Over pech gesproken Sparta-Ajax. Still going strong I Basketball. 15 Het had evengoed 21 voor Sparta kunnen zijn, werd mij verteld, toen het laatste fluitsignaal van den wedstrijd klonk. Daar kon ik het grif mee eens zijn, want dat is met de meeste wedstrijden, waarin beide partijen zoo aan elkaar gewaagd zijn het geval. Maar met den gemeenschappelijken klaagzang over pech, Waarmee de Sparta-aanhang de opgekropte spanning afblies, kan ik niet instemmen. Tenzij men het onvermogen om een veldmeerderheid in doelpunten om te zetten onder pech wil gaan boeken, maar dan heeft 95 procent van de Nederland- sche voorhoeden pech, week-in, week-uit! Zelfs de voorhoedes, die Ajax in de laatste 30 jaar in het veld heeft gebracht en dat waren niet de eerste de beste konden daar niet altijd in slagen. Redelijke scoringskansen benutten is een grootere kunst, dan de man langs de lijn zich kan voorstellen. En zelfs tot redelijk schieten brachten de Spartanen het bijna niet, en de acties van Keizer waren in hoofdzaak be perkt tot koelbloedig ingrijpen, zijn specialité de la maison. Wat dat betreft waren de problemen, die onze voorhoede den Sparta-doelman voorlegde, moeilijker en de formidabele dreun van Drager, die hij met een even fraaien zweefsprong over de lat tipte, bracht de handen van de supporters van beide zijden op elkaar. Neen, werkelijk benauwde momenten, met ballen tegen paal of lat, of net erover, met den keeper in geslagen positie, ze zijn er voor ons doel niet geweest. En of een in eigen doel geplaatste bal of de meters naast geschoten penalty, pech moeten genoemd worden of een andere benaming verdienen, deze vraag laat ik open. Nuchter zakelijk wil ik even vastleggen, dat de twee overige door ons gescoorde doelpunten volwaardig waren en het eerste zelfs een lust voor den voetbalkenner. De onvoldaanheid in eigen kring, na afloop, werd veroor zaakt door het bewustzijn, dat het door ons getoonde spel niet dat was, wat we onder „Ajax-spel" verstaan. Toch was er een periode, zoo ongeveer van 10 minuten na de hervatting tot een kwartier voor het einde, toen Sparta's tegenpunt kwam, dat er lang niet slecht bespeeld werd. En Veen heeft zelfs den geheelen wedstrijd door een prima en solied partijtje spil weggegeven en hij was niet eens het eenige lichtpunt in het Ajax-ensemble. En bovendien, waarom zouden we géén ver trouwen in Keizer en zijn mannen stellen. De capaciteiten waren er en zijn er nog. 6 punten voorsprong op No. 2 met nog 6 te spelen wedstrijden, waarvan 4 thuis en 2 uit: Dat onze tegenstanders het niet cadeau zullen geven, is bekend, maar onderschatting van eigen kracht is even over bodig als de illusie, dat we er al zijn. Tenslotte nog dit: Als de 2 punten, die wij Zondag j.l. in Spangen veroverden, Sparta op de laatste plaats zou doen eindigen, dan zouden we dat pech noemen en dan zouden we wellicht nog spijt van onze overwinning krijgen. Want clubs als Sparta zijn te dun gezaaid in onze eerste klasse dan dat we er één van zouden kunnen missen en zeker Sparta niet met haar prima en sportieve elftallen en prima orga nisatie. (Ongecorrigeerd.) ADé. RAPIDITAS 2—AJAX 4 4—0. In een door den heer Faber uitstekend geleiden wedstrijd moesten wij met een wederom verzwakt team het onderspit delven tegen een zeker niet sterk spelend Rapiditas. Ondanks de groote nederlaag hadden wij, bij een beter gebruik maken van de zich voordoende kansen, zeker een gelijk spel uit het vuur kunnen sleepen. Na de rust, welke inging met een 10 achterstand, kreeg Arie vrij kort achter elkaar drie mooie kansen, zonder dat het hem gelukte te scoren. Een verre trap van den niet zacht zinnig spelenden rechtsback der Weespenaren resulteerde in een doelpunt door het verkeerd beoordeelen van het effect door onzen keeper, waardoor wij meer op den aanval moesten spelen met als gevolg een nog grootere nederlaag. De mooie kampioenskansen zijn thans definitief in rook vervlogen en after all mogen wij van geluk spreken, dat wij reeds 16 punten hebben vergaard, want het ziet er naar uit, Onze praeses zestig ja ar, Da's niet zulk een wonder. Zooiets komt wel meer voor, maar Hier is 't wél bijzonder. Denk aan z'n vitaliteit, Die ons zooveel bracht. Zijn ong'evenaard beleid Gaf Ajax zoo'n kracht! Denk eens aan z'n reed'naarskunst. Vlot zijn Koolhaas' woorden. Hij's aan Ajax vastgesnoerd Met veel gouden koorden! Dertig jaren is hij reeds Ajax aan 't besturen! Naar onz' meening mag dat heusch Nogmaals zoolang duren! Praeses, blijf nog menig jaar Ajax zóó beheeren Rood-Wit blijft dan zeker lang Nog „in hooger sferen". W. H. DRONKERS. dat de resteerende wedstrijden niet veel succes meer zullen opleveren. Het noodgedwongen spelen met een gewijzigd team, alleen v. Heusden, Timp, Estie en Schubert waren regel matig van de partij, moest hiertoe leiden. St. „Ajax" 1 kampioen afd. III. 10 Maart 1947. Alhoewel Koning Winter onze voetbalsport op dezen datum reeds vele weken had opgehouden, heeft hij toch niet kunnen verhinderen, dat de jongste loot van onze „Ajax-stam", n.l. de basketbal-afdeeling onder de beproefde leiding van den heer J. G. A. Losekoot, nieuwe lauweren aan ons Ajax- vaandel toevoegde. Bijgewoond door een groot aantal suppor ters, werd door onze jongens het zoo vurig verlangde kam pioenschap der 3e klasse behaald. Een kampioenschap, dat er wezen mag, daar met nog slechts één wedstrijd op 24 Maart te spelen, op een ongeslagen record kan worden teruggezien. Het le team behaalde deze overwinning en daarmede het kampioenschap op no. 2 der ranglijst, Famos 1, met de ecla tante cijfers 4519. Dat dit succes kon worden bereikt in het eerste jaar, dat deze sport in onze vereeniging beoefend werd, is, naast den ijver en leiding van Pa Loos, te danken aan de volgende spelers van ons eerste team, n.l.: Rinus Michels, Kees v. d. Schuyt, Tom Losekoot, Dick de Sterke, Freek Schoordijk, Dick Schouten, Fred Geudeker en Hans van Driel. Vanaf deze plaats nogmaals proficiat, boys. Jullie hebt onze.verwachtingen niet beschaamd. Ga zoo door en bezorg ons Ajax zoo mogelijk in de eerste klasse eveneens dezen titel. Met angst en vrees, doch tevens hoop in onze harten, bon, den onze spelers op Maandag 10 Maart den strijd aan met onze geduchte tegenstanders, waarop een week tevoren in het A.M.V.J.-gebouw slechts een gelijk spel 3030 'kon worden behaald. De angst en vrees was eenigszins gerechtvaardigd, gezien op Zaterdag en Zondag d.a.v. de geheele Basketball-afdeeling, dank zij de op hoogen prijs gestelde medewerking van ons Ajax-bestuur, te Winterswijk de gasten waren geweest der U.L.O.-Club, waar Zaterdagavond en Zondagmiddag met suc ces vriendschappelijke demonstratie-wedstrijden werden ge speeld. Pa Loos liep voor den wedstrijd rond met een gezicht als een oorwurm, de vrees en zenuwen lagen dik op zijn ver-

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 14