerking, die ook de „Man met de pijp" voor
staat en die, wat "de clubs zelve betreft, reeds lang een reali
teit is en waarvan de gastvrijheid der Heerenveners ten op
zichte van onze adspiranten in de hongerwinter 1944-'45, een
prachtig bewijs was.
ADé.