V.V.A. Adspiranten-tournooi. 10 de auto's en de mensen riepen ons luidkeels toe, maar ver staan konden wij ze niet. Daar begon onze omzwerving op zee dan, die 38 dagen zou duren. Wij kregen verscheidene zeezieken aan boord, doch ik had er geen last van. Alleen in de Golf van Biskaye heb ik het te pakken gehad en moest toen ook mijn tol (eten) aan de zee betalen. Na 5 dagen kwamen wij te Gibraltar aan, waar wij een der leden van de bemanning aan land brachten, die een spoed-operatie moest ondergaan. Al spoedig waren wij omringd door handelslui in roeibootjes maar veel bijzonders hadden zij niet te koop (zeker ook een gevolg van deviezen). Wij gingen dan ook weer spoedig op stap de Middellandse Zee op, waar wij onze Canadese uniformen voorgoed uittrokken cm plaats te maken voor het tropenpak. Wij hadden om de beurt corveediensten, zoals helpen in de eetsalon, het vormen van aardappelpitploegen en schoon maakploegen. Zat je nu niet in een van die diensten, dan had je de hele dag aan jezelf. Je lag wat te luieren in de zon, een boek te lezen of een brief te schrijven. Het was in de nacht van 26 op 27 October dat wij de verlichte stad Port- Said binnen voeren. Dat was een prachtig gezicht en het begin van het vreemde, het nieuwe, dat wij slechts van plaatjes kenden. De dag daarop kwamen de handelslui in hun bootjes opzetten. Bij tientallen en rad van tong als zij zijn verkochten zij allen wel wat. Ook waren er de tradi tionele muntenduikers en goochelaars, die ons aangenaam bezig hielden. Ook aten wij daar weer voor het eerst na de oorlog pinda's en sinaasappelen, maar al dit, moois en lekkers stond nog niet in de schaduw vande eerste post uit Holland. Wat dat een drukte gaf, kunt U zich wel indenken. Wij verslonden de brieven en vele hadden pret als een dronkenman bij zijn achtste borrel. Nu was het machtige Suez-kanaal aan de beurt om ver volgens de eindeloze Indische Oceaan op te stomen. Aan V.V.A.-tournooi. - Jan Looyen (captain Ajax-adsp.) heeft de beker in ontvangst genomen. boord kregen wij dagelijks een krantje, dat ons de nieuws berichten van het A.N.P. gaf. Op 4 November stonden er ook voetbaluitslagen in en Ajax zorgde er voor, dat ik mij niet behoefde te schamen (ik geloof, dat ik dat trouwens nooit voor Ajax gedaan heb). Ajax't Gooi 50, die zat. Op 13 October lagen wij voor de reede van Batavia, maar na een dag op instructies gewacht te hebben, gingen wij naar Maka&ar, waar het II R.I. van boord ging. Wij hebben daar drie dagen gelegen en die tijd hebben wij benut door het maken van schitterende uitstapjes naar de bergen. Daar zagen wij voor het eerst iets van de Insulinde. Het was daar in één woord schitterend en ik heb daar ook genoten voor tien. Het grote verschil'tussen Makassar en Sèmarang (waar ik dan uiteindelijk terecht gekomen ben) is, dat je hier geen 3 km. de stad uit kan, want daar zitten de Republikeinen al in hun stellingen. In den beginne stond je vreemd te kijken en menig keer stonden wij dan ook met het hoofd te schudden en te mom pelen: „Wat een land, wat een land." In de eerste plaats moesten wij wennen aan het klimaat, al blijft het toch een zwaar karwei om 4 uur patrouille te lopen onder de Koperen Ploert. Maar ja, er zijn zoveel dingen waar wij hier aan moeten-wennen, dat dit op den duur ook wel lukt. Wij doen hier ook wel aan sport en ook de voetbal rolt hier lustig (zonder een onderbreking door vorst!) De bataljons spelen in een competitie tegen elkaar en ook heb ik al enige wedstrijden tegen de Chinezen (burgers) er op zitten. Maar geef mij maar een partijtje in Holland, want het blijft toch een warm karwei. Ook doen wij hier veel aan tafeltennis, ook daar hebben wij een hele competitie van. De stad zelf is een dode stad momenteel, wat ook wel te begrijpen is, omdat zij aan alle kanten ingesloten is. Alles is peper duur en voor ons, soldaten, haast niet te betalen. Heb je eens trek in een fles limonade 1.25, een dun reepje 0.50, een pindablokje 0.50 en zo kan ik doorgaan. Wat dat betreft hebben wij het in S. niet erg getroffen. Maar ja, wij zijn met een vrolijk stel op de kamer en wij zullen er waarachtig wel komen. Wilt U aan alle Ajacieden mijn hartelijke groeten over brengen, en ik reken er op, dat Ajax dit jaar weer het hoogste zal bereiken. Nu, mijnheer De Bruyn, ik hoop dat U tevreden bent met mijn episteltje. De hartelijke groeten en een stevige poot van ANDRE BROKMANN. André, bedankt voor je brief en een spoedig weerziens in Holland. Houd je taai. (Red.). Ajax adspiranen 1 heeft kans gezien om voor de tweede, achtereenvolgende maal in het V.V.A.-tournooi de eerste prijs te behalen. We werden ingedeeld bij onze competitie-tegenstanders: A.F.C., D.W.S. en Blauw-Wit. Na eerst met resp. 10 en 50 van D.W.S. en A.F.C. te hebben gewonnen, kwam onze zwaarste wedstrijd van het tcurnooi tegen Blauw-Wit. Er stond die dag een sterke wind, zodat het al dan niet wirjnen van de toss een belangrijke factor vormde. Aanvoerder Looyen verloor de toss en de captain van de Zebra's verkoos pas in de tweede helft voor deel van de wind te trekken. Na diverse gemiste kansen aan beide zijden, kreeg Blauw- Wit de kans van de wedstrijd: Voor een door de doelman verlaten goal, schiet de rechtsbuiten in, doch één van zijn medespelers liep te vroeg in en de scheidsrechter annuleerde deze goal wegens buitenspel. Ruststand 00. Na de rust met wind tegen verzette onze achterhoede en halflinie bergen werk en de voorhoede trachtte haar doel te bereiken door verrassende uitvallen over de vleugels. Een maal staat midvoor Bartels alléén voor de doelman, doch deze redt schitterend. Zo eindigde deze wedstrijd in een puntloos gelijk spel. Gelukkig voor ons had Blauw-Wit tevoren reeds gelijk gespeeld 00) tegen D.W.S., zodat wij in de finale zaten. In de andere afdeling had V.U.C. (Den Haag) kans gezien al haar tegenstanders te kloppen, zodat wij de Hagenaars moesten bekampen. Deze laatste wedstrijd was lang niet zo aantrekkelijk als de wedstrijd tegen Blauw-Wit, aangezien V.U.C. veel zwak-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 10