A JAX-LIMMERICKS. bovenal. Want wat vroeger gepresteerd werd en waarop onze roem volle reputatie berust, dat is verleden tijd. En wat ons nu weer zoo'n eervolle plaats doet innemen in de rij der leidende Neder- landsche clubs, dat zal toch ook weer verleden tijd worden. Maar gij, jongeren, gij hebt de toekomst, gij moogt dan thans nog een min of meer ondergeschikte rol moeten vervullen, gij zult ge roepen worden op den voorgrond te treden en ,,Ajax" naam en glorie zal aan U worden toevertrouwd. Bereidt U daarop voor met den ernst en de wilskracht, de intensiteit en de toewijding, die men van flinke Hollandsche jongens, van echte Ajacieden, verwach ten mag. Die voorbereiding bestaat echter niet üitsltiitend in Uw training, in Uw sportprestaties en wat ge met Uw wedstrijden bereikt. Er is ook moreele schade in den oorlog ontstaan, die ook in onze sport wereld bemerkbaar is. En ook te dien opzichte dient ernstig naar herstel te worden gestreefd, ook die schade moet hersteld worden. Een club als „Ajax" is aan haar naam en reputatie verplicht daarbij het goede voorbeeld te geven. De moreele schade is op velerlei gebied waarneembaar. Ik geef onmiddellijk toe, dat dit in onze geheele samenleving valt te consta- teeren, in de sport stellig niet het sterkst en wat „Ajax" betreft, zeker niet erger dan elders. Maar dat er een gebrek te constateeren valt aan elementaire omgangsvormen, aan sportieve en aangename manieren, aan ridderlijkheid, die toch den sportman sieren moet, aan waardeering voor tegenstanders, aan appreciatie en respect voor ouderen, voor scheidsrechters, bestuurderen, kortom voor allen, die er naar beste krachten naar streven, Uw weg in het sportleven te effenen en U de voordeelen en de*,vreugden der sportbeoefening te bieden, zoo goed als dat onder de huidige omstandigheden redelijk mogelijk is, dat alles valt niet te ontkennen. Wij willen niet spreken van losbandigheid, van ontaarding, zooals zeer zeker elders helaas wel waar te nemen valt. Maar dat er een achteruitgang is in de opvattingen der huidige sportjeugd, dat in vele gevallen verwaarloosd wordt, wat juist aan de sportjeugd waarde verleenen moet, dat is helaas een feit, dat men ook in onzen kring waarneemt. En dat mag niet voortduren. „Ajax" dankt haar reputatie niet uitsluitend aan goals en aan overwinningen; die reputatie zou zelfs nooit geworden zijn welke zij is, als zij niet tevens baseerde op sportiviteit, op een correcte gedraging van allen die het rood-witte jersey dragen. Daardoor ontstaat redelijk de prettige verhouding (al sluit die een gezonde rivaliteit geenszins uit) met zuster verenigingen ende sterke vriendschapsband onderling. Want wat men thans weer in het licht stelt als een eersten eisch om succes te behalen voor de nationale ploeg (het moet een vriendenclub zijn!) dat geldt bovenal voor een club. De geest in een vereeniging wordt daardoor beheerscht, wie samen optrekt voor zijn club, moet dat doen met een gevoel van vriendschap en saamhoorigheid. Eii die gevoelens, die begrippen, die de waarde onzer sportbeoefening in niet geringe mate mee bepalen, zijn in den oorlogstijd, door de schade die aan het moreel is toegebracht, vervaagd. Welnu, wij móeten krachtig samenwerken, allen, van groot tot klein, ouderen zoowel als jongeren, dien geest weer volledig te herstellen, „Ajax" ter eere, doch evenzeer voor onzen eigen naam als sportman. Zoo is het dan toch een ernstig vermaan geworden. Het is niet gebaseerd op bepaalde feiten en men vrage mij dan ook naar aanleiding van deze ontboezeming geen details. Ik geloof, dat ze U allen bekend zijn. Gaat met U zelf te rade, gaat zelf eens na, hoe gij U steeds tegenover Uw clubmakkers en ook tegenover Uw tegen standers pleegt te gedragen. Ook zonder dat ge tegen reglementen zondigt, of bepaalde normen overschrijdt, kunt ge te kort schieten in Uw gedraging als „sportman". Want het begrip „sportman" is een eerenaam. Enóók Ajacied zij een eerenaam. Ajacieden, houdt dien naam hoog, door Uw spel, door Uw gedrag binnen en buiten de lijnen. Toont U dien eerenaam waardig! JAN DE BOER. DE MEDAILLE HEEFT OOK EEN KEERZIJDE. Iedere voetballer hoopt eens de kleuren van zijn land te mogen verdedigen. Wanneer een speler inderdaad de eer te beurt valt het oranjehemd te mogen dragen, gunt zijn club hem deze onderscheiding van harte. Deze eer straalt immers ook op haar af. Thans nemen 4 Ajacieden, n.l. Van der Linden, Potharst, Van der Veen en Drager, aan de wekelijksche oefeningen te Den Haag deel. Ware het niet, dat Fischer nog steeds hinder van zijn knie onder vindt, dan zou ook hij stellig hiervoor zijn uitgenoodigd. Dat deze gang van zaken ook zijn schaduwzijde heeft, moge uit het volgende blijken. Aanvankelijk oefende de z.g.n. Nederlandsche-Elftalclub op Woens dagen, doch aangezien de club training hieronder te lijden had, werd besloten de uitverkorenen Dinsdags in de Residentie te laten bijeenkomen. De betrokkenen spelen dus Zondags hun wedstrijd, trainen Dins dags in en bij de wondertent van V.U.C. en Donderdags in eigen kring. Intusschen hebben, met het oog op de aanstaande landen- wedstrijden, midden in de week al eenige selectiewedstrijden plaats gevonden, met het gevolg dat de training in clubverband toch in het gedrang kwam. Met betrekking tot het groote aantal rood-witte vertegenwoordigers is het gevaar niet denkbeeldig, dat hun een ongeval overkomt, waar van inzonderheid hun club wel eens de dupe kon worden. In het Amsterdamsch elftal, dat 2en Kerstdag tegen de Zwaluwen uitkwam, was Fischer als eenige Ajacied opgesteld. Merkwaardig genoeg was hij het juist, die kort voor het einde wegens een blessure moest uitvallen. Gelukkig heeft Ajax van zijn niet of op halve kracht spelen tot dusver geen nadeelige gevolgen ondervonden. Natuurlijk zou hij ook in een competitiewedstrijd letsel hebben kunnen krijgen, doch dan loopt elke voetballer, candidaat voor een vertegenwoor digend elftal of niet, hetzelfde risico. Verder dreigt er nog een gevaar. Behalve de reeds gespeelde competitiewedstrijden in het huidige seizoen heeft ons eerste elftal er sedert de bevrijding niet minder dan 22 beker- en vriendschap pelijke matches opzitten. Het heeft thans nog een flink aantal zware competitiewedstrijden, eventueele kampioens- (wie lacht daar?) en/of bekerwedstrijden voor den boeg. Bovendien hebben enkele Ajacieden een goede kans op een plaats in het nationale team. Ten slotte staan er voor het hoofdstedelijke elftal nog verschillende ontmoetingen op het programma, waarvoor waarschijnlijk een aantal clubgenooten in aanmerking zal komen. Ajax't Gooi. Krachtmeting vol moeiten, gevaren, Wie zou hier critiek willen sparen? Het rammelde „voor", Kans op kans ging teloor: Een „off-day" der rood-witte schare. AjaxA.D.O. Datoomkracht van A.D.O. ik minde, Het Ajax-spel mij nog méér zinde. Plots penalty, schot, En Ajax won vlot: Een prachtbal van Henk van der Linden. Clubstijl. Per kar komen Ajax-getrouwen Steeds Meerwaarts, bestuur, spelers, vrouwen. Stoet rijdt" langs mijn deur, Doch stelt mij teleur: De „Staringh"-club mag uren sjouwenü 24 Februari. Schiedam afgelast, geen bezwaar, ah, 't Was noodweer, een soort Niagara. Geen sterveling mort, Dat's tucht in de sport Tot slot Ajax-marsch bij de V.A.RA.. STARINGH. Ofschoon ik het niet hoop, zou het toch allerminst verwondering wekken, als zich mettertijd verschijnselen van voetbalmoeheid zou den voordoen. Ik neem daarbij als voorbeeld Willem II, een der deelnemende ploegen aan de kampioenscompetitie in 1934 welke een verlengstuk nodig had, die een jaar later degradeerde. Dat de tricolores voor de 2e klasse te sterk waren, hebben zij kort daarna bewezen. De kans, dat deze „Engelsche" competitie tot minder goede resul taten in het volgende seizoen zal leiden, is niet gering. De spelers voetballen nog altijd uit liefhebberij en zijn geen machines! E. H. VAN TUIJL. DE AJAX-BRIDGERS LEVERDEN SLAG. Dp Vrijdag 15 Februari j.l. in „Suisse" gehouden bridge-drive mocht zich in een groote belangstelling verheugen. De deelnemers waren in 3 afdeelingen ondergebracht. De volgende koppels wisten op een eersten prijs beslag te leggen: 1. C. Jacobsen—H. Jacobsen 38>4 pt. 2. C. W. Jacobsen—R. Jacobsen 45 3. W. H. Wendt—G. Wilking 46J4 4. W. Persenaire—J. Rol 49J4 5. J. H. PotharstA. Schreuder 51 6. H. J. ten Have—H. Wessels 56 Voo^/een tweeden prijs kwamen in aanmerking: 7. J. Exmann—Douma 4834 pt. 8. A. ten Napel—E. Hessels 50 J4 9. W. v. d. MaasJ. Lakmaker 5034 10. J. Losekoot—J. H. de Sterke51 11. A. de WitD. Groenewoud 5434 12. B. A. Span—J. B. Ruimschoot 57 De Commissie kan met genoegen op dezen geslaagden avond terug zien, waarbij een woord van dank aan de heeren De Ruyter, gebroe ders Groenewoud en Oomes Jr. voor hun medewerking niet achter wege mag blijven. Verder is Aj-ax de schenkers der prijzen zeer erkentelijk. Onder de medededingers bevonden zich verscheiden clubgenooten, die niet geregeld in de soos komen. Mogen zij voortaan tot de vaste bezoekers behooren! E. H. VAN TUIJL. DE „AJAX"-BILJARDCOMPETITIE. Het biljardtournooi nadert zijn einde, sterren tuimelden door nederlagen van de bovenste plaatsen, de spanning neemt toe. De clubavóndcommissie wil er geen lang dradige geschiedenis van maken en verzoekt daarom den deelnemers be leefd doch dringend, geregeld te ko men. Er zijn nog enkele tournooi- ridders, wier achterstand te groot is. Dat komt een vlot verloop niet ten goede en zou op den duur tot maat regelen nemen leiden. Wij doen daar om een beroep op de sportiviteit „der onregelmatigen" en verzoeken hen iederen Vrijdagavond naar Hotel „Suisse" te komen, waardoor het de firma Oomes, Dukker en Co., die toch alles doet, om den Ajacieden een pret- tigen avond te bezorgen, een ietsje gemakkelijker wordt gemaakt. Ajacieden, kent Uw plicht en op naar Hotel „Suisse". BROWN.

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1946 | | pagina 3