Langs de lijnen van hel
A j ax-N. V.B.-voelbal.
Zooals gewoonlijk is er weer een stroom copy bij ons binnen gevloeid,
zoodat wij, door de beperkte ruimte genoodzaakt zijn deze rubriek ook
al om onze medewerkers niet teleur te stellen zoo kort mogelijk te
houden.
Wat ons eerste eltal betreft, is het een goede gedachte geweest, om
met het oog op de wedstrijden om het kampioenschap van Amsterdam,
onze jongens, door het spelen van vriendschappelijke matches, paraat
voor den grooten strijd te houden. De eerste oefenpartij ging tegen D.W.S.
en alhoewel wij met 21 als overwinnaars de arena verlieten, staat
onomstootelijk vast, dat wij een slechte beurt hebben gemaakt. Een
4 a 52 zege voor D.W.S. was geen onjuiste verhouding geweest en dat
de blauw-zwarten het zoover niet konden brengen, hebben wij hoofd
zakelijk te danken aan onze defensie, met Gerrit Keizer aan het hoofd.
Voor de rust ging het nog eenigszins en kwamen wij door een clean
offside-goal van Erwin en een gelukkig doelpunt van den debuteerenden
Korndorffer, wiens eerste optreden lang niet slecht was, aan een 21
voorsprong. Daarna was het met onze voorhoede misère en hebben wij
feitelijk deze linie niet meer gezien. Het was al D.W.S. wat de klok sloeg
en was Keizer, die met bravour en elegance zijn doel verdedigde, in een
slechte bui geweest, dan was er van een Ajax-zege niet veel terecht
gekomen. Nu trokken wij aan het langste eind, maar vaak hebben wij
ons afgevraagd, waar is ons mooie-, aantrekkelijke spel gebleven?
De tweede partij ging tegen 't Gooi te Hilversum en tegen de verwach
ting in, wisten Jan Schubert en zijn mannen, versterkt met Guus Drager,
die als linksbinnen een prima wedstrijd speelde, met 5—1 te zegevieren.
Drager (3), Broekman en Korndorffer zorgden voor de doelpunten, maar
wat prettiger is, het geheele elftal heeft een uitstekenden wedstrijd ge
speeld. In ons vorige clubblad schreven wij, toen wij het Pinkstertournooi
van „Dos-Velox" memoreerden o.a. „een mooie gelegenheid voor onze
eerste elftal-spelers, om nu eens te laten zien, dat wij in een tournooi
toch ook goed voor den dag kunnen komen". Deze woorden hebben hun
uitwerking niet gemist, want middels twee klaterende overwinningen werd
de eerste prijs, een electrische klok, in den wacht gesleept. Velox verloor
met 29 en in de finale werd D.H.C. met 40 verslagen. In het begin,
tegen Velox, zag het er niet naar uit, dat de Utrechtenaren zoo leelijk
op hun voetbalpantalon zouden krijgen, want ons elftal zat in den hoek,
waar uiteindelijk de klappen moeten vallen. Gerrit Keizer was echter
wederom in grootschen vorm en stopte eenige schoten, wij zouden haast
zeggen, op-een-hier-herkent-men-den-meester-wijze, die vriend en vijand
de handen tegen elkander deed timmeren. Toen onze ploeg zonder onge
lukken deze Velox-tien-minuten had doorstaan, was het leed geleden en
begon de doelpunten-regen. Tweemaal achter elkander tankte Fischer
door de Velox-verdediging en denderde den bal langs den Utrechtschen
doelman. In samenwerking met Bijl maakte hij er nog voor de rust 40
van om ook na de siësta een werkzaam aandeel in de score te hebben.
Zooals reeds vermeld, werd de uitslag 92 en mochten wij den volgenden
dag tegen D.H.C. om den eersten- of tweeden prijs kampen.
Bijl, die nu niet van de partij was, werd vervangen door Piet van Reenen
en Piet heeft èn Ajax èn zijn stadgenooten laten zien, dat een ras-voet-
281