spelers' zich zoo hebben kunnen vergeten is treurig, zeer bescha
mend en goede Ajacieden onwaardig. Door de jaren heen hebben
onze elftallen het altijd zwaarder gehad, dan de teams van andere
clubs. Moeilijke wedstrijden zijn er bij tientallen geweest, wedstrij
den, die veel en veel moeilijker waren dan LimburgiaAjax, doch
nooit en te nimmer hebben onze spelers door unfairness Ajax' naam
schade berokkend. Integendeel, onze vertegenwoordigers hebben zich
immer sportief gedragen en onze tegenstanders waren, soms eerlijk
en spontaan, soms met jaloezie, vol bewondering over ons spel. En
nu dit. Wij vragen ons af, waarom en waarvoor? Speelde Limburgia
dan zoo unfair? In het geheel niet, de Limburgers gedroegen zich in
alle opzichten correct. Weliswaar gaven zij een stevige partij voet
bal weg, doch dat ligt nu eenmaal aan het Zuidelijke temperament
en daar moet men rekening mee houden. De wedstrijden tegen clubs
uit het Zuiden waren altijd pootig, vraag het oud-Ajaxspelers,
doch men stelde zich daarop in en vrijwel nooit of te nimmer gaven
deze matches aanleiding tot narigheden. Menschen, nogmaals, het
is beschamend en Ajacieden onwaardig. Wil men echter eeij zaak
zuiver en objectief beoordeelen, dan moet men haar van twee kan
ten bekijken. Van één Ifant hebben wij de narigheid belicht, aan ons
de taak, ook de andere zijde onder de loupe te nemen. Het seizoen
is uitermate zwaar voor onze eerste elftalspelers geweest. Niet al
leen uitermate zwaar, maar ook veel en veel te lang. Vanaf Mei 1945
zijn onze menschen in touw geweest, hebben vrijwel de geheele
competitie onder hoogspanning gespeeld en tot slot een non-stop-
nationale-kampioens-geschiedenis afgedraaid, die het uiterste van
hun body en zenuwen vergde. Daarbij zijn er nog enkele spelers,
die voor proef-, bonds-, stads- of nationale elftaliën werden geko
zen en dus extra-belast waren. Vijf a zes Ajacieden verdwenen door
blessures tijdelijk of voorgoed van het podium, is het dan zoo ver
wonderlijk, dat bij een enkeling de geestelijke rem kapot springt en
het karretje derailleert? Is het dan niet verklaarbaar, dat een im
pulsieve figuur door een „foul" of arbitrale fout zich vergeet en uit
den band springt? Men versta ons goed, wij willen niets goed pra
ten, niets en niemand verdedigen, doch alleen de zaak zuiver stellen.
Wij kennen den hoofddader te goed om te weten, dat de oorzaak
ligt in het hierboven omschrevene. Wij weten ook, dat, hoewel in
mindere mate, orrze tegenstanders eveneens van het zware pro
gramma hebben te lijden, doch men vergete niet, dat Ajax door
hare reputatie altijd nog iets extra is belast. Nogmaals wij houden
geen pleidooi, doch willen slechts de affaire zuiver stellen en daar
aan toevoegen de heilige overtuiging te hebben, dat onze mede
leden niet in herhaling zullen vallen. Mochten wij ons echter en
dat zou zeer pijnlijk zijn vergissen, dan zijn wij ervan overtuigd,
dat Bestuur en Elftalcommissie verstrekkende en drastische maat
regelen zal nemen.
LimburgiaAjax is dus helaas in alle opzichten een debacle ge
worden. Het beroerde van het geval is, dat deze nederlaag met bit
teren nasmaak heelemaal niet noodig is geweest. Voor de rust wa
ren wij overtuigend sterker en een drie a vier nul voorsprong was
geheel normaal en volkomen verdiend geweest. Door falen van
Blomvliet en Ackerman bleef het bij één doelpunt, gescoord door
Chris, hetgeen al een heel poovere belooning was. Onze binnen-
spelers brachten een serie kansen om zeep, gewoonweg om van te
rillen en hadden zij dat nu maar niet gedaan, dan was er geen
vuiltje aan de lucht geweest. Nu maakte Limburgia nog voor half
time gelijk en begon Ajax' zon achter de Limburgsche heuvels te
verdwijnen. Wel bracht Fischer uit een goed door Michels Rinus
speelde een beste partij aangegeven bal ons weer aan de leiding,
doch toen de blauw-witten, door een vergissing van Stroker gelijk
wisten te maken, kookten de rapen over. Jan gevoelde zich geroe
pen, een tegenstander in strijd met het reglement tegen de wereld
te loopen en weg was onze kans op het kampioenschap. Het werd
vijf tegen twee, maar voor hetzelfde geld had het ook zeventwee
kunnen zijn en was de nederlaag nog beschamender geweest. Piet
Leemhuis kon met de rust niet verder en werd vervangen door Ko
Loois. Tegen A.D.O. mocht onze sympathieke linkshalf eigenlijk al
niet meer meedoen, maar Pieter wilde ,,a tout prix" het einde halen
en alhoewel hij vreeselijk last had van zijn blessures hield hij kop
pig vol, tot het niet verder ging. Jammer, Piet, en voor jou spijt
het ons dubbel, dat het met het kampioenschap zoo geloopen is. Ook
voor Stroker ons petje af. Luchtziek, een pijnlijke enkel en dan nog
zoo spelen, daar moet men respect voor hebben. Gerrit Keizer tot
aan het incident goed en Drager, alsmede Fischer kunnen op een
behoorlijken wedstrijd terug zien. Voor het eerst in onze geschie
denis ging het elftal, vergezeld van Bestuur, Elftal-commissie en
eenige nabobs in twee aeroplanes naar het terrein van den strijd.
De heenreis verliep uitgezonderd voor enkele in-het-zakje-kijkers
(nietwaar TricTrac) voorspoedig, doch retour ging het niet zoo
vlot, daar een der machines bij den start pech had.
Ajax—N.E.C. 4—1.
De wedstrijd tegen de kampioenen van het Oosten, bracht ons nu
niet bepaald voetbal van de bovenste plank. De Nijmegenaren
demonstreerden niets bijzonders en kunnen qua voetbalcapaciteiten
met de kampioensclubs uit de andere districten op een lijn worden
gesteld. Hard werken, hard trappen, stevig spel met zoo nu en dan
een staaltje behoorlijk Voetbal, een goede spil, een rechtsback, die
zijn mannetje staat, twee forwards, die er wezen mogen en bij de
overige spelers behoeven wij dan verder niet lang stil te staan.
Volledigheidshalve zullen wij er echter bij vermelden, dat vier inval
lers het Nijmegensche elftal moesten completeeren, zoodat de
N.E.C.-ers niet op volle oorlogssterkte in ons stadion aantraden.
Bij ons ontbrak voor de verandering Piet Leemhuis, Stond Stroker
links- en Ko Loois als rechtshalf opgesteld. Gé van Dijk, waagde een
gokje met zijn „voetbalknietje" en tot aller verrassing hield dat
geblesseerde gevalletje het negentig minuten uit. En hoe! Zonder
blikken of blozen gaf Gé met zijn lappenwinkel vlijmscherpe passes,
dribbelde, gelijk een Engelsche prof in trainingsuur om de oefen
paaltjes, en scoorde, als klap-op-het-hoofd-van-jut, een uitgekookt
doelpunt, waarmede onze zege onaantastbaar werd. Guus Drager
voelde zich, nu zijn oude partner 'om hem heen dartelde, weer in
zijn element en gaf een serie voetbalgrappen weg, die zelfs de
felste anti-Ajax-man uit de plooi haalden. Ook scoorde Guus nog,
weergaloos handig, een doelpunt, zoodat er weer een turf op zijn
toch al zoo lijvige scoringlijst bijkwam. Fischer beleefde het twijfel
achtige genoegen een linkshalf tegenover zich te vinden, die schijn
baar voor schaduw studeerde en daar bovendien Henk Blomvliet zijn
beau-jour niet had, speelde onze rechterwing in dit voetbalstuk geen
hoofdrol. Michels, deed het weer best, scoorde een juweel van een
doelpunt, ging voor niemand opzij, hetgeen hem op een fraai blauw
oog kwam te staan. In de halflinie, waar Ko Loois zeer behoorlijk
zij het dan als rechtshalf Piet Leemhuis verving, excelleerde
wederom Ger Stroker. Die knaap wordt elke match beter en de
keeren, dat hij voor een tegenstander moet buigen, zijn te tellen op
de vingers van één hand. Je bofte en hebt toch eigenlijk pech, Ger,
daar er enorm hoog bezoek was en Interland-matches voorloopig niet
aan de orde zijn. In ieder geval, wij gelooven wel, dat je Oranje
shirt in de maak is. We hebben juist een paar pakjes „Camel" uit
Amerika gekregen, dusje behoeft de redactie niets te sturen.
Joop Stoffelen vinden wij de laatste wedstrijden niet meer zoo op
den voorgrond treden, hetgeen van v. d. Linden ook gezegd kan
worden. Voetbal-moeheid zal daar wel niet vreemd aan zijn. Nog
een kort rukje, mannen en het is gebeurd. Jan Potharst was weer
best, speelde volkomen beheerscht, zoodat er geen enkele aan
merking op zijn spel te maken viel, hetgeen niet van alle N.E.C.-ers
gezegd kon worden. Gelukkig hield de heer v. d. Meer de match in
handen, waardoor onaangenaamheden niet in de krant vermeld
stonden. De manier waarop de N.E.C.-back, Cuyters, Gerrit Fischer
tusschen het publiek slingerde, was meer dan erg en had gerust
met acht-punts letters, of beter met vette letters, in de news-papers
mogen staan. Maar ja, je kunt niet alles in de krant zetten. Captain
Keizer, weer in prima vorm en het is opmerkelijk, dat good old
Gerrit in deze doelpunten rijke competitie slechts 12 goals tegen zich
kreeg, een aantal, dat door den N.A.C.-doelman wordt geëvenaard.
De wedstrijd in Brunssum heeft zijn gemiddelde een geduchte knauw
gegeven en had die match normaal verloopen, dan was Gerrit veruit
top-doelman geweest. Nu werd hij door de mijnwerkers vijfmaal ge
passeerd, mocht bovendien in deze competitie viermaal probeeren
er een penalty uit te houden,hetgeen hem eenmaal gelukte, zoodat
zijn average feitelijk een stuk lager had kunnen zijn. Hoe het ook
zij, Gerrit behoort nog tot de beste goalies van ons land en dat wij
nog een kans maken voor het nationale kampioenschap, komt zeer
zeker ook voor een gedeelte op zijn rekening.
Wat de match betreft, nog het volgende. Ons team nam direct het
heft in handen en met goed samenspel werd N.E.C. gedwongen, zich
hoofdzakelijk tot verdedigen te bepalen. Geholpen door middenlinie
en binnenspelers weerstonden de Nijmegenaren den druk en na een
kwartier, toen onze aanvallen eenigszins afflauwde, begon de N.E.C.-
voorhoede ook een duit in het zakje te doen. Met lange trappen werd
de Nijmeegsche stormlinie aan het werk gezet en daar de bal steeds
voor ons doel of tusschen Potharst en v. d. Linden terecht kwam,
school er in dat spelletje nog gevaar ook. Uiteindelijk had men er
zelfs nog succes mee, n.l. vlak yoor halftime en bracht zoo'n verre
bal inderdaad den gelijkmaker 'ter wereld. Daarvoor had Michels
ons echter de leiding bezorgd. Nadat Van Dijk eenige mooie kansen,
door overschieten, had gemist en ook de anderen een paar gelegen
heden om te scoren niet wisten te benutten, was het Rinus, die met
een prachtig schot den N.E.C.-doelman passeerde. Een buiten
gewoon fraai doelpunt. Verder wisten onze aanvallers het niet te
brengen en daar N.E.C., door o.i. niet moedwillig haken van Van
der Linden een penalty kreeg toegewezen, gingen we teaën met 1—1.
Lang bleef de vraag „wie gaat winnen?" niet onbeantwoord, daar
Blomvliet, met een goed geplaatsten bal, er spoedig 21 van maakte
en wij daarmee de match vrijwel in onze zak hadden. Wel bleven de
N.E.C.-ers fel en agressief, doch veel kans kregen zij niet meer en
onze zege stond vast, na het daverende doelpunt van Guus. Tegen
het einde liep Van Dijk, tusschen de op off-side spelende backs door
en gaf den N.E.C.-doelman voor de vierde maal het nakijken. Wat
doen we, mannen, gaan we Zondag in Nijmegen de eerste uit-
overwinning vieren?
N.E.C.—Ajax 1—6.
Ook in Nijmegen heeft N.E.C. het tegen ons team niet kunnen
redden en met 6—1 moesten de kampioenen uit het Oosten onze
meerderheid erkennen. Bleek in Amsterdam al, dat de Nijmegenaren
geen geweldige voetballers zijn, in eigen home wederom met vier
invallers kwamen hun voetbalgebreken nog sterker aan het licht.
Het eerste kwartier werden zij van het bekende kastje naar het niet.
minder bekende muurtje gestuurd en liepen gewoonweg voor Jan
Klaasen in 't veld. Het publiek vergaapte zich aan ongekend voetbal
en toen het door toedoen van Drager en van Dijk, wat ging het
weer heerlijk op links 02 was geworden, kon ieder daar vrede
mee hebben. Doch ziet, een enkel foutje bracht in het spelbeeld
een geheele omwenteling. Een onhandigheid van Piet resulteerde in
een N.E.C.-doelpunt en zette heel het Goffert-stadion in laaiend
enthousiasme. Opgezweept door het talrijke publiek sprong de rood-
groene-energie-bron open en spoot een golf Nijmeegsche voetbal
woede over het veld, die dreigde ons team van de kaart te spoelen.
Doch aldoende leert men. Zoo langzamerhand beginnen onze jongens
provinciaal voetbal-enthousiasme te kennen en op de juiste wijze
van repliek te dienen. Wel scoorde N.E.C. nog een doelpunt, doch
scheidsrechter van Welzenes hulde, driewerf hulde voor dezen
moedigen referee annuleerde het doelpunt zeer terecht. Een ren
van Fischer, besloten met een „bekeken" balletje naar Michels,
beteekende voor ons een 31 voorsprong en voor N.E.C. een kwak
water op het loeiende voetbalvuur. Het was in één klap zoo dood
als een pier en bleef alleen de vraag, „hoeveel zal het worden?" over.
Wel gingen vele N:E.C.-ers een spelletje spelen, dat met voetbal niets
te maken heeft, maar de heer Van Welzenes hield de zaak in handen
en liep deze aanfluiting van het edele voetbalspel zonder groote
ongelukken af. Fischer zorgde voor 41, v. d. Linden, uit een penalty
Michels werd in het strafschopgebied finaal getorpedeerd voor
51 en Drager maakte het halve dozijn vol. Met 61 had N.E.C. een
lesje gehad en laten wij hopen, dat de Nijmegenaren er iets van
geleerd hebben en onthouden zullen. Ons geheele team alle hulde,
èn voor het goede spel èn voor de sportieve wijze, waarop zij dit
Oostelijke kampioensspel beantwoord hebben. Er resteeren nu nog
twee matches tegen N.A.C. Laten wij hopen, dat het in alle opzichten
sportieve wedstrijden zullen worden en dat onze oude Bredasche
vrienden eventueel goede winnaars of goede verliezers zullen zijn
en dat wij nu werkelijk weer eens van een partij technisch hoog
staand kampioensvoetbal mogen genieten. Met gooi- en smijt-partijen
is wel het op sensatie uit zijnde publiek, maar niet de voetbalsport
gediend. Nog twee wedstrijden scheiden ons van het vallen van het
doek. Haarlem staat drie punten voor en de sympathieke club van
Van Balen Blanken heeft nog slechts één puntje noodig om De Vole-
wijckers de kampioenskroon van het hoofd te lichten. Maar
één puntje is soms zoo moeilijk te verkrijgen en als dat nu eens
werkelijk niet ging, danja, dan! Zet de schouders er nog even
onder, kerels! You never can tell!
BROWN.