6
verder maar het zwijgen toedoen, daar de drukker op deze
copy wacht. In het prachtige Sportpark, wat een eldorado
bezitten de A.D.O.-ers daar in het Haagje, begonnen onze
Veteranen met een Hors-d'oeuvre, die er zijn mocht. In alle
linies zagen we staaltjes voetbal, waar de echte voetballief
hebber nu eenmaal altijd van zal smullen en toen Van
Reenen de hoekjes van het vijandelijke doel had gevonden,
bleven de ouderwetsche vol-treffers niet uit. Voetbal
antiquairs als Volkers, Twelker, Schubert, De Boer etc. etc.
verloochenen hun klasse nooit, maar laat ik ze niet te veel
ophemelen, daar ze anders weer adspiranten willen worden.
Het was in ieder geval een vlotte en prettige partij voetbal,
die door de onzen met 52 werd gewonnen. Captain Volkers
bood nog aan in het veld te blijven en meteen den wedstrijd
van het eerste uit te knobbelen, maar Puttelaar zocht naar
een paar ribben, hij beweerde die in een mollegat te zijn
kwijt geraakt en daar dan ook prompt in werden ontdekt.
Daar daverden de toejuichingen al. A.D.O. was in het strijd
perk getreden en daar kwam ook het Ajax-team het veld op.
Even lostrappen, waarbij opviel, dat v. d. Linden leelijk met
z'n geblesseerde been trok. Het fluitsignaal van scheidsrechter
De Nijs klonk, maar eerst was er nog een minuut plechtige
stilte, als een laatste saluut aan den A.D.O.-speler De Heer,
die zoo plotseling het leven had gelaten.
Hierna was er dadelijk actie in overvloed. Spoedig bleek,
dat A.D.O. met felle open aanvallen opereerde, terwijl Ajax
het meer in kort spel, echter niet te kort probeerde. Het
tempo werd aan beide zijden nog wat opgevoerd en toen
bleek alras, dat onze halflinie beduidend beter voedde. Wel
viel het op, dat Aukema te lang treuzelde, en vooral physiek
te kort schoot. Michels, die zich steeds goed opstelde, liet
zien uit goed voetbalhout te zijn gesneden, zijn centers waren
nooit zonder gevaar en ofschoon het buitenspel-valletje ver
lokkend voor hem werd opengezet, liep hij er niet in. Dit gaf
vertrouwen aan onze geheele voorhoede en toen hij na onge
veer een kwartier spelen een kans kreeg om te koppen, was
het zoowaar raak ook. Wel ging de A.D.O.-keeper bij dit
doelpunt niet geheel vrij uit, maar het gaf den onzen het
ncodige vertrouwen en als Van Dijk even later een haast
niet te missen kans, die Drager hem op een presenteerblaadje
gaf, niet om zeep had gebracht, hadden we al een nuttige
20 voorsprong gehad. Ook een prachtige omhaal van
Michels dient zeker vermelding, maar helaas kwam de bal
tegen den zijpaal. Wél maakte het den indruk, dat de bal de
doellijn had overschreden, maar de scheidsrechter stond te
ver af om dit feit te constateeren en liet doorspelen. En vanaf
dit cogenblik kwam onze pech. Plotseling een mistrap van
Potharst, Keizer loopt uit, waarom weet ik nog niet, en de
linksbuiten van A.D.O. heeft maar voor het intrappen. Dit
was natuurlijk olie op het A.D.O.-vuur en de rood-groenen
begonnen een offensief, dat bewondering afdwong. Wat een
snelheid en vechtlust, beide A.D.O.-vleugels werden er in
betrokken en onze achterhoede kreeg het zwaar te verant
woorden. Wel probeerde onze middenlinie herhaaldelijk de
bakens te verzetten, maar even voor de rust kreeg A.D.O.
toch loon naar werken en het was weer de linksbuiten, die
Keizer voor de tweede maal passeerde. Het gejuich, dat dit
doelpunt verwekte, moet in Amsterdam te hooren zijn ge
weest, neen je moet in Den Haag heusch je boontjes zelf
deppen, hoor.
Het was in de rust erg stil in onze kleedkamer en alras
zou blijken, dat het een stilte was, die een storm vooraf ging.
Misschien was er vijf minuten gespeeld, toen Van Stoffelen
die een prachtige partij voetbal speelde een vrijen schop
toegewezen kreeg op, r^aar schatting, 25 meter van het doel.
Fischer liep al toe, cm dezen vlug te nemen, maar Van
Stoffelen liet hem hiervoor geen tijd, na z'n aanloop volgde
een ontzettende knal en hoog in den uitersten linkerhoek'
absoluut onhoudbaar voor welken keeper ook vloog de bal
in het vijandelijke doel. Sodemerammel, wat een moord-goal.
En precies van dit moment af begon eindelijk de Ajax-motor
weer eens op volle toeren te loopen. Geweldig'wat een élan,
schitterend wat een samenspel, al onze spelers hadden blijk
baar nog wat motorische kracht achtergehouden, tik-tak,
tik-tak, een prachtvoorzet van Guus, *we zien onzen benjamin
hoog opspringen en we juichen en springen neg als Fischer
plotseling den geest krijgt en het bruine vod op zijn onver
gelijkelijke manier in het net rammelt.
Nóg is het niet genoeg, Michels laveert weer door de
A.D.O.-verdediging, een doffe knal en zonder zelfs naar het
bruine vod om te kijken, loopt hij alweer naar het midden.
De Ajax-aanhang is gewoon in vervoering, maar ook sport-
lievend Den Haag weet dit staaltje van super-voetbal naar
waarde te schatten. Achter me schreeuwt een Ajax-dame, dat
Guus Drager in duel met den A.D.O.-doelman.
(Cliché „Sport")
KAMPIOENS-IMPRESSIES.
Neen maar, dit was nu werkelijk weer eens een dag met
een gaatje. Wat zeg ik.een dag met een bijt en dan nog
een heele groote. Week-in, week-uit, hadden we gespeurd
naar een vleugje van dat echte voetbal, van dat Ajax-voetbal
weet U, maar het helaas niet kunnen vinden. Deze week zaten
we weer in zak en asch, of de
enkel van v. d. Linden het wel
uit zou houden, of Drager weer
fit and well aan den start zou
verschijnen, en ook over Pot
harst liepen nog geruchten, dat
hij nog niet heelemaal O.K.
zou zijn.
Ja de prijs, die voor de eer
van het dragen van het
Oranje-yersey zoo af en toe
moet werden betaald, stond
ditmaal wel ver boven pari.
Maar nog nooit hebben Lotsy
c.s. een vergeefs beroep op ons
gedaan, Ajax heeft ook in dit
opzicht haar goede reputatie
behouden, en zal dit hoop ik
over honderd jaar nog doen.
's Morgens in de autobus, die
ons naar het A.D.O.-terrein
vervoerde, was er al zoo'n
heerlijke stemming, daar onze
„Smiling" Jack Veteranen een vcorwedstrijd
6 zouden spelen tegen de A.D.O.-
ruïne. Ach du lieber, onze
Veteranen, m'n voetbalhart ging wijd open. Waar ter wereld
wordt de Ajax-geschiedenis zóó haarfijn uitgepluisd, onze
zalige touren naar Binnen- en Buitenland zóó intensief nóg
eens beleefd, en zij die meenen, dat veteranen geen nut meer
hebben voor een club als de onze, maken toch wel een heel
groote- vergissing.
Jeugd, jeugd, jeugd is onze toekomst, of we dit niet
allang wisten maar de kerels, om deze jeugd te leiden, te
vormen en te kneden, komen toch maar steeds uit deze
categorie voort. En daar zat me voor vijf centen in deze
autobus. Ik zal ze zoo voor de aardigheid eens voor U op
noemen, zoo zender eenige voorkeur. Jan de Boer, Elzenga,
Paternotte, Schubert, Vogel, Puttelaar, Twelker, Van Wijn
gaarden, Van Reenen, Volkers, Ten Have, om van Cör de Vlie
ger, die ook deel uitmaakte van deze excursie, niet eens te
spreken.
Mijnheer Kortkijker neemt U nu eens een papiertje voor U
en ga eens uitpuzzlen wat deze menschen voor Ajax deden,
en nóg doen. U zult deze namen in het Bestuur en diverse
Commissies steeds weer tegenkomen en dit is nu juist een
der oorzaken van onze voortdurende successen. Daar ik
vroeger wel eens meer met dit bijltje heb gehakt, zal ik er