Kampioens-varia
Bravo, Landskampioenen
21
Ajax is kampioen geworden op 'n wijze, die geen ruimte tot
twijfel openlaat. Het is een succes, dat opnieuw bewijst, dat de
weg, die onze spelers, trainer en elftalcommissie gingen en
gaan, de juiste is. Behalve succes voor Ajax is het tevens een
succes voor het type voetbal, dat men „wetenschappelijk" of
„technisch" pleegt te noemen en dat altijd min of meer ver
bonden werd geacht met „het Westen". Ik weet, dat ik hier 'n
gevaarlijk terrein betreed en kans loop op de uiterst gevoelige
gewestelijke tenen te trappen. Bij voorbaat m'n excuses, ge
achte sportbroeders waar ook in Nederland! En tot geruststel
ling kan ik zeggen, dat het verschil in speltype m.i. afneemt
en wel naar twee kanten. Steeds meer komen we westelijke
clubs tegen, die onder de camouflage van een „systeem",
feitelijk „kick and rush" spelen, zei het dan soms in 'n „ver
edelde" versie en steeds meer ontmoeten we in de kampioens
competitie „provinciale" clubs, die een technisch knap spel
laten zien en ons met eigen wapens bestrijden. Naar onze
mening was B.V.V. qua techniek onze sterkste tegenstander.
Desondanks staat Heerenveen nummer twee, zult U zeggen.
Accoord en terecht, want de Friezen mogen dan 'n tikje min
der gesorteerd zijn in techniek, doch daarnaast beschikken ze
over 'n dash, schotvaardigheid en tempo, die Heerenveen tot
een geduchte tegenstander maken, vooral als de regisseur Abe
Lenstra aan de touwtjes trekt.
De 02, die onze ploeg wist af te dwingen in Heerenveen,
is waarschijnlijk het knapste en zeker waardevolste resultaat
dat ons team in de kampioenscompetitie wist te bereiken. We
beschikken niet over de nodige gegevens, maar we betwijfelen
of er naast Ajax nog 'n club is geweest, die Lenstra c.s. in
Heerenveen 2 x 45 minuten in bedwang wist te houden.
Vergeleken met het vorig jaar, is de Friese ploeg „ge
groeid", doch dat is ook met de onze het geval, die bovendien
„fitter" het strijdperk binnentrad dan een jaar geleden.
M.V.V. was van onze „westelijke spelopvatting" het verst
verwijderd. Misschien speelden invallers hier een rol, die voor
ons moeilijk te beoordelen is.
De Limburgers kunnen we echter 'n ander compliment
maken, n.l. dat ze onze prettigste tegenstanders waren.
En wat nog meer zegt, dit geldt niet alleen binnen, doch ook
buiten de lijnen en is dus tekenend voor de sfeer.
Ondanks de desillusie na een 20 voorsprong ten slotte met
23 te moeten verliezen, werd geen wanklank vernomen.
Zelfs de scheidsrechter werd in Maastricht met een hartelijk
applaus begroet, hetgeen wat zonderling aandoet, als je oren
nog tuiten van het gehoon en gejoel aan het adres van de
heer Hofman, die N.E.C.Ajax leidde.
Wat het Nijmeegs (of moeten we zeggen „Gelders"?) pu
bliek in het Goffert-stadion presteerde op het gebied van
onsportiviteit, overtrof alles wat we tot dusver meemaakten.
En het gedrag van politie en suppoosten tegenover onze sup
porters was navenant en tekent dus de sfeer, die alles te
wensen overliet.
We zijn helaas oud en gelukkig ook wijs genoeg, om de
misdragingen van „supporters" niet op de schouders van de
club te schuiven die ze „steunen" en verklaren gaarne, dat
N.E.C. als elftal en club zich correct gedroeg.
Wat „steun buiten het veld" betreft, zijn wij, en ik geloof
wel alle grote clubs in het Westen, in het nadeel tegen de
gewestelijke concurrenten om de eretitel.
Om maar dicht bij huis te blijven, Amsterdam is geen een
heid. Bij onze thuiswedstrijden hoopt een belangrijk deel van
het publiek op een nederlaag van Ajax.
In Noord, Zuid en Oost is dat anders, daar zijn allen één in
de strijd tegen het Westen.
Heerenveen was wat dat betreft wel in de beste positie,
want behalve de medegekomen aanhang, beschikken de Noor
delijke kampioenen vooral in het Westen over een „block" van
in vroeger jaren geëxporteerde Friezen. Als de stoere Friese
club met haar blauw-wit gestreepte truien en roode pompe-
bladen verschijnt, stromen alle Goinga's, Palstra's en Huizin
ga's tezamen om de vertegenwoordigers van 't Heitelan
moreel te steunen.
Een genoegen, dat ik hen gaarne gun en met hun onze
sportvrienden in Oost en Zuid. Een „dood" publiek mag ik
niet en de dolle vreugde in Den Bosch, toen de dreigende
nederlaag voor B.V.V. in 10 minuten omgezet werd in een
onverwachte en daardoor nog feller begeerde overwinning,
kan ik best verdragen. Doch ik betreur de anti-stemming, die
„Een juichkreet dav're langs de velden
Voor Ajax, Neerlands kampioen!
Dat loon naar werken heeft gekregen
Na 'n uiterst lang en zwaar seizoen.
Dit kampioenschap schenkt voldoening,
Aan concurrent als Ajaxvriend,
De titel is terecht gekomen
Bij wie hem ook het meest verdient!
Want Ajax speelt, 't is onbetwistbaar,
Het beste voetbal van ons land
Dat prikkelt, zowel langs de lijnen,
Als in het veld, tot tegenstand.
Wie studie maken wil van „massa",
Hij tijge naar het Ajaxveld,
De massa toch, steeds voor de zwakke,
Eist van de sterke waar voor t geld
Hoe vaak heeft Ajax niet verloren?
Vaak dan in relatieve zin.)
Doordat 't zijn spel niet kon ontplooien,
Omdat het tegen AJAX ging
Ik doe het sympathieke Haarlem
In niets te kort, zo 'k hier beweer,
Dat ook de Roodbroek niet kon tippen
Aan 't spel der Azen uit de Meer!
Had Ajax, dat in '46
Eén punt op Haarlem weet U wel
na o2, 8o!) juist te kort kwam,
Toen óók niet 't beste van het spel?
'k Wil op 't publiek hier een beroep doen:
Als d' Ajaxmotor eens niet gaat,
Begint niet dadelijk te honen
Ook Ajax is geen automaat!
Doch nu wat opgewekter klanken,
Hier past geen „vaderlijk vermaan"
Hier dient de loftrompet gestoken,
BRAVO, ROODWITTEN, GOED GEDAAN!
Voor captain Keizer, die daar tronend
In 't keizerlijk doel-domein,
(Die, naar verluidt, gaat abdiceren)
Moet dit de schoonste ure zijn
Heb dank „Gij dapp're Meerse helden",
(Met Brokman, Stroker bovendien),
Met (onverwoestbaar) „d'ouwe" Blomvliet,
Voor wat g' ons weer hebt laten zien.
Moogt gij nog lang dit „moordspel" spelen,
Tot heil van eigen ribbekast,
Als voorbeeld en als propaganda
Van 'n club, die allen overklast.
Blijft zo nog spelen, vele jaren,
Dit spel, dat waarlijk VOETBAL heeft,
Zo zeldzaam hier, waar veel gespeeld wordt,
Doch weinig „voetbal" zo men weet
Wij Amsterdammers zijn U dankbaar,
Voor wat door U ge-boden wordt,
Proficiat, nog vele jaren!
TOT HEIL DER MOOIE VOETBALSPORT!
Amsterdam, s Juli 1947. B. S. LE MARC Hé.
elke waardering voor het spel der tegenpartij uitsluit en die
voortkomt uit een oud bloed en bodem sentiment.
Jammer is het, dat de pers met soms aardige en onschul
dig lijkende artikelen dat sentiment niet tegengaat, maar
voedt.
Na onze eerste kampioenswedstrijd schreef „Het Parool"
onder „Amsterdams Dagboek" over een Ajax-supporter, die
gezegd zou hebben dat „We het wel klaar zouden speulen
tegen die boertjes van buiten".
Of „boertjes van buiten" zo'n onaantrekkelijke sociale posi
tie zou zijn, laat ik in het midden, maar ik heb in een brief aan