16 Ajax - M.Y.V. 3-1. Bruins scoort. (Foto: R. v.d. Randen de toespraak van Nijmegen's burgervader, die een hartstoch telijk beroep deed op de aanwezige Amsterdamse voetballief hebbers, zijn zo zwaar geteisterde stad daadwerkelijk te steunen. Een schare lieftallige Nijmeegse meiskes, die met haar Eerste Burger waren meegekomen, zetten op zulk een charmante wijze des Burgemeester's woorden kracht bij, dat vrijwel niemand zonder een penningske te offeren de „collecte- sloffen" langs zich liet gaan. Goed zo, Amsterdammers en goed zo, Nijmeegse schonen! Op de tweede plaats misten de wegblijvers de toespraak van mevrouw Keizer. De dames van spelers, bestuur en commissie leden, hadden de kopjes bij elkaar gestoken en een prachtige kampioensvlag gekocht. Mevrouw Keizer stak een klinkende speech af, bracht daarin hulde aan onze spelers, Reynolds, bestuur en E.C. en hees onder daverende toejuichingen de vlag in top. Vervolgens nam N.E.C.'s voorzitter het woord, roemde het spel van ons team, hoopte het volgend jaar terug te komen en dat dan zijn elftal zou demonstreren, iets in deze kampioenscompetitie te hebben geleerd. Een prachtige bloe menmand mocht captain Keizer aan het einde van de sym pathieke redevoering van N.E.C.'s voorzitter in ontvangst nemen, waarna Gerrit het woord nam en namens zijn team genoten dank bracht voor de hartelijke woorden en vriendelijke attenties. Toen gaf de heer Nijs het fluitsignaal en gingen wij voetballen. Het eerste kwartier stond in het teken van show voetbal, doch niet zo brillant uitgevoerd als in Nijmegen. Wel ging het weer gesmeerd, maar men wilde het té mooi doen, waardoor de samengedrongen N.E.C.-verdediging steeds kon ingrijpen. En dat deden Nachtegaal c.s. afdoende, waarbij opviel, dat de N.E.C.-ers nu met veel meer overleg tq werk gingen, dan enige dagen te voren. Het „enorme-harde-trappen- spel" bleef achterwege en met korte passes, waarbij de bal zoveel mogelijk langs de grond werd gespeeld, probeerden de N.E.C.-ers succes te bereiken. En inderdaad behaalden de Nijmegenaren succes. Nadat Bruins een door Nachtegaal slecht gestopte bal in het net had gelopen en ons team èn door goed partij geven van N.E.C., èn door „we-geloven-het- wel-voetbal" uit zijn doen geraakte, werd de stand gelijk. Een best doelpunt, dat door sportief Amsterdam met luid gejuich werd begroet. Het scheelde een biter beetje, of N.E.C. had een tweede doelpunt achter haar naam op het scoringbord ge kregen. Een allerzonderlingst terugspelen op doelman Keizer, deed de bal ver buiten Gerrit's bereik tegen de paal ketsen, doch tot zijn genoegen vloog het bruine geval naast de goal en bleef de stand 11. Met ongewijzigde score werd de eerste helft afgesloten, een eerste helft, die ons behoorlijk voetbal had gebracht en ons tevens het belachelijke van „opdracht"- voetbal demonstreerde. Wat was n.l. het geval; de linkshalf van N.E.C. had kennelijk de opdracht, Fischer te schaduwen. Hij deed het nauwgezet. Waar Fischer ging, ging hij; zonder bal dan altijd. Kreeg Gerrit de bal toegespeeld, dan liep hij zijn tegenstander voorbij, alsof die er niet stond, wandelde naar het doel en zette rustig voor. Als Cor v. d. Hart een bal had vrijgemaakt, Fischer met zijn schaduw langs de lijn zag paraderen, profiteerde Cor van een vrij veld, dribbelde op zijn gemak naar de goal en loste dan een hard schot, waarmede doelman Nachtegaal de grootste moeite had. Voetbal is een heel, heel moeilijk, spel en, laten wij het maar ronduit erken nen, veel kennen wij er niet van, maar als wij blijven doorgaan met het propageren van systeem zus en opdracht zo, geraken wij nooit uit de impasse. Voetbal is een spel van persoonlijk initiatief, aanvoelen van hetgeen gebeuren gaat, zich aanpas sen bij het spel van teamgenoten en tegenpartij en een heel grote dosis technische vaardigheid. De rest is humbug. Het deed ons dan ook een groot genoegen, in het Be-Quick Orgaan (Gr.) te lezen, hoe de heer E. v. Linge, de bekende spil uit Be Quick's glorie-jaren, over het zoals hij telkens ongewild schreef ,,spotter"-spilsysteem denkt. Hij schrijft o.m. het 'volgende: „Nu was het interessant (en voor mij verblijdend) om te zien, dat, zodra deze elftallen in de misère kwamen en één of meer goals achter kwamen te staan, ze het hele stop- persilsysteem over boord gooiden en met de spil voorop tot de aanval over gingen." Misschien werken deze woorden op de lachlust, maar dat hindert niet, heer v. Linge, ga zo door en help mede aan de opbouw van Nederlands voetbal. De tweede helft van de match is rap verteld. N.E.C. kreeg direct een prachtkans om een voorsprong te nemen, doch de linksbinnen deed zo onbeheerst, dat Keizer tot zijn verbazing en opluchting niet werd gepasseerd. Rinus Michels deed het even later beter en met een magnifieke kopbal was het 21. Guus Drager maakte er na een vlotte combinatie met v. Dijk 31 van en was de zaak bekeken. Door doelpunten van Guus en Bruins werd het 51, waarmede het einde kwam van deze in de beste verstandhouding gespeelde wedstrijd. Aan de Nij-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 16