3
iedereen bevredigen. Ten eerste gaat het niet aan, dat een der
bestuursleden de Algemeene Vergadering als het ware raadsels
opgeeft. Volgens het Reglement is het Bestuur aan de A.V. verant
woording schuldig. Welnu, laat het dan klaren wijn schenken! Verder
bleek het zenden van een voorloopige agenda aan de secretarissen
der veréenigingen weinig zin te hebben, want niettegenstaande het
feit, dat hierin vermeld was dat de namen der eventueel te stellen
candidaten voor de bestuursfuncties uiterlijk 17 November 1945 bij
het secretariaat moesten zijn binnengekomen, werd de heer Baas
op het laatste oogenblik nog voorgesteld. Helaas, het Reglement
voorziet hierin niet, een reden te meer, dit zoo spoedig mogelijk
te herzien!
De Voorzitter bracht den heer Notebaard, die thans in het buiten
land vertoeft, hulde voor de wijze, waarop deze zich van zijn taak
heeft gekweten.
De woordvoerder van Ajax betuigde den afgetreden functionaris
eveneens zijn dank voor diens prachtig werk. Hij meende de tolk
van alle vereenigingen te zijn, door het Bestuur te verzoeken den
heer Notebaard uit naam van de A.V. een groet te zenden.
D.W.S. trok haar voorstel tot uitbreiding der eerste klasse en
afschaffing van promotie- en degradatiewedstrijden wijselijk in. Wel
wenschte zij de reservenegentallen in reserveklassen te zien onder
gebracht. Door een kleine meerderheid van stemmen werd hierop
afwijzend beschikt.
Bij de rondvraag zette de afgevaardigde van Ajax uiteen, dat het
in den N.H.B. nog steeds te gemoedelijk toegaat. Het doel, de be
oefening van het honkbalspel in Nederland te bevorderen, zou z. i
slechts dan kunnen worden bereikt, als de Bond meer activiteit aan
den dag legde.
In de eerste plaats vestigde de spreker de aandacht op het zorgen
kindje: het scheidsrechterswezen. Vooral dit jaar was het hiermede
niet best gesteld, al had hij een open oog voor de moeilijkheden,
waarmede de Scheidsrechterscommissie te kampen had gehad. Ook
voor de aangesloten clubs is hier een taak weggelegd; zij toch
kunnen haar oud-honkballers en actieve spelers aansporen zich als
scheidsrechter beschikbaar te stellen.
De spelregels zijn eveneens nog voor verbetering vatbaar, waarom
onze zegsman het wederom vormen van een Technische Commissie
aanbeval.
Voorts moet zoowel het Huishoudelijk Reglement als het Reglement
van Wedstrijden eens goed onder handen worden genomen.
De Voorzitter was erkentelijk voor de in opbouwenden zin geuite
critiek.
Over het vervolgens door Ajax te berde gebrachte feit, dat het
reglementair niet juist was dat er een officieele wedstrijd om het
landskampioenschap was gespeeld, wijl de eerste-klassers en over
gangsklassen bij elkaar waren gevoegd, werd lang gediscussieerd.
De voorzitter gaf toe, dat het inderdaad op reglementaire grondel^
niet mogelijk was, doch beriep zich op de abnormale omstandig
heden. Uit propagandistische overwegingen werd besloten in den
huidigen stand van zaken geen verandering te brengen.
Alvorens të dezer zake de strijdbijl te begraven, moet het Ajax
van het hart, dat het argument van den heer Bleesing geen steek
houdt. Slechts indien er van overmacht sprake was geweest, zou
men van het Reglement hebben kunnen afwijken. De omstandig
heden dwongen het Bestuur er heelemaal niet toe, een officieelen
in plaats van een officieuzen kampioenswedstrijd te laten spelen.
Op de vraag, of de N.H.B. voornemens was in 1946 weer landen-
wedstrijden te organiseeren, antwoordde de heer Bleesing, dat hij
met den Franschen bond reeds contact had gehad.
Van de Belgen, die van de in hun land aanwezige Amerikanen
wel iets zullen hebben geleerd, had hij nog niets vernomen.
De mogelijkheid is niet uitgesloten, dat een Amsterdamsch negental
mettertijd in Liverpool een honkbalwedstrijd zal spelen.
Ten slotte ligt het in de bedoeling van de Gemeente, op een der
terreinen van de Stichting Voorland een honkbaltribune te bouwen.
E. H. VAN TUIJL.
SINT NICOLAAS BIJ DE AJAX-JEUGD.
Zooals op de uitnoodiging vermeld stond, had Pieterman, Sint
Nicolaas in het oor gefluisterd, dat hij op Zaterdag 8 December nog
een bezoek in het Ajax-stadion moest afleggen, dat hij Poppey en
Betty Boop zou meebrengen en als wij om half drie niet aanwezig
waren, wij nog niet gelukkig zouden zijn. Dies hebben wij, en met
ons de jeugdcommissie en circa 150 jeugdige Ajacieden, onze schreden
op dien dag naar ons stadion gewend en Sint (op de convocatie stond
heel oneerbiedig „de ouwe taaie") met vol verwachting kloppende
harten afgewacht. De Heer Verburgt hield er met leutige wijsjes
op het klavier den moed in en om een beetje getraind op het ijs te
komen hebben wij nevenstaand gedicht van den Ajax-dichter „Tric-
Trac" ingestudeerd. De Heer Paternotte, die het halve City Theater
had meegebracht, liet na de openingsspeech van voorzitter Koolhaas,
een film draaien, zoodat de stemming er al aardig inzat, toen de
Sint en Piet hun entree maakten. Piet bleek een zeer geschikte
knaap, die ons door zijn ietwat kromme beenen heel bekend voor
kwam en wij moeten ons al sterk vergissen als wij niet jaren geleden
met den Sint in Ajax 2 hebben gespeeld. Hoe het echter ook zij,
de Sint en Piet bleken kind aan huis te zijn bij ons en nadat de
Heer Koolhaas een hartelijk woord van welkom had laten hoorenv
moesten vele jeugdige Ajacieden op het matje komen.
De Sint sprak woorden van waardeering, doch deelde ook ver
maningen uit, waarbij Piet zich niet onbetuigd liet en lustig met
zijn beenen en de roede werkte. Henk v. d. Linde en Jack Reynolds
kregen eveneens een beurt, waarbij aan het licht kwam, dat de
Sint en Piet met de Engelsche taal geen last hebben. Zeker vaak in
Brittannië getoerd. Nadat de belhamels van onze club een beurt
hadden gehad, pakte de Sint uit, waarbij bleek, dat hij en zijn
knecht de Ajax-jeugd goed gezind is. Chocolade, krentenbollen,
speculaas en hopjes deelde hij met kwistige hand rond, zoodat het
een feest werd van je welste. De Sint en Piet hadden echter nog
meer te doen en na een dankwoord van onzen voorzitter verdwenen
de milde gevers naar de kleedkamerspardon, uit ons midden.
Tot zes uur hield de Heer Paternotte ons bezig met honkbal-,
athletiek- en teekenfilms en de middag was om voordat wij het
wisten. De Heer Koolhaas sprak nog een woord van dank aan allen,
die meehielpen em dezen feestmiddag te doen slagen, waarna een
ieder voldaan huiswaarts keerde.
Rest ons nog den Heer Visser te bedanken voor zijn „zoete
bijdrage", waardoot het feest nog meer luister werd bijgezet.
BROWN.
SOME SENSES AND SOME NONSENSES.
Als Clubblad collaborateur is het nu eenmaal noodig zoo
nu en dan eens wat te schrijven, maar eerlijk gezegd mijn
hoofd staat er nog niet naar. Ik ben mijn vertrouwen kwijt,
en bovendien geloof ik nergens meer aan. Vroeger geloofde
ik, dat er zoodra een oorlog afgeloopen was, vrede zou komen,
en dat op 5 December Sinterklaas zou komen, en dat iemand,
die tijdens de oorlogsjaren in Holland op de barricade ge
bleven is, later zeker zulke kansen zou hebben, als iemand,
die destijds voor zijn eigen hachje te redden, naar Engeland
gevlucht was. Maar het resultaat is, dat ik nog steeds geen
vrede zie, dat ik gelezen heb, dat er op Zaterdag 1 December
1945 10 Sinterklaasen tegelijk door Amsterdam hebben ge
reden, en dat op de uniformen van de terugkeer der s veel
meer sterren en balken zitten als op de pakjes van onze
home-fighters, om nog niet eens over het verschil in zakelijke
kansen te spreken.
Eén ding geloof ik echter wel, en dat is, dat onze jongens
dit jaar weer eens een kampioenschap gaan behalen. Hoewel
ik ook weer eerlijkheidshalve zeggen moet, dat ik nog niet
veel mooi voetbal gezien heb. Maar nu heb ik ook niet alle
wedstrijden van ons eerste gezien, dus laten wij afspreken,
dat ik het beste heb gemist.
Jack is er tenminste weer bij, en dat zal onze kansen wel
danig verhoogen. Verdorie, Kerel, wat zie jij er goed uit, je
bent geen dag ouder geworden, en je opmerking, dat je je fit
voelt, kwam mij tamelijk overbodig voor, dat zag ik al op
honderd Meter afstand. Het doet ons Hollandsche hart echt
goed om, nu een ieder liefst zoo spoedig mogelijk zijn Vader
land wil verlaten, van Jack te hooren, dat hij echt blij is
weer in Amsterdam terug te zijn, en dat hij er niet aan denkt
om ooit weg te gaan.
Wij zijn je daarvoor dankbaar Jack, en verder good luck,
in je nieuwe, oude betrekking.
Gelezen, dat Hein Delsen, een voordracht gehouden heeft,
met als hoofdmotief, laat den bal het werk doen. Meen je
dat nu Hein, als ik me goed herinner, pingelde je vroeger
weieens een keertje; had jij niet bijnamen, als, goochelaar,
balkunstenaar en dergelijke. De bal deed toen ook het werk,
maar jij bleef toch wel altijd erg lang in de nabijheid van
het bruine monster.
Je weet, Henri, dat ik het goed bedoel, gelijk had je toch,
met je verhaal, zoowel als destijds met je dadên. Hadden wij
maar weer een paar spelers van jouw formaat, wat mij
betreft mogen ze dan zoo nu en dan nog een keertje pingelen
ook.
Tot een volgende keer. JAMES.
ST. NICOLAASFEEST DER A.F.C. „AJAX".
Ajaxstadion, 8 December 1945.
WELKOMSTLIEDJE.
(Wijze: Zie ginds komt de Stoomboot).
Weest welkom Sint-Niklaas,
Met Pietermanknecht
Hoe kom je uit Spanje,
Bij Ajax terecht,
Wat loopen ze kranig
Wat zijn ze nog fit,
't Zijn vast een paar Sterren,
Uit ons Rood en Wit. bis
Sint-Niklaas m'n Manfiélds,
Zijn leelijk kapot,
Mijn shirt is één stoplap,
Mijn broekje met mot,
Kijk Pieterman lachen,
Kom geef het ons vlug,
Je krijgt er een zeepbon,
Van ons voor terug. bis
Sint-Niklaas die sof-tram,
Rijdt Zondagss nog niet,
Dat doet er jong-Ajax,
Geweldig verdriet,
Geef ons uit je strooizak,
Een extra rantsoen,
Dan wordt ieder elftal,
Dit jaar kampioen. bis
TR1C-TRAC.