6
Zondag 20 April van de competitieleider vrijaf gekregen en
van de gelegenheid gebruik gemaakt om met het Utrechtse
D.O.S. een partijtje te oefenen. De kanaries waren schijn
baar met overwinnings-voornemens naar Amsterdam ge
komen en staken een voetbalvuurwerk af, dat onze elf lang
niet lekker lag. De eerste attack der Utrechtenaren was al
raak. Een flitsende doorstoot en Gerrit werd van dichtbij
gepasseerd. Meerdere razende aanvallen volgden en het begon
er gek uit te zien, daar de D.O.S.-ers een zeer behoorlijk
spelletje vertoonden en lustig doorgingen ons doel als schiet
schijf te gebruiken. Na een kwartier vond ons team dit par
tijtje toch wel wat al te gortig en werd er letterlijk en
figuurlijk een tikkeltje steviger aangepakt, met gevolg: de
stand spoedig 11. Zo draaiden we op dezelfde golflengte
door tot halftime, doch doelpunten waren er niet meer bij.
Na de rust van dezelfde wol een voetbalshirt. D.O.S. vol
strijdlust en Ajax in een voetbalstemming van: „liever niet,
maar als het moet, vooruit dan maar". Twee lange trappen
ergens uit het middenveld, een toestormende D.O.S.-voor
hoede en Ajax' nederlaag leek een voldongen feit. Met 13
achter en een tegenpartij, die niet van plan was de voor
sprong prijs te geven. Echter, met al hun enthousiasme en
goede voetbaleigenschappen op één belangrijke factor bij
het voetbalspel waren de D.O.S.-ers niet afgestemd, n.l. uit
houdingsvermogen en dat redde ons van de nederlaag. Het
laatste kwartier was voor Ajax en leverde twee doelpunten
op, waardoor de aanhangers van het stopperspilgeval zich
niet op de borst konden slaan. Men weet het, wij houden
niet van dat „gesysteem", schenken er geen aandacht aan en
zullen ons eigen, succesvolle spel blijven spelen, alle geschrijf
en gezanik ten spijt. Wij weten het, door diverse oorzaken is
ons spel niet meer zo fijn afgestemd, doch ook dat komt voor
elkander; de Ajax-jeugd staat ons daar borg voor en is dit
dus alleen een kwestie van tijd.
Eén ding is ons met deze oefenwedstrijd nog eens extra-
duidelijk geworden wij schreven het reeds eerder dat
„systeemspel" voor licht ontplofbare figuren een spoedig
einde van hun voetballoopbaan kan betekenen.
„Vlokkie" heeft over Zuidamerikaans voetbal geschreven.
Onze clubgenoot is een bereisd man, bezocht vrijwel alle
landen, die op de aardknikker staan afgedrukt. Zag overal ter
wereld kerels achter een bal hollen en genoot het meest in
Zuid Amerika. Genoot in Argentinië, Uraguay en Chili van
„old nice football", zoals hij het uitdrukte. Wij staren ons
blind op „old England", op de Britse voetballers, maar....
zou Zuid Amerika misschien meer in de melk te brokkelen
hebben dan „stopperend" Engeland? Een dankbaar terrein
voor sportjournalisten van professie om dit geval eens te
onderzoeken en uit elkander te rafelen. Zolang wij, Ajax,
nog „old nice football" trachten te spelen, interesseert het
ons geen snars.
Ajax—D.W.S.
De derby tegen de Spaarndammerbuurt is weer achter de
rug en.zonder kleerscheuren! Niet mopperen, volk, want
een gelijk spel had ons ook dankbaar gestemd, 't Was vrijwel
een afgietsel van het eerste treffen in het begin van deze
competitie. Voor de rust waren wij in het Olympisch Stadion
overwegend sterker en na de doelwisseling nergens. In ons
stadion stonden voor halftime de Ajax-shares hoger genoteerd
dan de D.W.S.-aandelen, doch na de hete ranja was er dei
ning in de Blauw Zwart-hoek en lag Ajax flauw in de markt.
Wij dachten, dat de geschiedenis zich zou herhalen, maar
een ijskoude Keizer, een Potharst in topvorm (je oranje-shirt
is alweer bij de wasserij, Jan!) een Blom vliet, die van geen
wijken wist (Rots kan je nog overal met succes neerplakken)
en een zwoegende Veen, stonden een D.W.S.-succes in de
weg. Zo bleef het 10 voor Rood Wit en is de mogelijkheid
voor een nieuw kampioenschap niet uitgesloten.
Het was druk in ons stadion, of, zoals de Belskes dat zo
grappig zeggen „de bak was bomvol gelopen".
Volkers glunderde, want zo'n dikke twintigduizend toe
schouwers bij ons op visite vindt Wim hij is liefhebber
van vissen, dus grote getallen liggen hem altijd een impo
sant gezicht. Of hij daarmede de verkoop van plaatsbewijzen
of de aanblik bedoelt, zullen wij maar in het midden laten.
In ieder geval, er was veel volk, er was zon en een ge
zellige stemming.
Bovendien was er ver voor de aanvang het een en ander
te zien, daar de jeugdcommissie voor enige aardige voor
wedstrijden had gezorgd. Onze ongeslagen kampioensploeg.
adspiranten 1, toonde den volke haar kunnen en klopte Z.F.C.
met 70. Het publiek kreeg nu een klein voorproefje van
hetgeen onze club binnen afzienbare tijd weer hoopt te
brengen. Bravo, jongens, dat was een keurig spelletje!
Vervolgens gaven de A.F.C.- en de Ajax-welpen een demon
stratie: het applaus en de lachbuien waren niet van de lucht
en het zou ons niets verwonderen als er voortaan meer voet
balliefhebbers naar de jeugdwedstrijden trokken, want daar
ziet men voetbal in zijn zuiverste vorm.
Na dit plesante voetbalgedoe kwamen de „keien" in het
veld. D.W.S. in een nieuw, licht blauw-zwart tenue qn Ajax
in de fleurige ArsenaLshirts. Het stak goed bij elkander af,
dus centers naar een tegenstander waren bij voorbaat uitge
sloten, tenminste dat zou men zo denken. Van der Hoeven
een prima speler is die knaap dacht er schijnbaar net zo
over, doch gaf op een gegeven moment inplaats van een
center naar een clubgenoot, een voorzet naar Fischer, die
daardoor een schone kans kreeg om te scoren, doch er helaas
geen gebruik van maakte. Maar laten wij beginnen bij het
begin. Henk v. d, Linden was niet van de partij, lag ziek te
bed en dat betekende op papier een verzwakking voor onze
ploeg. Henk Blomvliet mocht zijn voornaam-genoot ver
vangen en zetter cursief zetten Henk heeft het prachtig
gedaan. Overal zat „Rots" tussen en eenmaal voorkwam hij
een zeker doelpunt. Bravo, Henk!
Theo Brokmann bezette weer de middenvoorplaats en deed
dat zeer behoorlijk. Theo had er echt zin in, verdeelde het
spel goed en het was jammer, dat hij na een botsing met de
potige Kil het veld moest verlaten. Een knots van een bloed
neus schakelde Theo uit en Bruins werd geroepen om even
een doelpunt te maken. Verder stond Stoffelen weer rechts
half en Ger Stroker opereerde links van Janie Veen. 't Was
direct te zien, dat het geen tam partijtje zou worden, daar
beide ploegen hard van stapel liepen. Jan van Stokken als
wij in het selectie-komiteit zaten, zouden wij die knaap nog
best in het Nationale team durven zetten trad op als diri
gent der D.W.S.-achterhoede en Jan Potharst was bij ons de
groote man. Door hun toedoen en de goede steun, die zij van
hun respectievelijke clubgenoten ontvingen, was de moge
lijkheid van een hoge score hij voorbaat uitgesloten. Fischer
kreeg vrijwel geen kans om langs van Stokken te komen en
ook Guus Drager had een tegenstander, die van geen wijken
wist. Ons binnentrio deed het niet gek, combineerde vooral
voor halftime soms aardig, maar bleek niet in staat de
stoere D.W.S.-defensie te overrompelen.
Theo deed zijn uiterste best, zat dan links- dan rechtsbin
nen, maar gelegenheid om een schot te lossen kreeg hij spo
radisch en wat er op doelman Klein werd afgevuurd, maakte
deze goede goalie op overtuigende wijze onschadelijk Een
hard schot van Gé van Dijk de combinaties tussen Gé en
Guus waren soms weer prima en een kopbal van Michels,
die in deze wedstrijd niet veel geluk had, stopte Klein prach
tig. Het enige doelpunt, gescoord door Bruins, wai voor hem
onhoudbaar.
De D.W.S.-voorhoede viel bar tegen. Wel werd er door deze
linie hard gewerkt en, vooral na de rust, zo nu en dan be
hoorlijk gecombineerd, maar productief zijn de D.W.S.-ers
niet. Gerrit Keizer had het dan ook niet moeilijk, alhoewel
onze captain genoeg te doen kreeg. Verre schoten verwerken
en hoge voorzetten onderscheppen was zo ongeveer zijn taak,
hetgeen Gerrit best is toevertrouwd en waarvoor hij feitelijk
zijn hand niet omdraait. Nu viel het voor de blauw-zwarten
niet mee, om langs onze defensie te komen, daar niet alleen
Jan en Henk een best nummer afstaken, doch ook Janie
Veen weer excelleerde. Janie Veen en het Nederlandse elftal;
best mogelijk, dat die combinatie niet tot Janie's vrome wen
sen blijft behoren. Ger Stroker blies weer een stevig deuntje
mee, maar toch is hij voor ons niet de Stroker van het begin