SOME SENSES AND SOME NONSENSES. 9 TREINBOTSINGEN. Heet van de naald. Zegt U maar eens, dat het Ajax-Nieuws niet up-to-date is. Daar hebben we op Hemelvaartsdag in Antwerpen BelgiëHolland mogen bijwonen en overeenkomstig de instructies van de Redactie zitten we op Vrijdagmorgen om 6 uur in den trein dit epistel uit te werken om toch vooral maar te bereiken, dat het in het Juni-num- mer zal verschijnen. Het lijkt waarachtig wel „Sport" van Kick Geudeker, al was die nog een beetje vlugger. Maar dat is ook be- roepsjournalistiek. Wat hebben onze jongens het goed, we mogen wel zeggen best, gedaan. Met „onze jongens" bedoelen wij zonder de anderen te kort te willen doen inzonderheid onze Ajax-jongens. Wij zijn toch Ajax-Nieuws en derhalve zal niemand ons kwalijk nemen, dat we op deze plaats allereerst aandacht besteden aan de Ajax-vertegenwoor digers in ons nationale team. Om te beginnen met de verdediging, het backstel Henk en Jan heeft zich volledig bevestigd. Wat hebben ze staan beuken, die Belgen, in de 2e helft, maar geen kans hoor. Dat geen van beiden onder zoo zware omstandigheden ook maar één fout gemaakt heeft, dat getuigt toch wel van groote kracht. Ze hadden de Belgische voorhoede volkomen in hun zak en dat een prima voetballer als middenvoor Decleyn wat een geluk overigens, d.at die (wij herhalen prima) voetballer zich niet zal laten voorhangen als middenvoor van Ajax, gezien zijn vele geniepigheidjes en trucjes, waarvan we in Ajax niets zouden moeten hebben eigenlijk niet eens opgevallen is, zegt al voldoende. Al krijgt Potharst de grootste pluim, van der Linden was even goed, gehandicapt als hij was door een opgeloopen blessure. En samen stonden ze als een rots in de branding. En die 2 goals dan, hooren wij U al zeggen. Wel, de eerste was een schot van grooten afstand, zóó groot, dat de Belgen nog niet eens tot het backstel doorgedrongen waren. Dat Kraak een dergelijke bal doorliet, is alleen maar te verklaren doordat hij niet „scherp" gesteld stond, zoo vlak na het begin van de 2e helft (12 seconden na den aftrap). En het 2e doelpunt was al een heel groote teleurstelling, zelfs voor die Belgen, die meer waarde hechten aanbeen behoorlijk gemaakte goal dan aan een cadeautje, zooals dit was. Er werd een corner genomen op het Hollandsche doel, van rechts. De rechts binnen kopte in, een heel flauw kopballetje. Als bijv. Kuppen den bal had willen terugspelen (met een kopbal) op Kraak, had hij het niet rustiger kunnen doen, zoo'n kalm boogballetje was het. Kraak .vangt het enlaat het uit zijn handen rollen, het doel in. Kraak snapt er zelf niets van, hoe dit mogelijk was. De verklaring, die hij er van geeft tegenover Sport (dat hij een ingrijpen verwachtte van de 2 Belgen, die in zijn buurt stonden, en daardoor verkeerd rea geerde) gaat niet op, want hij mag weten, dat het in België niet gebruikelijk is de keeper aan te vallen. Er is, gelooven wij, wél een verklaring. En het is wel van belang ook, want 8 goals tegen in 3 wedstrijden (waarvan 2 overwinningen en 1 gelijk spel) is teveel, heelemaal als er zoo'n prima backstel voor staat. De reden moet het zij in alle bescheidenheid gezegd meenen wij gezocht worden in de omstandigheid, dat Kraak niet grimmig, niet vinnig genoeg is. Alles gaat hem even gemakkelijk af, soepel en stijlvol, zoo stijlvol, dat men wel eens den indruk krijgt, dat dat bij hem het zwaarte punt vormt en hij daaraan de meeste aandacht besteedt. En we zul len het er toch wel over eens zijn, dat de eerste bedoeling is, de bal uit het doel te houden, zooveel te mooier als het op een stijlvolle, elegante manier geschiedt, maar desnoods op een leelijke wijze, als er maar geen goal van komt. Concentratie, Kraak, van de eerste seconde tot de laatste. Ga eens een paar lessen nemen in dit op zicht bij Karei Lotsy. Dan heeft dit gebeurde alweer zijn nut gehad, want nu werd er alleen maar een overwinning door gemist, maar het kan ook tot nederlagen leiden. Wij zeiden „overwinning", maar be doelden „verdiende overwinning". Een Hollandsche overwinning was zeker verdiend geweest, al was het alleen maar om het prachtige verdedigen van het Ajax-backstel. Het is weer het oude liedje: men laat zich imponeeren door de veldmeerderheid, die de Belgen in de 2e helft ongetwijfeld gehad hebben, maar het gaat om de goals, heeren en met geluk hebben onze tegenstanders er niet meer dan 2 bij elkaar weten te schoppen. Dat deden wij ook, en heel wat betere (wat een voetballer is die Wilkes, dat moeten wij nog even zeggen. Hij is de klasse van Bakhuys en wat waren zijn goals mooi). Daarom zijn wij tevreden, het spijt ons hoogstens, dat de Belgen op ge§n betere, waardiger wijze gelijk hebben kunnen maken. Dat Guus het laatste aan de beurt komt, is alleen toe te schrijven aan de omstandigheid, dat allereerst de verdediging besproken werd. Ook Guus heeft een prima wedstrijd gespeeld, alleenveel te weinig te doen gekregen. En dat is z ij n fout niet. Hij is veel te weinig in het spel betrokken, maar wat hij te doen kreeg, deed hij goed. En, gezien zijn felheid om een goaltje te fokken (denkt U maar eens aan de 3e goal in Amsterdam, de belangrijkste van de heele wedstrijd, want ons moreel werd er. door hersteld) was hier nog een goede mogelijkheid geweest om ook in Anvers te winnen, als er maar meer op Guus gespeeld was. Overigens, er mag nog wel eens gewezen worden op de buitengewoone sportiviteit van Drager, door ook in het Nederlandsch elftal de linksbuitenplaats te accepteeren. Eerst in Ajax, omdat Fischer nu eenmaal rechtsbuiten moet staan, maar nu ook in ons nationale team. En dat, terwijl hij in zijn hart honderd maal liever rechts staat. Op links moet hij, steeds nadenken bij alles, wat hij doet. Op rechts gaat het a.h.w. vanzelf. Ziedaar het verschil. Hoeden af, menschen voor zoo'n sportieve geste. Trou wens, houd maar vol, Guus. Het lijkt lang niet onmogelijk de tech niek van Holleman is helaas niet voldoende gebleken, al blijft zijn snelheid fenomenaal dat je binnenkort bij Ajax links- en in de Nederlandsche Elftal Club rechtsbuiten genoteerd staat. Tenslotte, als we van De Volewyckers thuis gewonnen en uit tegen hen gelijkgespeeld hadden, zouden we dan tevreden geweest zijn? Natuurlijk, vast en zeker. Waarom zijn we dan niet of minder tevreden over het resultaat van de 2 wedstrijden tegen België? Wat zijn we weer hebberig, wij krijgen 3 van de 4 punten en zijn niet tevreden, omdat we er geen 4 krijgen. Terwijl België 8 maanden eerder rpet de wederopbouw ook van zijn voetbal begon. Ook hier weer: „The fault of the Dutch is giving too little and asking too much". Denkt erom, menschen, het blijft: leven en laten leven. DONATEUR (anders geseydt: KLANT). Van de Sinjorenstad naar d'Aemstel, 31 Mei 1946. Het eerste seizoen na den oorlog ziet ons Ajax weer als kampioen. U ziet dus, veel nieuws is er niet, alles gaat weer zoo'n beetje zijn oude gangetje. Mij kwam dit kampioenschap overigens een week te vroeg, daar ik mij eens voorgenomen had, om rustig een paar weken in Zandvoort door te brengen. Onze jongens hebben zich hiervan echter niets aangetrokken en rustig de nog benoo- digde 2 punten bij elkaar getrapt. Het gemis van mijn schrijf machine mag voor mij dan ook geen excuus zijn, om ons elftal met behulp van een potlood van harte geluk te wenschen. Dat een paar hoog geplaatste £jacieden mij 2e Pinksterdag al een beetje katterig konden vertellen, dat ze juist terug waren van een geslaagd kampioensfeestje, was voor mij in mijn eenzaamheid natuurlijk erg pijnlijk; ik reken er echter op, de fuif ter eere van het kampioenschap van Nederland van begin tot eind mee te maken, al zou ik er voor uit de Noordpool over moeten komen. i Dat was me anders een overwinning op A.D.O., heel Ajax heeft eigenlijk al wekenlang voor A.D.O. „uit" zitten knijpen, en daar nu plotseling die 83. Ik moet zeggen, dat onze jongens mijn wenschen (in het vórig clubblad geuit) prachtig hebben vervuld, ik vroeg zoo'n echte „fiedelknots-bom-bom" overwinning en ziet, daar scoren ze eventjes acht doelpunten. Michels, jongen, ik ken je nog niet zoo goed, maar bij voor baat ontbloot ik reeds mijn kalend hoofd voor je 5 voltreffers. Voor de kampioens-competitie zijn meer doelpunten per wed strijd waarschijnlijk niet noodig. Verder mijn complimenten aan Guus Drager, Jan Potharst en Henk v. d. Linden voor hun prestaties tegen de Belgen. Tot op heden had ik nog steeds de meeste herinneringen aan den voor vele Ajacieden niet onbekenden wedstrijd Engeland Italië in Londen, maar nu staat HollandBelgië op 12 Mei 1946 in Amsterdam, nummer één in mijn voetbalgeheugen. Prettig vind ik het ook, dat een mij zoo sympathiek speler als Joop v. Stoffelen het thans zoo goed doet. Joop, ik zag je tegen Stockholm, dat was prima en tegen A.D.O. moet het ook weer „af" geweest zijn. Blijf zoo doorgaan Joop, volgend seizoen zijn er ook Interland wedstrijden en je club zal er wel bij varen. Nu ik het toch over kampioenen heb, begroet ik even A.F.C. en T.O.G. als Amsterdamsche 2e klas kampioenen. Daar ik persoonlijk zeer veel vrienden in A.F.C. heb, zul len de Toggers het mij niet kwalijk nemen, dat ik speciaal vde sensationeele verrichtingen van de Reds met zeer veel belangstelling heb gevolgd. Veel respect heb ik ook voor de berichtgeving van mijn A.F.C.-confrère J.W. Joop, cfcai was weer af, je enthousiasme zal je clubmakkers zeker tot groote dingen inspireeren. Ik wensch beide clubs prettige en faire promotie-wedstrij- den en reken er op, dat zij Amsterdam zeker een nieuwe eerste klasser bezorgen. Rare toestanden zijn het anders in de wereld, als je zoo nu en dan nog wel eens in het buitenland komt, en je hoort daar met hoeveel respect er overal over ons landje gesproken wordt, dan krijg je zoo'n vreemd gevoel van binnen, en dan kan je je zoo echt gelukkig voelen, dat je daar op dat kléine stukje grond aan de Noordzee geboren bent. Als je dan even na denkt aan alles wat hier tijdens de bezetting gestolen en vernield is, als je even vol weemoed aan onze duizenden slachtoffers denkt, dan dank je vol res pect die menschen, die uit deze chaos weer een K.L.M., weer een Ned. Spoorwegen te voorschijn tooverden, en dan vraag je je vol verwondering af, hoe het mogelijk is, dat alles (al is het dan nog bescheiden, en beter te wenschen), weer zoo'n beetje draait. Dat ik geen chauvinist ben, blijkt toch zeker wel uit het feit, hoe trotsch alle vaderlanders zijn op de resultaten van onze sportlieden. De grootste kankeraars springen een gat in de lucht als een kogel van Wilkes doel treft, en de mijn heer, die op Zaterdag 11 Mei nog vol vuur vertelde, dat het hier toch maar een zootje is, en dat hij hoopt zoo spoedig mogelijk dit sof land te verlaten, op Zondag 12 Mei zingende het Stadion verliet, omdat die duvelsche Oranjehemden het toch maar weer geflikt hadden. Eigenlijk had hij de p in moeten hebben, want een paar dagen tevoren was Brussel toch immers nog zoo'n prachtstad, waar alles te krijgen is,

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1946 | | pagina 9