A J AX-HAARLEM Een vèrgeefsche sprong van den Haarlem-doelman. wers hun hart hebben kunnen ophalen. Van N.A.C.-zijde was het Kees Rijvers, zoo langzamerhand de favoriet van het Amsterdamsche publiek, die leven in de brouwerij bracht, waarbij zijn clubgenoot, Pierard, hem goed assisteerde. Bij ons was Gé van Dijk, naar onze meening, de beste man en kon Janie v. d. Veen, die weer van de partij was, zijn ouden vorm niet benaderen. Helaas liet zijn „voetbalknietje" niet toe, dat hij zich alweer volledig kon geven en zeer verstandig speelde Janie, de returnmatch in Breda, niet mee. „Haastige spoed", is nog steeds zelden goed", kerel en een paar extra weken rust kan nooit geen kwaad, bovendien staat het nieuwe seizoen voor de deur en dan is er weer volop gelegenheid, de betrouwbaarheid van je uit elkander gepeuterde knie te testen. Zooals gezegd, bracht Rijvers, door zijn spectaculair spel leven in de brouwerij, maar veel effect sorteerde zijn zwoegen niet en zal. ook nooit veel effect sorteeren. Wij hebben met vier erkende voetbalexperts den populairen N.A.C.-er onder de loupe genomen, hem de geheele match gevolgd en kwamen tot de volgende conclusie: prima balcontrole, geeft goede passes, heeft een stevigen trap en verder. punt. Een speler, die het heel ver zou kunnen brengen, als hij, een dartel veulen over het veld, speelt zich over den kop en is, zoo doorgaande over éenige jaren, misschien eerder, schoon uitgesproken. Een goede kanthalf heeft hem zoo door Joop Stoffelen had hem in zijn zak en in vergelijking met Abe Lenstra (als die koele knaap uit het Noorden er zin in heeft) is Kees nog maar een beginneling. Gebruikt de N.A.C.-er zijn „brains", wordt hij „link", staakt zijn zwerf tochten, beter zijn nuttelooze zwerftochten, over het veld, enfin, een goede trainer kan het hem wel vertellen dan kan èn N.A.C. èn het Nederlandsche voetbal nog veel plezier van hem beleven. Nu was Rijvers' optreden wel lollig om te zien, maar zijn daadwerkelijk succes heel, heel matig. In efficiency moest hij het beslist afleggen tegen Gé van Dijk, die, doordat hij zijn geblesseerde linkerbeen niet durfde ge bruiken, alle ballen naar Guus Drager speelde, waarmede onze linksbuiten natuurlijk wel raad wist. Ons aanvalsquintet speelde trouwens weer een goede partij en had er echt zin in. Ook de anderen lieten zich van hun beste zijde zien en daar onze vrienden uit Breda een frisch en vlot partijtje weggaven, was dit wel noodig ook. Weliswaar zouden de Haarlemmers dien avond misschien kampioen zijn, maar gedaehtig aan de koe en den haas werd er op volle winst gespeeld en dat is gelukt. Met 42 werd N.A.C. verslagen en o.i. kwam de overwinning bij de partij, die haar het meest verdiende. Fischer (2 x), Stroker en Stoffelen (met een prachtigen kopbal) scoorden voor ons, Pierard (een keihard schot') en naar wij meenen, Bouwmeester via Potharst voor N.A.C. Daar Haarlem, door Heerenveen te kloppen, dien avond kampioen was geworden, stond er voor ons niets meer op het spel en was dus de wedstrijd in Breda van geen belang meer. Na een slap partijtje, dat vlot begon, doch door spoedig uitvallen van Rijvers, als de beroemde Engelsche pudding in elkander plofte, won onze club dit sluitnummer met 31 en beëindig den wij deze kampioenscompetitie met 7 gewonnen- en drie verloren wedstrijden als nummer twee op de ranglijst. Rinus Michels onderstreepte nog even zijn schutterscapaciteiten door twee doelpuntefi te scoren en Van Dijk nam de resteerende goal voor zijn rekening. Hiermede is dan ook voor ons het voetbalseizoen afgeloopen en gaan wij kijken, hoe er in 't Gooi uitziet. Onder dankzegging voor de belangstelling. So long! Huizen, Oogstmaand '46. BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1946 | | pagina 5