mmüJBAvo/iDm,
CLUBBLAD.
Het is alweer ruim zes jaren geleden, dat de Heer Elzenga
ons aanklampte en doodleuk zeide, de redactie van ons club
blad is opgeroepen voor den militairen dienst en nu hadden
wij gedacht, dat jij en Jan Schoevaart maar tijdelijk zitting
moesten nemen in de directie van ons cluborgaan. Stel je
maar in verbinding met redacteur De Jong, die zal je wel
vertellen wat je te doen hebt.
Protesten werden niet aangenomen en dies stapten wij op
een avond naar het kantoor van genoemden redacteur, die
met schaar en lijmpot een clubblad in elkander zat te puzzlen.
Na de begroeting verrichtte De Jong eenige mystieke mani
pulaties met bovengenoemde attributen, sprak enkele vol
zinnen, die ons als abracadabra in de ooren klonken en
vond, daar hij er verder geen tijd meer voor had, dat het
redactie-adres voortaan maar op de Molenkade moest zijn.
Weer werden geen protesten aangenomen en zaten wij met
de gebakken, of liever, nog te bakken peren. Wij hebben
toen deze taak maar op ons genomen en getracht naar beste
kunnen en kennen, er iets van te maken.
Vaak hebben wij ons afgevraagd, heeft zoo'n clubblad
eigenlijk wel zin of is het alleen maar „lollig" om een eigen
krantje te hebben. Wij voor ons zijn van meening, dat een
cluborgaan wel degelijk zin heeft, niet alleen ter wille van
den statisticus of eventueelen Ajax-historie-navorscher, maar
ook voor den Ajacied van thans.
Een clubblad behoort een blad te zijn, geschreven in ons
geval door en voor Ajacieden. Wij moeten er in kunnen
vinden, of liever in beschreven vinden, alles wat onze club
raakt. Zooals het nu gaat en laten wij er bij zeggen, zooals
het meestal gegaan is, kan dat onmogelijk. De medewerking,
die wij hebbende medewerkers zijn te tellen op minder
dan de vingers van een handis bedroevend slecht. Men
zal begrijpen, dat een blad waarvoor, naar wij zeker weten
toch wel belangstelling bestaat, op zoo'n wijze nooit aan het
gestelde doel kan beantwoorden. Zeker, wij krijgen onze
krant wel vol, maar hef is toch beschamend, dat van een
club met 1200 leden en donateurs, twee a drie menschen te
vinden zijn, die zich de moeite willen getroosten om ons
blad in stand te houden. Wij kunnen nog eenige vellen papier
over dit onderwerp volschrijven, maar wij stoppen er mede.
Wij hebben meer met dit bijltje gehakt ener kwamen
inderdaad wat spaanders! Die spaanders zijn in de barre
jaren die achter on& liggen echter verdwenen, zeker opge
stookt in het noodkacheltje! Maar alle gekheid buitenspel.
Ajacieden, wij verwachten van TJ in het nieuwe jaar mede
werking, neen, een berg copy voor „Het Ajax Nieuws".
Ajacieden, grijpt de pen en schrijf, lieg desnoods (maar
geestig), dat de stukken er af en in onze brievenbus, Molen
kade 9, Duivendrecht, vliegen. Port 0.075 Dank U!
BROWN.
DE KIENAVOND.
De in ons vorige clubblad aangekondigde kienavond is buiten
gewoon goed geslaagd. De Heeren Oomes en Dukker hadden een
collectie prijzen bij elkander getrommeld, waarvan wij perplex
hebben gestaan. Het was gewoonweg overweldigend, wat dien avond
in Hotel „Suisse" de Ajax-familie werd voorgezet.
Op twee lange tafels, keurig met sparrengroen versierd, lagen, als
een tot werkelijkheid geworden sprookje, zegge en schrijve honderd
dertig aller smakelijkste prijzen tentoongesteld. Er was dan ook
maar één roep: fantastisch! Hoe deze Heeren dat voor elkander
hebben gekregen is onbegrijpelijk en het lijkt ons niet gek, de naam
„clubavond-commissie" te veranderen in „het-prijzen-opscharrel-
comité".
Wij wisten, dat de Heer Oomes zijn hand er niet voor omdraait,
voor de clubavonden iets los te peuteren en ook, dat hij er niet
tegenop ziet om voor Ajax het een en ander te doen. Maanden ge
leden had hij, heel zakelijk, reeds beslag gelegd op „edel wild" en
eenige dagen voor het feest hebben wij hem met zijn zoon en Jan
Blomvliet bezig gezien een paar honderd kienkaarten bedrijfsklaar
te maken. Wij wisten ook, dat „iets doen om de clubavonden zoo
gezellig mogelijk te maken" zijn hobby is, maar dat hij en zijn mede
werkers met zoo'n „kei-knal-kienavond" voor den dag zouden
komen, hadden wij in de verste verte niet verw'acht. Daarom, en wij
zijn overtuigd ook namens de leden en donateurs, hulde, driewerf
hulde aan de firma Oomes, Dukker Co.
Zooals reeds gezegd is deze avond buitengewoon goed geslaagd
en een uitstekende propaganda voor onze club geweest. Niet alleen
in, maar ook buiten onze vereeniging sprak men over den Ajax-
kienavond en hiermede is weer het bewijs geleverd, dat onverschillig
in welke commissie men ook zit, een ieder een steen kan bijdragen,
om het Ajax-huis hechter en sterker te maken. Het is logisch, dat
het succes van het eerste elftal stimuleerend werkt op de belang
stelling voor de club, maar even logisch is het, dat de daden van
bestuur en commissieleden, die belangstelling in de hand kunnen
werken. Daarom is het een eerste vereischte, dat zij, die geroepen
worden in één van deze colleges zitting te nemen, zich voor de volle
honderd procent geven. Als dat gebeurt, en dat kan de hier ge
memoreerde kienavond is daar het sprekende bewijs van dan moet
het onze club voor den wind blijven gaan. Dan zal rood-wit de
plaats blijven innemen, waar zij zich reeds dertig jaren heeft kunnen
handhaven, n.l. aan de spits van het Nederlandsche voetbal.
De clubavond-commissie zal, als het haar gegeven mag zijn, aan
Wij ontvingen van St. Nicoïaas bovenstaande groepsfoto, die wij dan ook nog gaarne opnamen.