2
Jan Potharst, door
enthousiaste supporters,
na afloop van den
wedstrijd A.D.O.-Ajax,
op de schouders
genomen.
(Cliché ..Sport
alle moeilijkheden te overwinnen. Wel konden Henk v. d.
Linden en Piet Leemhuis, door verwondingen, Henk liep
in de match BelgiëHolland een enkel-blessure op en Piet
raakte weken geleden reeds in zijn lies geblesseerd feitelijk
tegen A.D.O. niet meespelen, doch beide Ajacieden wilden
hun club niet in den steek laten, hetgeen voor hun persoonlijk
welzijn misschien niet verstandig was, doch nleit voor hun
liefde voor onze club.
Het is voor bestuur en elftalcommissie, ja, voor iederen
Ajacied, dan ook een groote voldoening, dat juist in dit
eerste vredesjaar, het jaar van* herstel en vernieuwing, cap
tain Keizer en de zijnen, er in zijn geslaagd den eere-titel in
de wacht te sleepen. Ook voor Jack Reynolds, die in den
loop van het seizoen naar ons land terugkeerde en de training
van onze spelers, welke tot November 1.1. in handen van
Dolf van Kol was en die dus ook iets van de eer mag op-
eischen, weer op zich nam, is het een groote vreugde, dat
zijn jongens het weer zoover hebben gebracht. Jack zat die
laatste weken, toen de lijst uitgeschakelde spelers steeds
grcoter werd, leelijk in den put, doch 's Zondags na A.D.O.
Ajax was alle leed vergeten en zagen wij weer „smiling
Jack". Er rest nu nog een match tegen V.S.V. en als deze
hindernis zonder kleerscheuren wordt genomen, dan eindigt
onze club met 16 gewonnen, 3 gelijk en 1 verloren van de
twintig wedstrijden, hetgeen dan een buitengewoon fraaie
prestatie is. Wij willen van deze plaats alle spelers, totaal
twee en twintig nog eens de hulde brengen, die zij, en met
hen, bestuur, elftalcommissie en trainer, verdienen. Ook mas
seur Roodenburg mogen wij niet vergeten, want deze Ajax-
vriend heeft al het mogelijke gedaan, om bij voorkomende
gevallen, onze spelers zoo vlug en goed mogelijk op te knap
pen. Aan Dr. H. Tetzner en Dr. W. Posthuma eveneens een
woord van dank voor verleende geneeskundige hulp. Tot slot
willen wij nog een eere-saluut brengen aan de club van
Douwe Wagenaar. Het moet voor hem en zijn jongens wel
spijtig zijn, dat zij hun kampioenschap niet hebben kunnen
continueeren en dat zij, achteraf beschouwd, het geheele
seizoen een illusie hebben nagejaagd, die uiteindelijk in grui-
zels viel. Zij troffen het in zooverre niet, dat ook wij op het
kampioenschap gebrand waren en had „De Volewijckers" in
afdeeling II gezeten, dan hadden wij elkander hoogst waar
schijnlijk in den strijd om den hoogsten titel gevonden. Laten
wij voor beide vereenigingen hopen, dat dit treffen het vol
gende jaar plaats vindt. Volewijckers-vrienden, als „good
sports, shake hands" en tot de volgende ronde.
Wij gaan ons nu opmaken tot den grooten strijd om den
gouden(?) plak. Veel zal er nog van onze spelers worden ge
vergd. In Zuid, Noord en Oost zal ons een warme ontvangst
ten deel vallen, maar als er met dezelfde energie wordt aan
gepakt, als er met denzelfden ijzeren wil om te zegevieren
wordt gespeeld, dan moet het mogelijk zijn ons achtste kam
pioenschap van Nederland in de Ajax-boeken bij te schrijven.
Kerels, op Zondag 9 Juni j.l. heeft „de juichtoon weer langs
de velden gedaverd". Als wij voortblijven gaan, met een
drachtig samenwerken, dan moet zoo ongeveer half Augustus
„de juichtoon" wederom door den aether klinken. Dat wij
hem mogen hooren! BROWN.
KAMPIOENSLIED
TER GELEGENHEID VAN HET VEERTIENDE
AFDEELINGS-KAMPIOENSCHAP.
We hebben van A.D.O. gewonnen
En heffen een feestliedje aan,
Er zijn hier bassen en tenoren
En menige lieve sopraan
Nu smeren wij eerst onze keelen
En nemen een flinke teug wijn,
Nu kan het ons niets meer verschelen
En lustig weerklinkt ons refrein.
Drink, drink, Rood-Witten drink,
Is het geen prachtig seizoen.
Drink, drink, Rood-Witten drink,
Ajax is weer KAMPIOEN.
We staan dit jaar weer trots aan den kop,
Thans voor den 14en keer
En drinken en klinken en proosten nu op,
Die prachtige club uit de Meer.
Een ieder heeft zoo zijn hobby,
Dat houdt je jeugdig en fit.
Nou onze hobby is AJAX,
We zweren bij Rood en bij Wit.
Geef mij maar een hoekschop van Drager,
Of een loei in het vijandelijk net.
Dan vergeet je je schoonmaak
En zelfs je belastingbiljet.
Refrein.
Mijn opoe vindt voetbal een sof sport,
Zij heeft nooit zoo iets gruwzaam's gezien.
En opa heeft nooit zelfs een schrampje,
Maar die speelde alleen maar wat kien.
Maar heden kreeg ze een vrijkaart
En dit verklap ik U nu.
Thans breit ze een trui voor den kleinzoon,
Een copie van het Ajaxtenue.
Refrein.
TRIO TRAC.
ANNO 1916.
(nieuwe serie)
No. 6.
Op de valreep!
Met 'n beetje geluk zou ik „op de valreep" net nog een
begin kunnen zien van den strijd om den landelijken kam
pioenstitel, waaraan Ajax vanzelfsprekend zal deelnemen!
Maar dan moeten jullie opschieten! Want weldra zal het
„los" klinken en zal een stalen reuzevogel mij het luchtruim
instuwen, richting New York/Buenos Aires. Zoodat we weer
eens voor een keertje „adie" en „tabé" moeten zeggen
het leven gaat verder. Ondanks landskampioenschappen
en zoo.