Langs de lijnen van hel A j ax-N. V.B.-voelbal. Zoo is dan de groote strijd, AjaxBlauw-Wit, weer gestreden. is aan de lange lijst „historische-hoofdstedelijke-ontmoetingen" weder één toe gevoegd en wat voor ons belangrijk, zoo niet het belangrijkste is onze reeks overwinningen op de club van president Schindeler, met één vermeerderd. Met twintig overwinningen, negen onbesliste wedstrijden en elf nederlagen Jan Elzenga heeft het voor ons uitgepuzzeld hebben we nog een ruimen voorsprong en behoeven ons, met betrekking tot dit punt, dus voorloopig geen zorgen te maken. Alhoewel beide elftallen elkander weinig ontliepen Blauw-Wit speelde iets fanatieker, Jan Schubert c.s. met iets meer overleg ge- looven wij toch, dat onze ploeg de overwinning wel heeft verdiend. Uit gemeten naar de kansen, hadden wij zeer zeker recht op de zege, daar Blauw-Wit vrijwel geen serieuze- of z.g. „opgelegde" kansen heeft gehad. Aan onzen kant zijn er echter eenige zeker schijnende doelpunten, Jan Gerritsen miste in de eerste tien minuten twee „dotjes", naar de andere wereld geholpen. Verder denken wij aan het schot van Rinus Bijl, geheel buiten bereik van Ferwerda, tegen den paal en den gloeienden kogel van Fischer, dien de Blauw-Wit doelman op wonderbaarlijke wijze over de lat stompte. Als wij dan nog beide teams vergelijken, dan was o.i. onze verdediging hooger aan te slaan, dan die van Blauw-Wit. Jan Schubert, Potharst en Keizer vormden een hecht verdedigingsblok, hetgeen van Wilders, Slot en Ferwerda nu niet bepaald gezegd kon worden. Wij hebben de Blauw-Wit backs wel betere wedstrijden zien spelen. Beide middenlinies liepen vrijwel parallel, d.w.z. de Blauw-Wit spil, de minste van de drie, en bij ons, vooral voor de rust. Jaap Hordijk in een zwakke bui. Laat den bal het werk toch doen, Jaapl De Blauw-Wit-aanval was zoo op het oog iets agressiever, doch in wezen lang niet zoo gevaarlijk als ons aanvalsquintet en alhoewel het hier nu ook niet bepaald „rozengeur en maneschijn" was, prefereerden wij toch onze stormlinie. Met dit laatste bedoelen wij dan, de voorhoede samengesteld, zooals zij na de rust opereerde, dus met Fischer op den rechtervleugel. Deze omzetting heeft o.i. dan ook tot de Ajax-zege geleid en lijkt ons een vingerwijzing, om in deze richting niet meer te experimen teeren. Typisch is het om te constateeren, dat een verandering in onze ploeg, die meestal funest is, nu zoowel tegen V.U.C. als tegen Blauw-Wit, het gewenschte resultaat bracht. Elders in dit blad geeft Jan de Boer zijn meening over dezen wedstrijd ten beste, zoodat wij onze gebruikelijke „impressies" deze keer achter wege laten. Tegen Haarlem brachten wij het zacht uitgedrukt in een ietwat onvriendelijken wedstrijd, niet verder dan een gelijk spel. Haarlem kreeg hiermede iets meer, dan haar toekwam, hetgeen natuurlijk prettig voor haar was, maar ons toch weinig voldoening schonk. Over de oorzaak van de „onvriendelijkheden" zullen wij ons maar verder niet verdiepen, daar in zulke gevallen de meeningen lijnrecht tegenover elkander staan. Alleen zij ons veroorloofd hier op te merken, dat sport, dus ook de voet balsport, is bedoeld als stelselmatige lichaamsoefening en spel, gespeeld door menschen, die zich hiertoe aangetrokken gevoelen. Het is dus niet bedoeld en zeer zeker niet voor amateurs om gelegenheid te schep pen tot het oploopen van blessures of om van een wedstrijd een soort raak-wat-je-raken-kunt vertooning te maken. Dat ook bij HaarlemAjax voortaan de sportiviteit weer hoogtij moge vieren. 227

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1941 | | pagina 3