lieten de Ajacieden zich meer gelden en het werd een aardige, gelijk-
opgaande partij, waarbij ook de onzen zich kansen wisten te scheppen.
Het spel van onzen pittigen centre-half Mooy viel vooral te loven, terwijl
ook Jacobsen zich niet'onbetuigd liet. In de voorhoede werd listig gecom
bineerd, Kraan, Volkers, Boerkoel, Kalse zoowel als Luza deden goed
werk, doch ook hier bleven resultaten uit. Daar onze achterhoede, die in
het begin nogal fouten had gemaakt, zich intusschen had hersteld en nu
resoluut „niet thuis gaf" brak de rust aan met blanco stand.
Na de pauze pakten onze jongens direct goed aan. Het was wederom
in hoofdzaak Mooy, die door zijn energiek werken onze voorhoede ge
regeld in actie bracht en het duurde dan ook niet lang of Luza werd door
handig spel van Boerkoel in staat gesteld om te scoren. Dit lieten de
V.V.A.-ers niet op zich zitten; aangemoedigd door hun vele aanhangers
vielen zij verwoed aan; onze backs, Starreveld en Nieuwenbrug lieten
zich overrompelen, Maaskant viel even te laat uit, en de bal verdween
in ons doel. Er was nog een kwartier te spelen; de Ajacieden zetten de
tanden nog eens op elkaar; eenige goed opgezette aanvallen volgden,
doch de V.V.A.-keeper was op zijn post en wist onheil te voorkomen.
De V.V.A.-ers daarentegen wisten hun kansen beter te benutten. Bijna
op dezelfde manier als daarvoor kwam hun 2e goal ter wereld. Het einde
naderde met rassche schreden. Ajax leek geslagen. Het zou echter anders
uitkomen. Onze jongens zwermden voor het vijandelijk doel; een der
backs bewerkte den bal met zijn arm; fluitsignaal scheidsrechter; penaltyl
een zeer zware straf, doch een andere oplossing was niet te vinden.
Boerkoel voltrok het vonnis met een keihard schot. Einde 22.
Einde van deze reportage.
BROWN.
Adspiranten 4. het elftal, dat de voetbaleer van de Ajaxjeugd hoog hield
en kampioen werd.
Foto Oomes.
298