SOME SENSES AND SOME NONSENSES.
4
langen. Het is echter een zeldzame avond geweest en onze
luidjes hebben bewezen, dat als het moet, Ajax op de planken
ook voor den dag kan komen en dat doet je Ajax-hart goed.
De wijze waarop Aat Keizer, Rie Fischer en Dora Stam bij
de dames, Gerrit Fischer, Joop Stoffelen en Piet Leemhuis
bij de heer en zich door hun moeilijke rol heen sloegen, hier
mede willen wij de overige speelsters en spelers niets te kort
doen, is boven allen lof verheven. Er werd vlot, zonder
haperen en vrij van plankenkoorts gespeeld en dat het
publiek dit wist te apprecieeren bewees het daverende
applaus toen na de ontknooping het doek viel. Die ontknoo
ping was alleraardigst. De chauffeur werd weer de Jonkheer
(Jonkert zou Fischer zeggen), de Jonkheer degradeerde tot
Gerrit Jan (hetgeen hem niet speet) Ella had haar les gehad
en terwijl de anderen gearmd met hun tooneelverloofden
het bosch inwandelden, zong Piet Leemhuis, Paljas-achtig
het melancholiek klinkend liedje van den friyolen stud, die
alleen achterbleef.
Lui, het was geweldig en onze algemeene indruk luidt:
goed spel, keurige aankleeding van speelsters, spelers en
tooneel, prima soufleur (Jan Spook) niet eenmaal gehoord
en last but not least, een groot succes voor Mevrouw
Julia de Gruyter.
Na afloop vertolkte de Heer Koolhaas, onder het aan
bieden van herinnering$vaantjes inclusief een tooneelzoen,
(dat is toch maar een beste job, voorzitter van Ajax) en
bloemen, den dank der Ajacieden. Mevrouw de Gruyter kreeg
als extra-aandenken nog een fraai boek ten geschenke en
zorgde een fotograaf, dat deze avond niet alleen in de her
innering zal blijven voortleven, maar dat ook in onze archie
ven een tastbaar bewijs van deze geslaagde voorstelling te
vinden is.
Tot diep in den nacht is er
onder vakkundige leiding van
den Heer Wim Pelster, die met
zijn vrouw liet zien hoe een
tango of rumba gedanst moet
worden, nog braaf feest ge
vierd. De pittige band van
„The Merrymakers" wist de
stemming er in te houden en
het eindsignaal (4 uur) klonk
vele fuifnummers nog veel te
vroeg in de ooren. Neven
staande teekening van Henk
v. d. Berg laat zien, hoe een
Ajacied Piet Leemhuis was
het niet dien nacht thuis
kwamaangenomen, dat hij
er gekomen is!
Een knalavond, dien wij maar
spoedig mpesten herhalen,
want eenmaal per jaar is toch feitelijk wel een beetje erg
aan den zuinigen kant. BROWN.
APRILMOP - CRITIEK.
Als sportmenschen moeten wij een grapje kunnen verdragen en
waardeeren. En onze sport willen wij in blijdschap beoefenen.
Voorts ben ik er als oud-redacteur glad voor om ons clubblad zoo
aantrekkelijk mogelijk te maken.
Helaas hebben de tijden in onze sport ook zeer ernstige dingen
gebracht en hieronder is zeker te rekenen xde zuivering. Dit nu is
een zeer ernstige zaak, want het gaat er om, de gedragingen van
clubvrienden en gewezen clubvrienden in de bezettingstijd te beoor-
deelen en dat is werkelijk niet grappig.
De door ons bestuur ingestelde commissie doet haar werk zeer
serieus en zij is zich den ernst van haar werk ter dege bewust. Het
wordt daarom betreurd, dat het bestaan dezer commissie tot een
„aprilgrap" wordt gebruikt, al neem ik van tevoren aan, dat de op
steller dezer prijsvraag niet de minste gedachte heeft gehad om
gevoeligheden te treffen.
Teneinde mogelijk misverstand te vermijden, zij hier nog medege
deeld, dat de commissie- is ingesteld door het bestuur en slechts een
adviseerende stem heeft. Beslissing en verantwoording zijn derhalve
aan en door het bestuur.
Overigens sans rancune en buiten mededingen.
C. DE JONGH.
Naschrift:
Discussies over een „poisson d'Avril" zijn in de journalistiek ten
eenenmale ongebruikelijk. Het door onzen vroegeren tweeden secre
taris vermeend gescoorde „doelpunt" is dus zeker „buitenspel".
Overigens dit. Elders in dit blad blijkt reeds, dat ook de heer de
Jongh de eigenlijke Aprilmop niet heeft geschoten. Daarmede ver
valt zijn heele betoog. Ten overvloede verklaren de zoo vrijpostige
„beeldenstormers" (hier is namelijk een veelkoppig monster aan het
werk geweest), dat geen protest van de Zuiveringscommissie ais
zoodanig is ingekomen en ook kwalijk kon worden verwacht. Meent
de Heer de Jongh nu werkelijk, dat het prestige van die commissie
in eenig opzicht is aangerand?
Opposant was zijn ontboezeming zoo schoon begonnen en had het,
Vriend „James",U kent hem allen.
Van „Some Sen,ces and some Nonsenses" gevallen*
Is in Zweden op zoek,
Naar shirt, kous en broek
Verzamelt, footballkicks, netten en ballen.
Hij vertelt't wordt hieronder beschreven,
Van „amateurs"die sport tegen „money" bedreven.
Van „love" en diner,
Met weinig Kronen in zee,
Die „James", weet toch maar zijn leven te leven!
Dat „Succes", zijn werk zal mogen bekronen.
Dus het resultaat, de moeite mag loonen.
Zijn „Swedish Sweetheart" ten spijt,
Volgens hem „een reuze knappe meid",
Wij, in clubbladde cijfers kunnen toonen!
BROWN.
Zit hier weer eens een tijdje in het hooge Noorden, en is
er als Ajax-schrijver zelfs hier geen rust voor mij te vinden.
Als je tegenwoordig je baantje bij het Clubblad wilt be
houden, dan moet je schrijven, ook al zou je onder de
Eskimo's vertoeven. Wat ik echter van hieruit voor nieuws
moet melden is mij voorloopig nog een raadsel. De Zweden
zijn fijne lui, dat is algemeen' bekend, en dat hier van alles
te koop is, weet U misschien ook. reeds. Maar ik heb geen
vrouw, dus ik behoef geen kousen mee te nemen, en boven
dien beschik ik ook niet over zoo enorm veel Zweedsche
Kronen.
Voor ons is het misschien belangrijk te weten, dat de
Zweedsche sportlieden hun uiterste best doen, hun Holland-
sche collega's aan wat sportmateriaal te helpen.
Verder is hier veel deining rond Gunder Hagg en Arne
Andersson, deze knapen zijn plotseling gedwongen prof te
worden. Poor old Gunder 100.000 Kronen 62.000) per
jaar was voor een amateur eigenlijk wel een paar centen te
veel. Ondertusschen heeft hij reeds een aanbieding uit
Australië en zal hij wel spoedig vertrekken.
Hopelijk gaat hij er als prof niet te veel op achteruit.
Die tooneel voorstelling, door en voor Ajacieden vond ik
geweldig. Verdorie, wat een comedianten hebben wij in Ajax,
vooral Joop van Stoffelen ën Pietje Leemhuis zijn volgens
mij enorm. Ik vind het overigens prettig, dat onze jongens
bij een voetbalwedstrijd niet voor ieder applausje behoeven
te bedanken, want dat ging nog een beetje stijfjes. Ook
Aat was uitstekend, hoewel ik dat verliefd worden op Jonk
heer Fischer niet bevordelijk vind voor den Clubgeest. Het
beste baantje bij al die dingen heeft overigens Marius nog
altijd; als je eens een assistent noodig hebt, bel mij dan
even, het is in Stockholm op dat gebied maar een droge boel.
Mag ik bij een volgende voorstelling adviseeren, danseressen,
meer danseressen, ik ben gek op danseressen, ze hebben
meestal zoo iets aparts.
Bij den wedstrijd tegen Xerxes leelijk zitten knijpen. Dat
was niet grappig meer, daar hadden we bijna feestelijk op
onze feestpantalon gekregen. Maar ook hier eind goed, al
goed, een beetje jammer, dat het altijd met hulp van een
penalty moet gaan.
Joop, als je nog eens een bal voor je maag krijgt, dan niet
zoo lang blijven liggen. Alleen maar drukken, sterk drukken,
het was Zaterdagavond je eigen recept.
Inmiddels heeft De Volewijckers verloren, en moet ik wat
vlugger terug komen, om bïj het Kampioenschap aanwezig
te zijn.
Ik heb een diner, met een Zweedsche,
ze is reuze knap, en dat weet ze,
ze zegt maak het kort,
schrijf niet steeds over sport,
en onderwijl drinkt ze, en eet ze.
Alvorens het te duur wordt, stop ik dus maar.
JAMES.
naar onze meening, daarbij gevoegelijk kunnen laten. Wij drukken
met instemming den eersten passus nog eens af, onderstreepen dien
en doen er verder het zwijgen toe. Want, nietwaar:
„Als sportmenschen moeten wij een grapje kunnen verdragen en
waardeeren."