Wat zal 1941
ons brengen??
Wai 1940 ons bracht en
Het is alweer eenige weken geleden, dat bij den laatsten slag van het
middernachtelijk uur, voor 1940 onherroepelijk het einde daar was en vele
bevolkers van onzen goeden- en bij tijd en wijle zoo gezelligen aardbol,
zullen op dat moment, misschien bij een fonkelend glas nectar, misschien
bij een eenvoudig kop slemp, elkander een voorspoedig en gezond 1941
hebben toegewenscht. In stilte zal menigeen zijn gedachten naar het jaar
dat vóór ons ligt, zijn uitgegaan, en zich hebben afgevraagd: „....1941
waarheen?".
Het heeft geen zin om over deze vraag te philosofeeren, of er lang
bij stil te staan, want geen sterveling is in staat, om hierop een klaar en
helder antwoord te geven en dat is maar goed ook, want hoe zou het er
op onze planeet wel uitzien, als wij van tevoren reeds wisten wat er
te gebeuren stond. Men moet er niet aan denken en het lijkt ons, gedach
tig aan „achter de wolken schijnt toch de zon", veel verstandiger en
tevens veel raadzamer, om zonder vrees, doch met moed en vertrouwen,
de toekomst tegemoet te zien.
Wel kunnen wij, met den voet op den drempel van 1941, nogeens terug
blikken op het jaar dat achter ons ligt en al zal dan voor historie-schrij
vers, 1940 een vrucht- en dankbaar jaar zijn geweest, voor ons, die deze
historische stof opleverende 12 maanden hebben medegemaakt, is deze
episode uit ons aardsche bestaan nu niet bepaald een melodie vol
schoone klanken geweest. Velen hebben de wervelwinden van dezen tijd
aan den lijve ondervonden en ook onze vereeniging, die ons, Ajacieden,
toch zoo na aan 't hart ligt, is niet zonder kleerscheuren den dans ont
sprongen. Onze vereeniging, ons Ajax, nietig stofje in de zee der onein
digheid, betaalde eveneens haar tol aan het wereldgebeuren en zoo
kunnen wij, in tegenstelling met vele voorafgaande jaren niet terugzien
op een roemruchtig of glorieus 1940. Onze prestaties op het groene tapijt
waren helaas niet van dien aard, dat zij met gulden letteren in den steen
der Ajax-geschiedenis gebeiteld zullen worden, maar over dit chapitre is
reeds zooveel gesproken en geschreven, dat wij gevoeglijk in dit resumé
een herhaling achterwege kunnen laten. Wel willen wij bij den aanvang
van het nieuwe jaar onze actieve leden nog eens extra aansporen, om te
trachten met vollen inzet van hun geheele persoon, het verloren terrein
te herwinnen en onze club weer daar te brengen, waar zij behoort, n.l.
aan de spits van het Nederlandsche voetbal. Die taak zal zwaar zijn, maar
als iedere Ajacied zijn steentje bijdraagt, als allen eendrachtig samen
werken, dan kan succes niet uitblijven. Trainer Halpern, die voor de
moeilijke opgave staat om onzen vriend Jack Reynolds te vervangen en
diens werk te evenaren, zou, zooals hij ons persoonlijk verzekerde, niets
liever willen, dan het hierboven aangehaalde doel bereiken. Door ver-
139