A.F.C. „AJAX
OFFICIEELE
MEDEDEEL! NGEN
Januari 194-2
Secretariaat
J. ELZENGA
3e Helmersstraat 4*7 b
Telefoon 82429
Amsterdam-W.
j*üY)LJLJÏ
Van onzen Voorzitter.
VOL GOEDEN MOED VOORWAARTS!!!
Niettegenstaande de oorlog nog in vele landen met feilen
strijd wordt gestreden en wij ons dikwijls de vraag stellen „waar
is het einde", kunnen wij, wat onze vereeniging betreft, het jaar
1941 met een gerust hart afsluiten. Ons eerste elftal heeft welis
waar nog geen voldoend aantal punten behaald, om geheel
buiten gevaar te zijn, maar in het spel van ons team is een
kentering ten goede gekomen en de noodige punten (ik bedoel
niet voor een eventueel kampioenschap!!!) zullen nog wel wor
den binnengehaald.
Tegen A.D.O., dat fraai op de eerste plaats troont, hebben
onze jongens tenminste weer eens laten zien, dat zij nog het
een en ander in hun mars hebben. Wel bleven de prestaties
tegen Feijenoord beneden de verwachting, maar tegen D.F.C. in
Dordrecht hebben Keizer c.s. weer een partij gespeeld, die ge
zien mocht worden. Met niet minder dan 31 moest de club van
Tonny Staal de vlag voor ons strijken. Jongens, dat is een
kranig stukje werk geweest, maar waarom nu niet eiken Zondag
zoo aangepakt?? Als weer met het oude feu sacré. als weer
met het oude élan, waarmede zoo vaak vader Brokmann, vader
Pelser, vader Hordijk, vader Couton e.a. een wedstrijd voor
hun geliefd rood-wit uit het vuur sleepten, gestreden wordt,
zullen wij nog vele punten binnen halen en.zeker enkele
plaatsen op de competitieladder stijgen.
Ook de andere elftallen hebben zich over het algemeen in het
jaar, dat achter ons ligt, goed geweerd en gaan wij dan ook
vol goeden moed 1942 in.
Het afgeloopen jaar heeft ons wederom bewezen, dat wij de
veioverde hooge plaats in de voetbalbeweging alleen dan kun
nen behouden, als wij op de meest energieke wijze, zoowel op
organisatorisch-, als op spelgebied, de zaken blijven aanpakken.
Van iederen AjaCied wordt dan ook verwacht, dat hij zijn
uiterste best zal doen om ons rood-wit deze belangrijke- en
mooie plaats te laten behouden.
Het oude vaandel moet ongerept blijven!!!
Ajax vraagt in 1942 van ieder lid, den geheelen persoon!!!
Als ieder Ajacied zijn plicht doet, zal het komende jaar voor
Ajax weer een goed jaar kunnen worden!
Ten slotte wensch ik de geheele Ajax-familie een gelukkig
1942 toe; en spreek daarbij de hoop uit, dat het ons in ons
gezin, werkkring en vereeniging voorspoedig moge gaan, en
dat het nieuwe jaar ons datgene zal brengen, waarnaar wij
allen zoo vurig verlangen, n.lVREDE.
M. J. KOOLHAAS, Voorzitter.
JAN DE BOER Jr. DERTIG JAREN ACTIEF AJAX-LID.
Wil men in Amerika, man-in-bonus worden, dan schijnt het daar de
gewoonte te zijn, om als krantenjongen, scharensliep, bloemenfmeisje?
of zoo iets dergelijks, te beginnen. Wij hebben dit verhaal tenminste
meerdere malen gehoord of gelezen en het zal dan ook wel in orde zijn.
Dat men, om als sportsman te slagen, ook als bloemènjongen kan
beginnen, was ons tot nu toe onbekend, maarhet is toch wer
kelijk voorgekomen. Hier volgt het bewijs.
Van hoogerhand kregen wij Zon
dag j.l. een tip, dat het einde
dezer maand, zegge en schrijve
dertig jaren geleden zal zijn, dat
Jan de boer Jr., als adspirant, het
A jax-shirt aantrok en nu als
veteraan dezelfde trui figuur
lijk dan) nog steeds met eere draagt.
Als men zooiets hoort, gevoelt men,
als stuk van wijlen de A jax-redactie,
zich verplicht, aan het snuffelen te
gaan en zoo vonden wij in het
„Ajax-Nieuws" van Maart 1938 de
doopceel van Jan, geschreven by
himself. Wij citeer en:
„Circa 26 jaren geleden, kreeg ik de voor mij heerlijke tijding, dat
„ik als adspirant-lid van „Ajax" was aangenomen en dat ik mijn
„diploma op een Zondagmorgen kon afhalen.
„Onze eerste diensten aan Ajax bestonden uit het fungeer en als
„bloemenjongens op het 12]/2-jarig jubileum, in „Bellevue" gegeven,
„waar Dolf Desmit en ik door het Bestuur werden aangewezen om in
„ons nieuwe voetbalpakje elke dame een bloempje aan te bieden."
Men ziet het dus, dat, om als voetballer te slagen, men kan be
ginnen met een bloemenmand te dragen.
Maar alle gekheid buitenspel. Er zullen wel niet veel voetballers
zijn, die op zulk 'n staat van dienst en wat voor een staat van
dienst kunnen bogen en het zou ons niets verwonderen, als Jan
op dit gebied tot de recordhouders behoort. Dertien jaren heeft Jan
voor Ajax 1 onder de lat gestaan en zeventien jaren als veldspeler
en als goalkeeper der veteranen zijn stapel steenen tot Ajaxglorie
bijgedragen. Het zou te ver voeren, om al de voetbal-heldendaden van
Jan op te sommen, daar zoo'n verhaal minstens een jaargang „Ajax-
Nieuws" zou beteekenen en men dit moeilijk van ons kan verlangen.
Toch willen wij hier nog even memoreeren, dat Jan niet alleen op
het groene veld onze vereeniging groote diensten heeft bewezen, maar
ook als bestuurslid zijn sporen dik heeft verdiend. Als commissaris van
materiaal waakt hij over de Ajax-spullen als een moeder van de porse
leinkast en zelfs maakte hij de laatste jaren deel uit van de clubblad-
commissiei Als wij dan ook zeggen, Jan de Boer, is een fonkelende
steen aan de Ajax-kroon, dan gelooven wij niet, hiermede te veel te
hebben gezegd. Wij zijn dan ook overtuigd, namens de geheele Ajax-
familie te spreken, als wij op deze plaats Jan bedanken voor het vele,
vele werk, dat hij voor onze club heeft verricht en daar dan tevens den
wensch aan toevoegen, dat het hem gegeven moge zijn, nog vele jaren
zijn krachten voor ons en zijn „Ajax" beschikbaar te stellen.
Jan, kerel, van harte gefeliciteerd met dit jubileum en op naar
de vijftig.
BROWN.