Cricket. kunnen, de „Insulinde-Cup" nog niet eens gezien hebben, om dat wij hier vaak duizenden kilometers van elkander ver wijderd waren. Het lijkt ons minder aangenaam als wij straks weer in Holland (d.w.z. Amsterdam) komen, dat wij deze Cup ergens in Groningen, Maastricht, Breda of waar ook moeten gaan bekijken. Ajax-Juniores wij vertrouwen op jullie.... may. the best team winn!*) Met hartelijke sportgroeten aan de geheele Ajax-familie van JAN P. F. VAN DEN HEUVEL. P.S. Voor het geval er nog vroegere vrienden (vriendinnen had ik meen ik niet) naar mijn adres zoeken, dit luidt: p/a Bataviasche Verzekerings Unie Willemskade 23, Soerabaia. Is inmiddels gebeurd, Jan, en als je in Holland komt, zal je in ons stadion de Cup kunnen bewonderen. (Red.) No. 9. Ik vlieg naar Buenos Aires! En val met mijn neus. in de voetbal- boter!! Ergens boven de Sahara, op 3500 meter hoogte, op weg van Lissabon naar Dakar (Westkust Afrika), den tweeden dag van deze proefvlucht van de K.L.M. naar Zuid-Amerika, lees ik in het laatste Ajax-Clubblad, dat ik heb ontvangen. Het is van Juli 1946. Dat doet me gelijk herinneren aan mijn belofte aan onzen volijverigen redacteur, uit Zuid-Amerika iets van me te laten hooren. Doch dat ik zoo spoedig in staat zou zijn, uit Buenos Aires over voetbal te schrijven, wist ik toen nog niet. Vooraf een paar woorden over deze reis per Skymaster naar Buenos Aires. Het is een groote sensatie over de wereld te zweven, de Oceaan te overvliegen en binnen enkele dagen in het nieuwe werelddeel te landen, met een gevoel, alsof je even een reisje per Pullmann naar Parijs hebt gemaakt. Sprookjes achtig zijn de landingen in de groote steden, zooals Lissabon, Rio de Janeiro, Sao Paulo en Buenos Aires zelf. Het zou een clubblad vergen, de indrukken van deze onvergetelijke vlucht weer te geven. Des Dinsdagsmiddags vertrokken wij van Schiphol en des Zaterdagsmiddags arriveerden wij in Buenos Aires, met drie nachten rust daartusschen. Hulde aan de K.L.M.veel respect voor bemanning (met captain Frijns aan het hoofd) en dank voor de uitstekende verpleging aan boord. Des Zondagsmorgens na aankomst lazen we in een der dagbladen, dat de competitie van de le divisie juist op haar einde loopt en dat er dien dag (Zondag 11 Augustus 1946) enkele hoogst belangrijke matches op het programma stonden. Onze keus was gauw bepaald, want we kennen de clubs van vroeger. We gingen naar de match HuracanBoca Juniores, twee der leidende clubs. Boca staat tweede na River Plate, die als de kampioenen worden gedoodverfd. Er is practisch geen verschil in sterkte van de eerste vijf der zestien clubs, die de campeonato de primara division uitmaken; River Plate heeft 19 punten uit 13 gespeelde wed strijden, de andere vier leading teams hebben er 17 of 16. Goals zijn zeer kostbaar hier! Piver Plate doet het met 27 goals voor en 12 tegen in dertien wedstrijden en alle andere hebben er hoogstens een of twee meer!! Daarom is het een wonder, dat ik bij HurucanBoca Junio res er vijf zag maken. Een buitenkansje, want scoren betee- kent hier een uitbarsting van zulk een geweldige orkaan van geestdrift, dat niemand, die dit niet heeft meegemaakt, er notie van kan hebben. Overigens was de match sensationeel: Het keiharde spel aan beide kanten ontsierde den wedstrijd in hooge mate en als zoodanig kan ik niet verhelen, dat ik teleurgesteld ben. Eerst de tweede helft bracht hoog-weten- schappelijk voetbal, met Boca Juniores als het beste team, doch alles bijeen viel de vertooning tegen. Het spel stond in deze match volstrekt niet boven de spelqualiteit, die wij van onze beste eersteklassers verwachten, behoudens het tempo en de enorme geestdrift (te érg, helaas), die de Argentijnen in hun spel demonstreer en. Ik vrees, dat onze beste teams in no time overspeeld zouden zijn door deze geweldenaren. Doch sensatie was er genoeg. Huracan nam de leiding met een matig doelpunt, door Boca prompt beantwoord met een voltreffer op ca. dertig meter afstand. Een fameus schot, zelden vertoond. Toen Huracan opnieuw de leiding nam, werd het brand hout met het fatsoen. Huracan zelf was het eerste slachtoffer en oogstte een welverdiende penalty, allerslapst genomen, doch juist den gelijkmaker brengend. Toen kwam het hoogte punt en het dramatische moment van de match. Boca begon éindelijk voetbal van de bovenste plank te laten zien. Geen pass miste. Er kwam een diagonale aanval van het midden van het veld, in misschien zes of zeven passes op het Huracan- doel, beëindigd met een shot, in de stijl van onzen Guus Drager, scherp en hard en met 'n zoentje tegen de bovenlat. Enorm. De wereld zal vergaan, doch niet onder meer geloei en tumult als bij dit doelpunt. De aarde beefde. Ik was bang, dat de 70.000 toeschouwers elkaar gingen opeten van waanzin. Helaas werd het spel daarna weer zoo intens gemeen hard, dat ik toch betwijfel, of ik wel een afspraakje ga maken met een paar clubs voor een Ajax-tournee naar hier. Ik gaf een lief ding, als onze cracks dit spel eens konden proeven, doch de vraag blijft, hoeveel schenen en knieën het gijntje zou kosten? Toen een der heeren van het veld moest worden gezonden, hetgeen tien minuten vergde, met medewerking van de in honderdtallen aanwezige politiemannen, was de tent in dol heid geraakt. In zulke momenten ben je toch blij, dat het heele voetbalspul hier achter zwaar prikkeldraad wordt ge speelde Je kunt nooit weten! Voor mijn 12 pesos (f 8.zat ik veilig op de tribune van de „socios", de,leden. Het was duur, maar safety first. Met 32 voor Boca kwam het einde van de sensatie. Nog een uur heb ik het Argentijnsche voetbalpubliek gade geslagen. Mijn conclusie: geef mij maar mijn Mokummers! Buenos Aires, Zondag 11 Augustus 1946. VLOKKIE. Zondag, 14 Juli, cricketwedstrijd tegen E.C.C. op haar ter rein te Eindhoven, stond op mijn spelerskaart vermeld. En ergens heel klein, met keurig koordschrift was er bij ge schreven, om kwart voor zeven word je van huis gehaald met de touringcar. Ergo, stond ik 's morgens, zeer matineus, met vrouw en kinderen gereed, om in ons kleine, stille en keurige straatje, dat evenwel nog in diepe rust was, op het afgesproken tijdstip onze „bus" te bestijgen. Eindelijk, slechts een kwartier te laat, kwam achteruit rijdend een groot grijs geval, meer'gelijkende op een oorlogs invalide, ons kleine, stille, keurige straatje intuffen. Eenigszins geschokt, vroeg ik aan den chauffeur van dezen vies grijs gekleurden, afge dankte „Wehrmachts wagen" of hij bij mij moest zijn. Op zijn bevestigend antwoord, kroop ik met vrouw en teer beminde telgen in dit oorlogs cadeau. Gelukkig, van binnen was hij iets gezelliger en hij reed. Wat wil men nog meer? Na de familie PietersGraaf land opgehaald'met veel overleg en tact naar de ingewanden van dit prae-historische monster gelokt te hebben, ging het met flinken gang naar de Dam, waar we een totaal ont hutsten en verbouwereerden Theo Barendsen en vrouw op- vischten. Hierna, onder de deskundige aanwijzingen van de

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1946 | | pagina 2