Langs de lijnen van het A j ax-N.V.B.-voetbal. „Avond of morgen zal het de elftalcommissie gelukken om dat team samen te stellen, waarop wij bijkans een jaar zitten te wachten" schreven wij in het vorige nummer van ons orgaan en besloten deze rubriek met „dat die avond of morgen spoedig moge komen en. liefst Zondag a.s." Wij zouden niet gaarne willen beweren, dat nu het lek gevonden is, maar dat er Zondag j.l. een goede gooi in de juiste richting is gedaan staat wel vast. De achterhoede, met Keizer of Weppner in het doel en Potharst, Schubert of Blomvliet als backs baart geen zorgen, hetgeen ook gezegd kan worden van de halflinie. Of hier nu staan, Looys, Stoffelen, Leemhuis, Hordijk of Schubert, maakt weinig of geen verschil en be hoeven wij dus niet om een invaller verlegen te zitten. De voorhoede echter is en blijft het „zorgekindje" en Hordijk als rechtsbinnen is dan ook zeer zeker geen versterking van deze linie. Bijl, zooals hij tegen V.S.V. speelde, is de aangewezen middenvoor en als het nu nog gelukt, naast hem een speler met doorzettingsvermogen en een stevig schot te plaatsen, dan schieten wij een stuk in de goede richting. Als wij één speler, met bovengenoemde kwaliteiten, in de gelederen hadden gehad, dan had V.S.V. zeer zeker niet met een puntloos gelijk spel naar huis gegaan. Nu kregen de Velsenaren slechts één verliespunt te boeken en mochten hiermede meer dan tevreden zijn, wat zij ook inderdaad waren. Eerlijk gezegd maakte het spel van de a.s. kampioenen een pooveren indruk en een bepaald systeem, of wat daarvoor doorgaat, hebben wij niet kunnen ontdekken. Drie spelers voor het doel, Poulus, de ex-S.V.V.-er, als „manusje van alles" (wat hem goed afgaat) en de rest „op hoop van zegen" met zoo nu en dan een vleugje individueel goed spel. Wij zagen de Velsenaren dit seizoen voor het eerst aan het werk en zullen het er maar op houden, dat zij in een slechte bui waren, want, indien dit niet het geval is geweest, dan begrijpen wij werkelijk niet hoe de V.S.V.-ers aan hun ongeslagen record komen. Ajax 2 verloor tot nu toe slechts één wedstrijd en dat was de match tegen de Spartaan 2. Zondag j.l. kregen Veen en zijn mannen de kans om revanche te nemen en die hebben zij zich niet laten ontglippen. Met 20 bleven de Ajacieden baas in eigen huis en kwamen alzoodoende weer een stap dichter bij het kampioenschap. Dick Been, die een gast- voorstelling gaf, alsmede Klein en Steenhagen, hielden achter de zaak potdicht, waarmede de Spartaan-nul afdoende is verklaard. In de half linie excelleerden Veen, Kluft en Bleeker, hetgeen op het breiachtige terrein voor zware spelers, als de twee eerstgenoemden, een meer dan buitengewone prestatie is. Deze drie spelers kunnen wij dan ook gerust scharen onder hen, die voor een plaats in het eerste elftal in aanmerking komen. De voorhoede, bestaande uit Estie, Aukema, van Leuveren, Acker- mann en Gerritsen, bleef met twee doelpunten beneden de verwachting. Als wij de namen bekijken van hen, die deze linie vormden, dan is een score van twee goals nu niet bepaald een roemruchtige prestatie. Het spel werd dan ook veel tekort gehouden, wat op dit, vooral na de rust, modderige veld niet de aangewezen weg was. Lange passes naar vooruit geschoven vleugelspelers, die er weliswaar niet waren, (dit is tegen woordig een veel voorkomende Ajax-fout, waaraan onze captains meer 171

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1941 | | pagina 3