Basketball.
2
sporen van zijn grooten voorganger moge drukken, de Am-
sterdamsche sportwereld van dezen A.F.C.-er in hart en nie
ren veel plezier mag beleven en dat de prettige relaties, die
tusschen den heer Van den Berg en onze club bestonden, door
den nieuwen directeur gecontinueerd en verstevigd zullen
worden.
Heer Bessem, namens de rood-witte schare, veel succes!
Daar ons gebleken is, dat men ons verslag van den wedstrijd
R.F.C.Ajax te Rotterdam („Ajax-Nieuws" No. 10, October '46)
verkeerd heeft geïnterpreteerd, stellen wij er prijs op hier te
verklaren, dat de in dit report voorkomende opmerkingen in
algemeenen zin bedoeld waren en het niet in onze bedoeling
heeft gelegen den R.F.C.-ers onaangenaam te zijn.
Het wordt dit jaar weer een latertje met de voetballerij.
De maand Maart heeft reeds haar intrede gedaan en nog
negen competitiewedstrijden hebben wij voor den boeg. Daar
komen nog tusschendoor de noodige Interland-, proef- en
extra-wedstrijden, zoodat het voor de kampioenen wel weer
Juli wordt, eer de ballen in het vet gaan. Een prettig voor
uitzicht!
De eenige wedstrijd, dien wij dit jaar speelden, leverde
ons twee punten op. R.F.C. kon het in ons stadion niet bol
werken en verloor met 53.
Nadat de Rotterdammers de leiding hadden genomen, zorg
de Bruins voor den gelijkmaker. Na de rust scoorde R.F.C.
het eerst, doch Fischer en Bruins (3 maal) gaven ons een
52 voorsprong, die tegen het einde van den strijd tot 53
werd gereduceerd. Bruins was met vier doelpunten de held
van den dag en daar hij het veld in zijn nadeel vond, schijnt
hij nog het een en ander van plan te zijn. Wij zullen maar
rustig afwachten, doch dat Gerrit nog van zich zal doen
spreken, lijkt ons niet uitgesloten.
De overschrijfwoede schijnt ook in onze gelederen gevaren.
Dat is natuurlijk niet prettig, maar, dit op den voorgrond.
wij zullen er geen bal minder of beroerder om trappen. Wij
zagen wel meer spelers vertrekken, die dachten in een an
dere club gouden appels te vinden, doch bij het scheiden van
de markt tot de ontdekking kwamen, dat zij met een bak
roestige spijkers zaten en toen spijt kregen, dat zij het Ajax-
shirt voor een andere trui verwisselden.
't Is waar, wij geven niets dan alleen goede training, bas
ketball, zomersporten en op zijn' tijd een pretje, that's all,
doch wij vragen veel, zelfs heel veel, n.l. clubliefde. En club
liefde is, vooral in dezen tijd van decadentie, een duur, zeer
duur artikel, dat noch voor geld, noch voor goede woorden
te koop is. Wij huldigen den gulden stelregel, dat men zich
heeft neer te leggen bij de regelen van het huis en voor een
Ajacied met clubliefde is dat de gewoonste zaak ter wereld.
Door en met Ajacieden van deze kwaliteit is onze club enorm
groot geworden en.... zullen wij groot blijven. Hij, die dit
niet begrijpt, die het devies „één voor allen, allen voor één"
niet verstaat, niet in het rood-witte gareel wil loopen, moet
bij ons niet zijn of blijven en zien wij, zonder een traan te
laten, gaarne vertrekken. Hoe eerder, hoe liever!
Honderd twintig Ajacieden zijn minstens 25 jaar lid, er
zijn erbij, die zich kunnen beroemen op een lidmaatschap van
30, 40 en meer jaren en de Ajacieden, die om en nabij de 20
liggen zijn zoo één, twee, drie niet te tellen. Misschien zeggen
deze feiten niet veel, maar o.i. zegt het toch wel zooveel, dat
het lidmaatschap van onze club, voor den real-Ajacied zijn
bijzondere bekoring heeft, hem een voldoening en vreugde
schenkt, die hij on andere terrein niet zal vinden. En denkt
men dat wel te vinden, soit, laat ons dan scheiden als goede
vrienden en, om het met een „overschrijveling" te zeggen
,,sans rancune"!
De honger naar den bal werd ook onzen leden te machtig
en dies nam de T.C. het besluit om het eerste- en tweede
elftal in de sneeuw te laten dartelen. Op den laatsten Zon
dag in Februari werden de spelers bij elkander getrommeld
en onder leiding van Jack een partijtje gespeeld. Er werd
kalm en met respect voor den tegenstander (en den harden
grond) gespeeld, zoodat wij een prettig oefenpartijtje te aan
schouwen kregen Na afloop was de algemeene opinie, dat
het best ging, doch dat competitie-wedstrijden op dergelijke
velden uitgesloten zijn, daar ongelukken dan niet uit kunnen
blijven.
De bovenzaal in ons stadion is geheel opgeknapt en een
stuk gezelliger geworden. Ook de directie van de V.A.M.I.
heeft de zaak anders aangepakt en Zondag was er heete snert
met worst en koffie met stoffeering verkrijgbaar. De heeren
Quint en Loosekoot gaan zorgen voor eèn prima verwarming
en is dat voor elkaar, dan staat niets meer een gezellig club
leven, in eigen home, in den weg. Het moet zoo worden, dat
des Zaterdagsmiddags de zaal te klein is om alle Ajacieden
te bergen. Jaren geleden waren vele Ajacieden iederen Zater
dagmiddag te vinden in de Beursbengel, Middenweg (wij
spraken altijd van de Weduwe) en het was daar gezellig. Dat
kwam den clubgeest ten goede en het zal zaak zijn het die
richting weer op te sturen. Wij weten heel zeker, dat vele
oud-gedienden niets liever willen en met een beetje goeden
wil en een paar handige knapen aan de leiding, wordt ons
stadion het trefpunt der Ajacieden. Wat bij andere clubs kan,
kan bij ons zeer zeker en daarom gaan wij het probeeren.
Van voetballen hebben onze leden kaas gegeten, dat staat
vast, maar snelle schaatsenrijders zijn bij ons niet dik ge
zaaid. In een ijstreffen met A.F.C. en de Amsterdamsche
eerste-klassers kwamen wij op de vierde plaats en gleden de
Volewijckers het beste uit de bus. Ook in de schaatswed
strijden voor voetballers speelden wij geen eerste viool.
Tegen A.F.C. en de andere eerste-klassers wist alleen de
heer Ter Horst Sr. op een prijs beslag te leggen. Bravo, old
man, daar konden de jongeren nog iets van leeren! Jan
Zwaan hield onze kleuren hoog door bij den strijd der voet
ballers op den derden prijs beslag te leggen. Bravo. Jan!
Verder bonden eenige Ajacieden den strijd aan met de
Volewijckers en D.W.S. Deze keer echter niet op het groene
veld, doch geschaard om de kaarttafels met groote glazen
sterke limonade en dikke sigaren. Wie gewonnen heeft, is
ons nog niet bekend, maar daar zal C. E. de V. in het volgend
clubblad van vertellen. BROWN.
De competitie nadert zoo geleidelijk haar einde. Het le team
heeft nog drie, het 2e nog vier wedstrijden te spelen.
Het le staat nog steeds ongeslagen aan den kop (11 gesp.
11 gew.). Toevallig zijn de nog te spelen wedstrijden de
zwaarste van het programma, t.w. uit en thuis tegen Famos
(No. 2 van de ranglijst met slechts 1 punt achterstand) en
nog uit tegen D.Z.B. (No. 3 van de ranglijst).
Zooals U ziet, geen eenvoudige opgave, maar we zijn vol
goeden moed. Worden deze wedstrijden gewonnen, dan zijn
we er.
Het is een goed ding, dat onze jongens beseffen, dat ze hard
moeten werken om deze moeilijkheden te overwinnen.
De uitwedstrijd tegen Famos wordt gespeeld op Maandag
3 Maart, aanvang 8.30 uur, in de A.M.V.J.-zaal. De thuis
wedstrijd Maandag 10 Maart in onze benedenzaal. De wed
strijd tegen D.Z.B. is nog niet vastgesteld.
Wij rekenen er natuurlijk op, dat alle Ajacieden 10 Maart
aanwezig zijn om onze jongens aan te moedigen. Zorg, dat de
zaal te klein is.
Het 2e team staat ook aan den kop (12 gesp. 10 gew. 2 verl.)
Ze worden echter ernstig bedreigd door Blauw-Wit 1. De
kans op het kampioenschap is veel kleiner geworden door de
onverwachte nederlaag tegen Blauw-Wit.
Niet versagen, boys. Alles is nog mogelijk, en gezien de
laatste wedstrijden zijn jullie stukken vooruit gegaan.
Wanneer deze wedstrijden achter den rug zijn, beginnen
we (ongeveer 1 April) vol goeden moed aan de training voor
het volgend seizoen.
Eventueele liefhebbers voor onze mooie sport zijn dan van