^ET-BRUINE MONSTER" IS ER WEEREl
12
HONKBAL-SCHEIDSRECHTERS GEVRAAGD.
In den loop der jaren hebben de honkbalclubs dikwijls haar
teleurstelling geuit over het feit, dat er bij de wedstrijden geen of
niet genoeg scheidsrechters aanwezig waren. Onze vereeniging heeft
tijdens de voorlaatste algemeene vergadering van den N.H.B. op dit
vraagstuk nogmaals de aandacht gevestigd.
Het stemt tot tevredenheid, dat de Scheidsrechterscommissie hierin
aanleiding heeft gevonden, alles in het werk te stellen, om tot een
behoorlijk scheidsrechterscorps te komen.
Eenige maanden geleden werd den vereenigingssecretarissen ver
zocht de namen en adressen op te geven van hen, die vroeger wed
strijden hebben geleid. Vervolgens werd den betrokkenen rechtstreeks
gevraagd, of zij bereid waren, zich ook in 1946 als scheidsrechter
beschikbaar te stellen.
Thans heeft genoemde commissie scheidsrechterscursussen geor
ganiseerd, welke 6 weken zullen duren. De leergang te Amsterdam
staat onder leiding van onzen clubgenoot M. Bremer en wordt
gehouden Dindsdag 9, 16, 23, 30 April en 7 en 14 Mei 1946 van 20 tot
21.45 uur in Krasnapolsky, Warmoesstraat. Aan het slot zal een
examen worden afgenomen.
Bij het verschijnen van dit clubblad behoort de eerste avond
wellicht tot het verleden. Laat u, indien u voor dezen cursus belang
stelling hebt, hierdoor echter niet afschrikken.
De Bond heeft gedaan wat in zijn vermogen lag.
Nu is de daad aan de honkballiefhebbers. Ik doe dan ook speciaal
een beroep op oud-honkballers en op hen, die dikwijls wedstrijden
bijwonen, doch zelf deze zomersport niet beoefenen. Ingeval u
kennissen hebt, die voor het leiden van wedstrijden in aanmerking
wenschen te komen ook al zijn zij geen lid van Ajax zal ik
dit gaarne zoo spoedig mogelijk vernemen.
Laten wij er allen even de schouders onder zetten. Als wij het
komende seizoen niet op een voldoend aantal arbiters kunnen bogen,
kan dit niet aan den Bond worden geweten.
E. H. VAN TUIJL.
HET „GEHEIME WAPEN".
In een vorig episteltje hebben wij een beetje eigenwijs betoogd,
dat de wisselvalligheid van het voetbalspel voor een belangrijk deel
toe te schrijven is aan gebrek aan beheersching van voetballers, in
het bijzonder der voorhoedespelers, die het moeilijkste onderdeel van
het spel, namelijk het maken van doelpunten, door onvoldoende be
heersching niet kunnen leeren of althans te veel kansen onbenut laten.
Men kan het daarmede eens zijn of niet, het
kan door niemand worden ontkend, dat tallooze
kansen om te doelpunten „om zeep" worden
gebracht, welke met wat meer koelheid van
hobfd een serie van doelpunten op hadden kun
nen leveren.
Wat moet er nu aan gedaan worden om dit
euvel tot de geringst mogelijke proporties terug
te brengen? Ook hier geldt, naar mijn meening,
het devies: begin bij de jeugd en de toekomst
zal meer doelpunten opleveren. Bij alle spe
lers van de hoogere elftallen vindt men het spel
van den adspirant terug. Natuurlijk kan een
speler door' training zijn spelpeil belangrijk op
voeren, maar de fundamenteele fouten in zijn
spel, als bijvoorbeeld hét zoogenaamde pingelen,
het trage reageeren, onbesuisdheid enz., zullen
zoolang hij voetbalt te herkennen zijn als deze
tekortkomingen hem niet op jeugdigen leeftijd
worden afgeleerd.
Het jonge spelersmateriaal is nog soepel en kneedbaar, door een
goed trainer is daaraan nog zooveel te boetseeren en te vervormen.
Daarvoor zijn noodig, behalve gedegen kennis van het voetbalspel,
paedagogische kwaliteiten. Men moet met geduld en tact met de
jongens om kunnen gaan, niet met blaffen en bijten. Zonder over
wicht bereikt een trainer niets, maar .dit overwicht moet geboren
worden uit het vertrouwen, dat men bij de jongens wekt door
aanwijzingen, welke hun het inzicht bijbrengen, dat zij met hun
moeilijkheden zoowel als voetballer dan als jonge mensch in goede
handen zijn. Met zulke jongens( kan een goed jeugdleider of trainer
wonderen verrichten.
Hoe maakt men nu een jongen voetballer „goalgetter"? Het is even
eenvoudig als moeilijk: door hem te leeren niet te haastig te willen
doelpunten! Haast is de vijand van beheersching en dit laatste is
voorwaarde om kansen te benutten. Kijken, kijken en nog eens
kijken moet hem ingehamerd worden, zoo intens, dat dit kijken
geleidelijk tot aanvoelen wordt van spelsituaties voor het doel. Is
hij eenmaal zoover, dan zal men kunnen constateeren, dat hij doel
punten kan maken op een wijze, welke oudere spelers van hoogere
elftallen hem niet kunnen verbeteren. Probeert U het eens een jaar
met Uw pupillen of zoons en we zullen dan over enkele seizoenen
het wonder beleven, dat alle Ajax-elftallen in de competitie boven de
honderd doelpunten komén.
Dit „geheime wapen" geef ik gratis, dus voor niks en niemendal,
op voorwaarde echter, dat ik in een volgend artikeltje ook het
middel ter bestrijding van deze doelpunten-lawine mag openbaar
maken. Anders zou ik andere voetbalclubs te veel dupeeren en men
moet toch sportief blijven.
P. W. MICHELS.
DE SUPPORTER.
In z'n grijs-groen sportdemitje
Kennelijk van C. en A.
Stond hij bibb'rend langs het lijntje
Op het veld van B.C.A.
En de regen viel bij stroomen
Doch hij staarde onverstoord
En de druppels drupten langzaam
Tusschen hals en tusschen boord.
En z'n laaiend enthousiasme
Bij een goaltje van z'n club,
Deed hem al het nat's vergeten
En hij schreeuwde hup, hup, hup.
En zoo stond hij een tweetal uren
Zijn gewrichten waren stijf
En zijn grijs-groen sportdemitje
Kleefde kleffend aan zijn lijf.
Doch wat deerde hem de regen
En de modder om hem heen
B.C.A. had weer gewonnen
En stond stevig nummer één.
's Avonds zei z'n vrouw „zeg mannie
Wees een schat zeg en ga mee
In de kino draait een film
van Grace Moore en Chevalier."
En hij stapte naar het venster
En schoof het gordijn opzij
En zei „vrouw, wanneer jij gaan wilt
Kan je gaan, maar zonder mij
Die Grace Moore die zingt wel aardig
En Chevalier, doet wel komiek
Maar ik vrees, schat, 't gaat regenen
En 'k ben bang voor rheumatiek."
THIJS.
VAN HET SECRETARIAAT ELFTALLEN-COMMISSIE.
Uitslagen vanaf 10 Februari 1946.
10 Februari 1946:
Ajax't Gooi 2—0.
Zaterdag 16 Februari 1946:
De Volewijckers 6Ajax 5 Adsp. 01; Ajax vet.W.O.L. 54.
17 Februari 1946.
AjaxA.D.O. 32; Ajax 3D.W.S. 3 1—4; Zeeburgia 2Ajax 4 22;
Ajax 5Ontwaakt 2 34; Ajax 6A.P.G.S. 2 44; Ajax 8S.V.O. 2
19—0. Juniores: Ajax 1—Blauw-Wit 1 3—1. Adspiranten: Ajax 1
D.W.V. 1 2—4; Animo—Ajax 3 3—0; Meteoor 2Ajax 4 0—7; Ajax 6
T.D.W. 10—0.
17 Maart 1946:
Ajax—Xerxes 2—1; K.F.C. 2—Ajax 2 1—2; W.F.C. 1—Ajax 3 2—2;
Ajax 4—De Spartaan 3 1—0; Fokke 2—Ajax 5 06; Ajax 8Zeeburgia 5
14—4. Juniores: AjaxT.O.G. 90; Zeeburgia 2Ajax 2 25; Ahrends
Ajax 3 05. Adspiranten: Ajax 1D.W.S. 1 2—1; Ajax 3—T.W.M. 05;
Ajax 4— C.D.W. 0—1; D.W.V. 5—Ajax 5 0—3.
Zaterdag 23 Maart 1946:
Ajax Adsp. 6Germaan Adsp. 5 61.
24 Maart 1946:
Sparta—Ajax 1—5; Haarlem 2—Ajax 2 5—0; Ajax 3—De Vole
wijckers 2 0—1; Ajax 4—D.W.V. 3 7—2; D.V.A.V. 2—Ajax 5 2—3;
Spartaan 5—Ajax 6 1—1; Wilh. Vooruit 2—Ajax 6 1—11. Juniores:
Ajax l—Zeeburgia 1 10—0; A.S.V.K.—Ajax 2 0—2; Ajax 3—Blauw-
Wit 5 3—0. Adspiranten: Zeeburgia 1—Ajax 1 2—4; Zeeburgia 2—
Ajax 2 4—2; A.S.V.K.—Ajax 3 4—3; Ajax 4—De Meteoor 12—0; Aals
meer 2Ajax 5 014.
Zaterdag 30 Maart 1946:
Ajax Adsp. 6—Blauw-Wit Adsp. 6 2—0; A.F.C. vet—Ajax vet. 4—3.
31 Maart 1946:
Ajax—R.F.C. 4—2; Z.F.C. 2—Ajax 2 4—2; K.F.C. 3—Ajax 3 0—0;
T.O.G. 2Ajax 4 4—0; T.W.M. 2Ajax 6 1—8; S.A.V.M. 3Ajax 7 1—6;
de Meer 3—Ajax 8 1—3. Juniores: D.W.S. 1—Ajax 1 21; Watergraafs
meer—Ajax 2 1—6. Adspiranten: Ajax 1—Z.S.G.O. 1 0—4; A.F.C. 2—
Ajax 2 0—0; Ajax 3—S.A.V.M. 110; Ajax 5—A.F.C. 6 51.
EEN ANDERE FAVORIET: ONZE MERKSCHOEN
LICHT-SOEPBL-PBIMA PASVOPM EN STERK_
VNIEUWENDIJK 152 AMSTERDAM
Sportartikelen ensportkleeding- in het be$ti genre.
DRUKKERIJ GRAFICA
- AMSTERDAM