JÉ%/\REriD1 E
10
IN HOLLAND STAAT EEN HUIS
Rare toestanden heb je toch in de wereld. Daar is nou dat
geval met dien Engelschen marine-officier, instructeur-luite
nant Churchill heet-ie. Een stevige jongeman, want volgens
de Engelsche bladen is hij ruim zes voet lang en die Engel
schen hebben groote voeten: zooiets van een goeie dertig cen
timeter of daaromtrent! Als jongeman had-ie er blijkbaar al
een hekel aan om zich moe te maken, want toen hij zich op
het voetbalpad begaf, vertikte hij het om wat anders te doen
dan keepen, maar daar had die Churchill dan ook een be
hoorlijke feeling voor. Vóórdat hij bij de Royal Navy z'n
leven ging wagen, gaf hij een aardig partijtje weg bij de
Yorkshire Amateurs en later bij de Casual Corinthians, maar
eenmaal bij de marine, was de voetbal-lol er natuurlijk gauw
af. Dan heb je wel andere dingen aan je hoofd.
Enfin, om kort te gaan, na de oorlog liep-ie zoo'n beetje in
z'n mooie pakkie rond te loopen, terwijl zijn vrouw zich d'r
beenen uit d'r. nou ja, d'r uiterste best deed, bedoel ik,
om een huis te krijgen, want dat is in het Engeland van
tegenwoordig geen sinecure. Toen schoot plotseling een helder
idee d'r hoofd in, of hoe je dat noemt, en bedacht ze, dat er
in haar land heel wat mannebroeders hun voetbalkunsten
voor grof geld verkoopen, terwijl ze bij hun entree in een
nieuwe club ook nog een premie of iets van dien aard bij
wijze van verrassing krijgen toebedeeld. En ja hoor, manlief
presenteerde zich bij de derde-divisie-club Reading, werd
gewogen en zwaar genoeg bevonden om het doel van het
eerste elftal te verdedigen. Prompt kwam de premie in den
vorm.het huis, dat mevrouw Churchill tevergeefs ge
tracht had te bemachtigen. Kwestie van relaties natuurlijk.
En behalve dat, kreeg onze luit ook nog een prettige bijver
dienste èn een salaris van 6.voor z'n drie partijtjes voet-
jebal per week.
Ik heb zoo'n vaag gevoel, dat er hier in 'Holland ook wel
wat jongelui bij elkaar zouden zijn te harken, die wat voor
zoo'n job zouden voelen. Ik hoop in ieder geval, dat Guus,
Henk, Jan en Joop maar niet cm een huis verlegen zitten,
want anders hebben we hard kans, dat ze in Engeland de
noodige relaties hebben aangeknoopt om a raison van een
huisje en zoo voor Arsenal uit te komen. En wij de gebakken
peren.
SPELMOMENTEN, DIE JE NOOIT VERGEET.
Aan mijn, door sommigen als min of meer ziekelijk gekwalificeerde
hobby, om alles wat in de pers over Ajax verschijnt en verscheen,
te bewaren is het misschien te danken, dat het volgend staaltje aan
de vergetelheid ontrukt wordt en een klein plaatsje krijgt in deze
rubriek.
Het gebeurde in den wedstrijd Frankrijk—Nederland, welke op
13 November 1921 te Parijs werd gespeeld.
De linkervleugel van ons nationale team gevormd door het Ajax-
duo Jan de Natris en Heintje Delsen.
Reeds in het begin van den wedstrijd kreeg Jan de Natris van
den rechtshalf van de Franschen een trap tegen z'n enkel. Dit
maakte hem met zijn „eenigszins licht ontvlambaar gemoed"
woedend. „Als die vent weer in mijn buurt komt, schop ik hem
het ziekenhuis in", brieste hij, vergezeld van de noodige „knopen"
en krachttermen tegen zijn partner. Heintje schrok, want hij kende
zijn vriend maar al te goed. Hij was in staat om zijn bedreiging tot
uitvoer te brengen ook. Met een bijzonder juist psychologisch inzicht
redde Delsen de situatie en den wedstrijd:
„Moet je niet doen, Jan", zei hij rustig, „ik weet iets veel ge-
meeners: we laten dien vent doodloopen!"
„Jaaaa, Hein!" juichte Jan, „dat doen we!"
Heintje gaf zijn passes zoo ongelooflijk scherp, dat Jan zich even
goed moest doodloopen, maar daar had hij geen erg in en het zou
hem ook niet hebben kunnen schelen, hij zou dien Franschman
wel krijgen.
Nederland won dien wedstrijd met 5—0; pers en publiek waren
opgetogen. Het was het beste, wat men ooit van den vleugel Delsen—
de Natris te zien had gekregen. Pas veel later hoorde men wat de
aanleiding tot dit phenomenal spel was geweest. De Fransche half
back, die totaal kapot was gespeeld, heeft het waarschijnlijk nooit
geweten.
N.B. Met alle respect voor de heeren Delsen en de Natris, maar
het gebruik van de resp. doopnamen geeft het geheel een zooveel
intiemer aanzicht.
M. BOONSTOPPEL.
AJAX JUN. 1— BLAUW-WIT JUN. 1 2—6.
(Nieuwe spelling).
Pluvius spaarde op deze Zondag ons kleine zeeprantsoen niet, want
met krachtige stralen werden de velden omgezet in een modderpoel,
die voor zwijnen en varkens een ongekende heerlijkheid moet heb
ben betekend. Zo werden ook onze velden op Voorland gecamou
fleerd met de bekende zwarte laag. Hierop bonden de juniores 1
van onze kant de strijd aan met de Blauw-Wit volgelingen.
Onze juniores waren zwaar gehandicapt door het ziek zijn van
drie voorhoedespelers. Blauw-Wit daarentegen kwam met een vol
ledige ploeg in het veld.
Veel is van deze glij-wedstrijd niet te vertellen.
Het was jammer, dat De Boer twee kostbare fouten maakte, die
voor een keeper meestal funeste gevolgen hebben.
Zo ook hier, want Blauw-Wit leidde binnen een kwartier met 20.
Langzaam werd de stand tot 40 opgevoerd, waarna de rust aanbrak.
Hierna doelpuntte Blauw-Wit nog 2 x en wij eveneens, wat echter
niet genoeg was om onze tegenstanders ook maar één moment het
vuur na aan de schenen te leggen.
Na een half uur onder de douche te hebben gestaan, konden wij
ons weer bleekgezichten noemen, waarna we samen naar het
Olympisch Stadion trokken om Ajax met 11 gelijk te zien spelen
en ons kletsnat te laten regenen. Of alles nog niet genoeg was ge
weest moesten we 's avonds op de Dam alle elf ook nog een half uur
tevergeefs wachten op bioscoopkaartjes. Doch de lang verwachte
persoon bleef uit. Schijnbaar last van de regen
R. L.
Z.S.G.O. JUN. 1—AJAX JUN. 1 2—2.
(Nieuwe spelling).
„Een wedstrijd om heel gauw te vergeten." Ziehier, een korte zin,
die U een beeld geeft van deze wedstrijd.
Een veld, dat meer een akker was. Een „kleedkamer", waar je
liever üit bleef. Een stemming, beneden vriespunt, ziehier drie fac
toren, die je kunt noemen als „tegenprestatie" voor de eerste zin.
Toen de scheidsrechter „beginnen" floot, begon er een heftig
Z.S.G.O.-offensief. Technisch waren we wel(ach, U kent dat zo
langzamerhand wel), maar 10 minuten na aanvang was het door een
schitterend doelpunt van hun middenvoor 10 voor onze gastheren.
Niet lang daarna 2—0. De opmerking van een der toeschouwers:
„Daar speelt zeker Ajax juniores 2", was gerechtvaardigd, doch
bracht tot de rust echter geen verandering in de stand.
Na de rust gezellig onder de blote hemel te hebben doorgebracht
(geval kleedkamer, zie begin) begonnen we een tweede helft, waarin
we tenminste een beetje toonden onder de vaardige handen van
Reynolds te worden opgeleid.
De voorhoede was gewijzigd en het vlotte nu wat beter.
Al gauw scoorden we het eerste doelpunt, doch de scheidsrechter
had free-kick" geconstateerd en wij waren één illusie minder rijk.
Hierdoor niet te zeer ontmoedigd scoorde Fransen met een tam
schot het eerste, geldige dan, tegenpunt (2—1). Een goede voorzet
werd door H. Graafland in een mooi doelpunt omgezet (22). On
danks verwoede pogingen van beide zijden, kwam er daarna geen
verandering meer in de stand.
R. L.
VAN HET SECRETARIAAT ELFTALLEN-COMMISSIE.
Uitslagen vanaf 19 October 1946.
Zaterdag 19 October 1946:
De Vole wijekers 7Ajax 6 23.
Zondag 20 October 1946:
D.W.V. 2—Ajax 2 0—5; R.C.H. 2—Ajax 3 5—4; Ajax 4—Rapiditas 2
2—0; Electra 2—Ajax 5 1—0; Ajax 6—S.L.T.O. 2 7—0; O.V.V.O. 4—
Ajax 8 2—3. Juniores: Z.S.G.O.—Ajax 1 2—2; Ajax 2—O.V.V.O. 3—2.
Adspiranten: De Volewijckers—Ajax 1 0—4; Ajax 2—D.W.S. 2 1—3;
T.O.G.Ajax 3 1—4; Ajax 4—Zeeburgia 3 5—0.
Zaterdag 26 October 1946:
A.F.C. 6—Ajax 5 2—7; Ajax 6—T.D.W. 3 15—0.
Zondag 27 October 1946:
D.W.S.—Ajax 1—1; Ajax 2—D.W.S. 2 2—4; K.F.C. 3—Ajax 4 2—4;
A.F.C. 5—Ajax 5 2—4; S.C.A. 2—Ajax 6 1—7; Ajax 8—H.E.D.W. 3 3—3.
Juniores: Ajax 1Blauw-Wit 1 1—5. Adspiranten: Blauw-Wit 1
Ajax 1 1—5; T.O.G.—Ajax 2 1—0; Ajax 3—O.D.I.V. 9—0.
Zaterdag 2 November 1946:
T.I.W. 2—Ajax 5 2—7; Ajax 6—S.D.Z. 5 18—0.
Zondag 3 November 1946:
Ajax—'t Gooi 5—0; H.V.C. 2—Ajax 2 3—3; Stormvogels 2—Ajax 3
2—1; O.V.V.O. 2—Ajax 4 3—6; Ajax 5—D.E.C. 3 14—1; Ajax 6—Rivalen 2
133. Juniores: D.W.S. 1Ajax 1 21; Ajax 2De Volewijckers 2
5—5. Adspiranten: Ajax 1—D.W.V. 1 3—0; Ajax 2—A.F.C. 2 8—2; Ajax 4
D.V.A.V. 3 4—0.
Zaterdag 9 November 1946:
Ajax 5—Lijnden 13—0; S.D.Z. 5—Ajax 6 0—13.
Zondag 10 November 1946:
Feijenoord—Ajax 5—3; Ajax 3—T.O.G. 2 3—5; Ajax 4—Helder 2 3—1;
Ajax 5—L.O.C. 2 2—3; Ajax 7—The Unity 2 3—6; D.W.S. 7—Ajax 8'
4—2. Juniores: Ajax 1—De Volewijckers 1 3—1; Blauw-Wit 2—Ajax 2
5—2. Adspiranten: D.W.S. 1—Ajax 1 0—5; Ajax 2—D.-W.V. 2 7—1;
D.E.C. 2Ajax 4 04.
Zaterdag 16 November 1946:
Lijnden—Ajax 5 1—11; T.D.W.—Ajax 6 1—3.
Zondag 17 November 1946:
K.F.C. 2Ajax 2 64; De Volewijckers 2—Ajax 3 2—2; Ajax 4
Blauw-Wit 4 06 Ajax 6Aalsmeer 3 7—2;. Lijnden 2Ajax 7 34;
Ajax 8O.V.V.O. 4 6—3. Juniores: Ajax 2—D.W.S. 2 2—2. Adspiranten:
Ajax 1—Blauw-Wit 1 1—1; Amstel—Ajax 2 02; D.E.C.—Ajax 3 3—1.