4 IS GOEDE RAAD DUUR? In ons vorig nieuws heb ik dingen gelezen, Die in onze club niet gehoord mogen wezen Dat door onze jeugd blijkbaar niet wordt gevoeld, Wat er met clubliefde en -geest wordt bedoeld. Ik weet wel, het gaat niet altijd naar den zin, Maar, jongen, je staat pas aan 't levensbegin! Want ben je wat ouder, dan zul je wel leeren, Dat men niet het laatst' uit de kan mag begeer en. Er blijft in het leven zoo veel steeds te wenschen Wat er wordt gedaan is het werk slechts van menschen Met feilen en fouten, heel veel in getal. En waar blijft degeen, die het beteren zal? Aanvaard daarom van mij toch deez' goeden raad: Doe altijd je best, óók.als 't minder goed gaat. Je bent lid van AJAX, dat zij je een eer! Hoe ouder je wordt, steeds besef je dat méér! Maar. mag ik dan óók aan de OUDEREN vragen Zich als Ajacieden van eer te gedragen? Bestrooi toch niet steeds alle slakken met zout. Wees onz' jeugd tot voorbeeld, dat wordt nooit berouwd! Een goed Ajaxied, néén, die pleegt geen verraad, Oók niet, als 't naar zijn verlangen niet gaat. Hij zal zien te vinden, waar 't euvel in zit, Maar. HIJ BLIJFT GETROUW AAN ZIJN ROOD EN ZIJN WIT. W. H. DRONKERS. KIEN A VOND 1946. De jaarlijksche kienavond is voor mij een bijzondere ge weest. Tegen de traditie in, heb ik dezen avond, wat een prijs betreft, er naast gezeten. Achteraf bekeken, was ik er toch wel blij mee. Dat zult U, lezers, wel gek vinden, maar ik niet; de reden zal ik U even vlug vertellen. De Clubavond-Commissie had een „baan" voor mij en wel, „aan het bord staan om de afgeroepen nummers op te han gen", doch heeren, ik hoop dat U hét volgend jaar voor mij iets anders te doen zult hebben, waar ik minder angst voor behoef te hebben. Nu heb ik op mijn beenen staan trillen van angst, voor U misschien leuk, voor mij echter minder aardig. Blijde gezichten van hen, wier nummers van hun kaarten werden afgeroepen, een goedkeurende beweging met hun hand en mij werd van alles beloofd. Maar de andere ge zichten, brrrrr, houd op, je zou gezegd hebben, het dondert in Keulen en dat kon niet, of het moet van het trappen met de voeten zijn geweest, vanwege de koude. Er waren Juniores, met verwijtende blikken aan mijn adres, omdat er geen nummer van hun kaart werd opgehangen, (of ik er wat aan kon doen). „Ben jij nou voor de jeugd, huichelaar"werd er geroepen. Dank U wel, „jonge heeren". Dan dat zure gezicht van C. de Vlieger, jasses, wat werd ik daar bang voor en hij beloofde mij notabene nog een pak slaag ook. Wat een baan, neen hoor, ik pas den volgenden keer. Trouwens ik kon toch niet bij de bovenste nummers komen en moest daar voor op een stoel gaan staan, tot groot vermaak van de jongens natuurlijk. Zelf had ik nog één nummer noodig en dat kwam gelukkig niet, want ik was dan vast, als Kerstverrassing, met een paar goed verzegelde oogen thuis gekomen. Toch heb ik mij den volgenden dag een rotje gelachen. Op den kienavond stond er mij iemand te treiteren en beweerde, dat mijn laatste nummer niet, en dat van hem wel afgeroepen zou worden en waarachtig hij kreeg gelijk ook. Daags daarna, kom ik hem tegen en vraag, wat voor prijs hij had gekregen. Geen ant woord. Doe niet zoo mal, vertel het nou zeg ik hem en ja hoor daar komt hij uit den hoek. Ik had een pakje beenbruin en daar kwam ik om 1 uur 's nachts voor thuis. Nou ik lachte mij buikpijn en te weten dat hij nog geen „sweetheart" heeft. Ik gunde hem dien prijs eerlijk (geen leedvermaak hoor). Met dat al was het weer een fijne avond, maar ik zou den Commissie-leden willen verzoeken, kienavond 1947 Cor de Vlieger aan 't bord te zetten en ik maar lachen, want hij kan er ook niet bij. Doch voor het afroepen van de nummers weet ik een nieuwen candidaat, n.l. den heer Wessels, dien vond ik éénig in dat beroep, alleen riep hij steeds verkeerde num mers af, maar dat mocht hem niet hinderen. Mijn bord was gelijk de beursberichten, PRIJSHOUDEND en dat was voor mij de hoofdzaak. Tot den volgenden keer. H. S. DE OFFICIEELE FOOTBALL ASSOCIATION TRAININGSFILM. Toen ons bestuur, op uitnoodiging van de Ned. Sp.pers, de vertooning van bovengenoemde film had bijgewoond, besloten onze vroede vaderen, actief als altijd, direct, te trachten deze leerzame-, aanschouwelijke voetballessen ook onzen leden deelachtig te doen worden. Het gelukte onzen leading- men, de heer M. Groenteman bereid te vinden onze club de primeur van deze film te schenken en zoo vond op Zaterdag 28 December 1.1., in de tot bioscoop omgetooverde beneden zaal van ons stadion, vóór en na de lezing van den heer Knegt, de vertooning plaats. De film is interessant enuitermate leerzaam. Promi nente Engelsche profs laten zien, hoe voetbal nu werkelijk moet worden gespeeld. Hoe men een bal moet stoppen, kop pen, trappen, hoe men moet dribbelen, positie kiezen, spelen als men niet in het bezit van den bal is, kortom al de knepen van het vak, die Ajacieden, door de training van Jack Rey nolds, niet onbekend zijn, of niet onbekend kunnen zijn. Wij kunnen deze film alle vereenigingen warm aanbevelen, daar zij veel kan bijdragen tot verbetering van het Holland- sche spelpeil. Wij hopen, dat de heer Groenteman, die zich ontpopte als een goed spreker en op duidelijke- en aange name wijze expliceert, nog vele voetballers, met dit voetbal document zal in- en voorlichten. De heer Koolhaas sprak een woord ter inleiding en bedankte aan het slot van de voor stelling den heer Groenteman voor het gebodene. BROWN. OP DE TRIBUNE. Potverdrie, daar had ik bijna vergeten m'n maandelijks episteltje naar ons aller, zoo zeer gewaarde clubredacteur te zenden. Dat zou toch jammer geweest zijn! Wanneer men eenmaal 'n vaste rubriek gecrëeerd heeft, al is ie dan ook wat taai en vervelend, dan moet men volhouden! Ook 'n drooge, doch vaste medewerker, ziet men noode uit zijn prettig en goed verzorgd clubblad verdwijnen! Hij is daar zoo echt op z'n plaats! Wanneer alles rozegeur en maneschijn is, dan heeft men niets om te kankeren. En dat is juist zoo'n echt gezellige Hollandsche eigenschap! Dus, mijnheer de redacteur, heb medelijden met de lezerschare en plaats mijn opmon terend proza alsnog in ons lijf orgaan. Overgaande naar de orde van mijn rubriek, bestijg ik nu de tribune en volg den wedstrijd AjaxV.S.V. Het is wel 'n eeuwigheid geleden, dat dit modderballet plaats vond en je zou haast vergeten na al de misère van kou en van anthracietlooze kachels, van stakingen hier en van stakingen daar, van het ontsnappen van ettelijke S.S.-ers en meer van dat fraais, maar gespeeld is ie toch en naar ik meen, ge wonnen ook! Ja, natuurlijk hebben we gewonnen, thuis ver liezen we toch niet! En nu herinner ik mij ook, dat we nog 'n heele stapel thuiswedstrijden voor den boeg hebben. Laat ie even fijn zijn! Als het nu maar niet gaat vriezen.Maar misschien is de directeur van de Bildt wel om te koopen met 'n pakje „Lucky Strike"! 't Is te probeeren. 'n Spannende wedstrijd was het. En 't was precies, zooals ik ergens las, Ajax heeft tweemaal moeten winnen om de puntjes binnen te krijgen. Maar.waar komt de zeep van daan om de strijdkleedij van onze spelers weer brandschoon te maken! Clublievende vrienden, bewaart wat zeep! Op 'n helder gekleed elftal binnen de krijtlijnen zijn we gesteld! Het harmonieert zoo met de sportiviteit van ons eerste elftal! Van sportiviteit gesproken, vindt U dat nu sportief, zooals 'n heer van middelbaren leeftijd te keer ging tegen 'n jonge man van 'n jaar of twintig, nog wel vergezeld van 'n leuk „Grietje" van 1000 weken, toen hij, na 'n kort meenings- verschil met zijn jeugdigen opponent over het spel van Ajax, zei: „Nou jongeman, ik ging al naar Ajax kijken, toen jij nog in de luiers lag!" Ik vond het wel wat cru! Maar aardig was het blozende Grietje. J. THIRY. Copy voor het volgende „Ajax-Nieuws" uiterlijk 15 Februari aanstaande in ons bezit, s.v.p. (Red.).

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1947 | | pagina 4