15
Zoo pieker je wat na het lezen van dat blaadje.
I remember me
Van alles en nog wat en dan heeft C. de V. het over Kerst
en Paaschtoeren. Man, schei uit, slapelooze nachten bezorg
je de ouwe bokken.
PaaschtoerenKersttoerenen zoo
vele andere toeren. Leeuwarden. Wage-
ningen.Arnhem.... Eindhoven.... Ber
gen op ZoomMiddelburgVlissin-
gen
Om een boek over vol te schrijven. Eén
boek? Boeken!!!
Herinneringen om nooit te vergeten.
Neen, zoo lang dit blad door mijn brieven
bus zal glijden, zoo lang zal ik jong blijven
en zoo lang zullen alle ouwe bokken jong
blijven.
Want dit blad is als het groene blaadje
voor de Ouwe bok!
SENIOR.
DOELPUNTEN OF SPELMOMENTEN, DIE JE
NOOIT VERGEET.
Onderstaand stukje geeft mij elke keer, wanneer ik dit met aan
dacht lees, koude rillingen van spanning; misschien is het een aardig
artikeltje om in ons clubblad geplaatst te worden onder de rubriek:
Spelmomenten, die je nooit vergeet.
Elf jaar geleden werd HollandEngeland in de stroomende regen
gespeeld. Deze wedstrijd eindigde in een eervolle 0—1 nederlaag voor
de onzen. Uit een courant van die dagen moge ik hier een vrij
citaat leveren, dat een impressie geeft van HollandEngeland, ge
speeld op Houtrust, het beroemd geworden Houtrust, in den Haag,
op 24 Maart 1913.
HU UUUUUU
Een herinnering aan den slag
van Houtrust.
„Huuuuuuuu
Onheilspellend huilt het uit duizenden
kelen over het veld van Houtrust, waar
het Nederlandsch Elftal 24 Maart 1913 den
strijd tegen Engeland heeft aangebonden.
„Huuuulanggerekt en smeekend
komt die kreet terug bij eiken aanval,
die tot het beslissende schot op de Brit-
sche veste kan leiden. „Hu, hu, hu," gilt
het in monotoone dreiging over de wit-
hemden heen, die vechten voor hetgeen
ze waard zijn en weten wat ze Albion's
ongeslagen record verplicht zijn.
De leermeesters van het continent hebben ons onderricht hoe voet
bal gespeeld moet worden; zij hebben ons generatie, na generatie
geslagen naar de regelen van een technische kunst. Kijk, zóó moet
je een bal trappen, zóó stoppen, zóó plaatsen, zóó positie kiezen
en zóó het spel spelen. En we hebben jaar in jaar uit ons best ge
daan om het zoo te doen als de groote Vivian Woodward het ons
doceerde. Als we het desondanks toch met 8—1, 9—1 of 12—2 moesten
afleggen, kregen we als troost te hooren, dat we het in het veld al
heel aardig deden, maar dat we „nog niet konden doelpunten". Dat
bleef dan het geheim van het Britsche technische recept
Techniek?
„Voetbal is een spel van temperament," merkte een Hollandsch
journalist in een onbewaakt oogenblik op, en hij klasseerde daar
mee tevens het onberekenbare element, dat de Oranje-ploeg tot een
delirium van geestdrift zou kunnen opzwepen. Dat ondervonden de
Britten op Houtrust.
„Huuuuuu
Zenuwsloopend loeit het nu al bijna een uur over de vlakte. Dat
damned „joeoeoe" komt in het technische woordenboek van Wood
ward niet voor, en hij kan het niet eens buitenspel zetten. „Huuu..!"
Het is in al zijn ontzetting begonnen toen Holland zeven minuten na
het begin de leiding had genomenJa, Huug de Groot had ge
scoord voordat Engeland aan bod was gekomen. Huug, ónze Huug
ontketende tevens die vreeselijke strijdkreet HUUUUUUdie
eiken Hollandschen aanval als mitrailleurvuur ondersteunde. Oh,
good old England had de tanden op elkaar gezet en Woodward
himself had nog voor de rust gelijk gemaakt. Maar tochmet het
oude zelfvertrouwen was de tweede helft niet ingegaan. Albion stond
hier niet alleen voor een technisch, maar ook voor een psycholo
gisch probleem, waar geen technische sleutel op paste.
„Huuuuuuuvan minuut tot minuut zwelt het aan als de
fascineerende kreet van wolven, die hun prooi omsingeld weten. Hu,
hu, hu, huut Houtrust in de twaalfde minuut van de tweede helft,
als Holland wegens „hands" op de rand van het strafschopgebied
een vrije schop krijgt te nemen.
„HuuuuuuL"
Huug de Groot, de man van het onfeilbare schot, zal hem nemen,
met een haag van Engelschen vóór zich. Technisch is er geen gaatje
vrij, maar het „huuuu" gaat als een orkaan door de Engelsche ge
lederen en beukt in hoogspanning de bres waar Huug een formi
dabele kogel op afvuurten knaldie tot op heden nog even
scherp in het gehoor ligt als op het moment, dat de onthutste
Brebner er zijn vingertoppen aan schroeide. De Engelschman draait
om zijn asom slechts het net te zien trillen.
21 voor Nederland.
Als vreugde krankzinnig maakt, gaf Houtrust daar de volgende
seconde een bewijs van: verstokte pessimisten barstten in tranen uit,
eerzame huisvaders omhelsden vreemde vrouwen, en blasé-persrid
ders stonden met één sprong boven op hun lessenaar. Holland
stond op z'n kop omdat EJngeland zijn kop kwijt was. Holland had
beet en zou vasthouden met den moed van een va-banque speler,
die het millioen ziet glinsteren.
Zal Engeland dan dit maal een niet trekken? Zal de leermeester
door den leerling geslagen worden? Dat is de vraag, die Woodward
in den resteerenden tijd te beantwoorden krijgt. Kan Engeland wel
geslagen worden? Nog nimmer is dit dilemma zóó klemmend gesteld
als in deze beklemmende Houtrust-slag.
„Huuuuu
O, als dat ééne er maar niet was, dat onberekenbare element, dat
in geen enkel systeem past, dat geen scheidsrechter tot de orde kan
roepen en waar geen Britsche tongval vat op heeft. Het wordt een
half uur van folterende onzekerheid, waarin Engeland voor een ver
loren legende vecht, de legende van Britsche onaantastbaarheid op
voetbalgebied. Met ontembare energie werpt Woodward zijn mannen
in den strijd tegen een Hollandsche verdediging, die elke centimeter
grond betwist. Daar zwoegen Boutmy, De Korver, Vos, de Kesslers,
Wijnveldt en Bosscnart en daar staat in laatste instantie Just Göbel
in het Hollandsche doel al een even groot mysterie als het „huuuu",
dat deze Hollandsche luchten vervult. Die laatste minuten, waarin
de Engelschen uit alle standen schieten en Göbel als een magneet
de bal uit alle richtingen tot zich trekt. Deze Britten werkten in het
veld perfect, maar„ze konden niet doelpunten".
„Huuuuuuu
Nog één minuut: corner voor Engeland. Men durft haast niet meer
te kijken: in angstige boog daalt Engeland's laatste hoop voor de
Hollandsche veste neer, waar hoog boven al wat Britsch is, de
wondere, ranke gestalte van Just Göbel uitzweeft, om in een stoute
greep naar triomf en opperste vreugde Hollandsch zege klemvast te
verzekeren
Het is gebeurd.
Engeland is geslagen. Elf Hollandsche jongens gaan op de schou
ders van een juichende fnenigte, elf Oranjehemden, en in een
spontane opwelling van onmetelijke dank één withemd. Het is
Vivian Woodward, de meester.
M. BOONSTOPPEL.
OP DE TRIBUNE.
Bij wijze van uitzondering zijn we naar de big-match Ajax—De
Volewyckers met de tandem gegaan, 'n Razend snel vervoermiddel,
vergeleken met onze Zondagse „paardentuf". Alleen is het niet zoo
gemaKkelijk zoo'n
ding, als ons Stadion
uitverkocht is, kwijt
te raken, ik bedoel
natuurlijk te stallen.
'n Geluk dat we
vroeg waren, zoo on
geveer half twee,
even later waren alle
zitplaatsen op de
„overdekte" „beze
ten". Want aan staan
heb ik 'n broertje
dood, al noemen ze
het daar dan ook
„hangen".
Tijdens deze „be-
slissings-match" (ik
hoop, dat ik me niet
te voorbarig uit
druk) heb ik 'm vre
selijk geknepen, 't
Was wel eens een
„piezeltje benauwd"
in de buurt van Ger-
rit Keizer. Doch on
ze doelman stond z'n
mannetje, al liep hij
ook op het eind van deze enerveerende strijd 'n ietsje mank.
Wanneer ik nu nog even de balans opmaak van deze wedstfijd,
waarin de „Groen-Witten" over het algemeen wat meer veldover-
wicht hadden, doch waarin keeper Bruist veel meer gevaarlijke
ballen te verwerken kreeg dan onze doelman en het werkelijk
voortreffelijk deed, dan moet ik zeggen, dat eerder de club van
over het IJ had verdiend te verliezen dan wij. (Redacteur plaats
a.u.b. dit artikeltje op 'n verborgen plaatsje, want U leest het, ik
ben wel erg brutaal, door er heel anders over te denken dan de
duskundige „Persmuskieten!").
Na de wedstrijd zijn we heerlijk rustig naar huis „getandemd".
Uitgerust en tamelijk normaal (Begrijp me niet verkeerd!) kwam ik
thuis. Prachtig op tijd! In huiselijke feeststemming hebben we de
avond gezellig doorgebracht.
'n Week later met smart als maar naar de klok gekeken, 't Werd
maar geen zes uur. Eindelijk begonnen de nieuwsberichten. Wat
kletste die omroeper lang over allerlei „onbelangrijke" dingen,
zoals U.N.O. en te lage onderwijssalarissen. Wat kon mij dat bommen!
Ik wilde sportuitslagen horen. Daar begon ie E.D.O.Ajax 3
Wat flitste het door mijn brein, zouden we verlorengelukkig!
Er kwam nog 'n 3. Dus 'n gelijk spel. In ieder geval nog 3 punten
voor op De Volewijckers. Maar, hoor ik 't goed, ja ze hebben ver
loren! Dan staan we inplaats van drie, vijf punten voor. 't Is
kolossaal! Alleen jammer van Korndorffer, dat ie zijn been gebroken
heeft. Ik wens je het beste toe. En hoop je toch weer met September
te zien voetballen, 't Is alleen jammer, dat je nu de „kampioens
wedstrijden" (alweer zo optimistisch van me! Ik kan er heus niets
aan doen) mis loopt.
AjaxEmma was gelukkig niet zo'n „knijp" wedstrijd. Maar er
moest toch flink aangepakt worden. Elk elftal, waar we tegen moeten
spelen, wil ons de eerste nederlaag toebrengen. Houdt je taai, boys!
We laten ons niet kloppen! Ongeslagen moeten we aan de spits!
Ik zat tussen 'n gezellig stelletje toeschouwers in. Ze hoopten
maar, dat de eerste nederlaag 'n feit zou worden. Maar mijn hoop
op een overwinning ging schitterend in vervulling. Met zichtbare
teleurstelling dropen de heren af. Alweer hadden ze de sensatie van
een Ajax-nederlaag misgelopen! Mijn dank, mannen! Nog maar vijf
wedstrijden niet verliezen! Zet 'm op. J. THIRY.