Om het voetbalkampioenschap
van Amsterdam.
Zoo hebben wij dan, als sluitstuk van het voetbalseizoen 1940 41, de
serie wedstrijden om het kampioenschap van Amsterdam gehad en is het
onze ploeg gelukt, als nummer één uit de bus te komen. Ronduit gezegd;
veel schoons is er in de vijf wedstrijden, die wij op ons programma hadden
staan, niet te genieten geweest. De eerste match, tegen D.W.S., was van
ons standpunt bekeken niet veel zaaks en dat wij uiteindelijk nog aan
een gelijkspel kwamen was meer dan ons toekwam. Voor de rust, alhoe
wel D.W.S. in het veld sterker was, wisten wij driemaal te scoren, doch
daarna, verzwakt door het uitvallen van Jan Potharst, waren wij nergens
meer. Goed werk van Gerrit Keizer voorkwam echter een nederlaag en
mochten wij met het verdeelen der punten meer dan tevreden zijn. De
wefistrijd tegen Blauw-Wit stond op een hooger plan en werd verdiend
door de onzen met 20 gewonnen. Bepaald mooi spel werd er wel niet
te zien gegeven, maar beide partijen spanden zich tot het uiterste in om
de zege te behalen en dat maakte, dat het een aantrekkelijke wedstrijd
werd. Bij tijd en wijle ging het hard tegen hard en gebeurde er soms,
laten wij zeggen „onvriendelijkheden" op het veld, die toch bij sportsmen
niet plaats mogen vinden. Namen noemen heeft geen zin, doch laten wij
hopen, dat in den vervolge meer dan hardhandig op den man spelen
achterwege blijft.
Met veel genoegen hebben wij gekeken naar het spel van onze Junior-
centrehalf Meyer. Hij verving op de linkshalfplaats captain Schubert en
speelde op deze voor hem toch vreemde plaats een uitstekende partij.
Op 't laatst kwam hij er zoo in, dat hij met allerlei schijnbewegingen zijn
tegenstanders in de luren legde en o.i. kunnen wij van hem nog veel ge
noegen beleven.
Tegen A.F.C., dat met drie invallers verscheen, hadden wij zoo op papier
een „walk over", doch de A.F.C.-ers speelden zoo enthousiast, dat de
score slechts tot 41 beperkt bleef. Een overwinning met drie doelpunten
verschil is altijd een behoorlijk resultaat, doch volgens het door beide
partijen vertoonde spel en de omstandigheden in aanmerking genomen,
kwamen wij met dezen uitslag niet aan ons geld.
De strijd tegen „Volewijckers", die ook weer rijkelijk forsch was, leverde
ons eveneens 2 punten op, zoodat de laatste wedstrijd, n.l. tegen de Zee-
burgianen, die een gelijk aantal punten hadden behaald als wij, de be
slissing moest brengen. Het is de slechtste partij van het geheele tournooi
geworden en in aanmerking genomen, dat onze ploeg met vele invallers
in het veld kwam, kunnen wij over het resultaat (22) nog dik tevreden
zijn. Door een beter doelgemiddelde kwamen wij nu voor een jaar in het
bezit van den titel „kampioen van Amsterdam", maar het was in 't geheel
niet gek geweest, als Zeeburgia er mede schoot was gegaan. In ieder
geval een eeresaluut aan de mannen van v. d. Putten, want zij hebben
zich in deze kleine competitie kranig gehouden. Of deze wedstrijden in
de komende jaren weer op het programma zullen staan, betwijfelen wij,
met het oog op het gesloten seizoen, sterk, maar hoe het ook zij, veel zul
len wij onzes inziens hieraan niet verliezen.
BROWN
30