Indrukken
Wat je niet hebt
Jn geen weken wat zeg ik?in geen maanden in geen eeuwen! een
behoorlijken wedstrijd gezien, 't Leek wel, of die wedstrijden op den bon waren.
Wedstrijden-op-den-bondoor strenge kou geenaanvoer, 't Qaat er mee als
met andere artikelen: nauwelijks gerantsoeneerd of je krijgt er trek in ja, als je
zelfs maar even denkt dat er minder van zal komen, wordt je belust: dat, wat je
niet hebt. Je praat erover 'k zou wel weer eens een goeden wedstrijd willen zien
precies zooals moeder de vrouw het in dezen tijd over oublies-mèt-slagroom-en-
zonder-bon praat. ,,Weet je nog? Qezellig hè?Zoo'n lekker zonnetje over 't
veld zoo'n echt genoegelijke stemmingWat je niet hebt.
Eindelijk een wedstrijd een big match echt, ouderwets thuis. Je zou de
vlag willen uitstekenals je er een had. Er rijden zoowaar extra trams in
Ajax-shirt wagens met een rood-witten negen in de beugel. Ha, de gemoedelijk
heid is er weer we puilen van de balcons maarwe kómen er. Dan hooren
we onzen ouden Ajaxmarsch al schetteren: „Heil Ajax heil... roodwitte schare..."
Als jonge kerels wippen we vlug over de breede modderplassen. Want waar is de
zon? Zon hebben we niet maar ondanks distributie- en oorlogsnarighedenwe
hebben zon in ons hart. Die komt nooit op den bon!
We zitten Xoud en unheimisch zou het zijn, als we niet wat ingeschoven
zaten. Laat gieren die windlaat plassen die regen. Jn de hooge tribune-regionen
zitten we droog. We hebben geen koude voeten: rhythmisch stampen we, als
paarden, den roffel mee der anderen. We wachten. Dadelijk zullen de spelers komen
de spelers, die vóór ons op het spekgladde veld zullen glijden, sullen en trachten
een goal te maken. Programma met volledige opstelling?" Daar zijn ze ook weer,
de menschen, met de armen vol ,,Ajax Hieuwsen". Verdraaid of 't papier
niks kost: de echte, heusche vóór-Mei-prijs. Hoe bestaat het!
En daardaar komt de man op klompen weer, de man-met-het-bord, die altijd
nog van meening is, dat wij, tribunenmenschen in twee, drie seconden een hoofd
artikel-van-veranderingen kunnen lezen, verwerken en eventueel opschrijven. Lekker,
dat we droog zittenzie je, dat? Het heele krijtartikel is van het bord geregend?
M'n buurman kankert: „Hebben ze geen luidsprekers? kunnen ze die ver
anderingen niet omroepen? Ouwerwetsch gedoe met dat bord!"
Er zijn menschen, die zelfs een paar minuten voor zoo'n lang verbeiden wedstrijd
nog wat te kankeren vinden.
Dan de wedstrijd: vlug, tempo, tempo. Stevig, stug en toch snel spel ondanks het
zware veld. Moeilijkheden, die niet-spelers nooit zullen begrijpen, die hun, als m'n
buurman, tot kankeren brengen. „Opgelegde kansen meneer'n schandaal dat
ze missen!"
M'n buurman heeft nog overschoenen aan. Weet-ie veel van een modderveld?
„Zoo'n vent met een toeter moesten ze z'n nek omdraaien", bromt m'n over
schoenen-meneer. Stom van me: 'k heb die misthoorn nauwelijks gehoord. Wat een
lol van zoo'n vent, telkens weer z'n onnoozele tóéóét te laten hooren. Qeef een
schreeuw: koöl ga desnoods op een ander z'n teenen staan doe gek, doe
uitbundig maak een dans, als de kool kómt. Maar sta niet, tot ergernis van
anderen, als een klein kind op een misthoorn te blazen. Wat je niet hebt?
'k Zou het ding willen hebben om het in brokken te trappen. Steeds weer hoor
ik nu die vermaledijde toet. „Meneer, doe me een lol
Ach nee, de lol is er af. Vóór de rust hadden er een paar goaltjes moeten en
kunnen komenaan den goeden kant.
Daarna
We misten De kooltjesWat je niet hebt u wéét het.
En thuis zaten we ook in de kouVlinder.
202