December-overpeinzingen.
Dikwijls wordt athletiek nog veroordeeld, vooral door hen, die haar
nimmer beoefend hebben. Slechts hij, die wel eens met deze sport kennis
heeft gemaakt, is feitelijk bevoegd een oordeel te geven, een oordeel,
dat in de meeste gevallen gunstig zal luiden. In tegenstelling met voetbal,
waarbij men dikwijls door enthousiast spel, door zwoegen, goed kan
maken, wat men aan techniek of aan persoonlijke snelheid te kort komt,
is athletiek een individueele sport, waarbij men geheel op zichzelf is
aangewezen.
Laat ik dit artikel eindigen met onderstaanden raad aan de toekomstige
Ajax-athleten: Bezoekt van nu af aan geregeld de training, momenteel
dus de indoor-training. In het „Ajax-Nieuws" van 30 Nov. j.l. heeft de Heer
Distelbrink reeds één en ander gezegd over het belang van de indoor-
training. Door een regelmatige training wordt een zekere volmaaktheid
bereikt in de samenwerking van het spierstelsel, bloedsomloop en adem
haling, waardoor geleidelijk een groote efficiency bij den lichamelijken
arbeid wordt verkregen. Tengevolge van deze veranderingen is het
lichaam zonder gevaar in staat lichamelijke inspanning te verduren. Een
regelmatige training verricht opbouwend werk en is een onvoorwaar
delijke noodzakelijkheid, niet alleen om de prestatie op te voeren, maar
tevens met het oog op de gezondheid.
Voor zoover deze algemeene beschouwing. In een volgend artikel zullen
wij het onderwerp training en de verschillende vormen van de athletiek,
voorloopig alleen wat de loopnummers betreft, onder de loupe nemen.
W. VAN BEVEREN.
Bij een terugblik op het jaar 1940, moet het mij jammer genoeg van het
hart, dat ik niet met overdreven enthousiasme, op de vervlogen twaalf
maanden terug kan zien. Dat deze meening niet alleen van mij afkomstig
is, doch dat ik hiermede zeker namens U allen spreek en denk is iets wat
zeker is.
Nog nooit heb ik mijn gevoelens in het Clubblad bij het scheiden van
een jaar zoo treurig en down naar voren moeten brengen als thans, maar
ook nog nooit hebben eerlijk gemeende wenschen voor een gelukkig en
voorspoedig Nieuwjaar de beteekenis gehad, als die welke we elkaar
zoo van harte toeroepen bij deze jaarwisseling.
Dat 1941, niet alleen beter jaar mag worden, maar dat het een jaar
zal zijn, waarin datgene mag geschieden, waarnaar wij allen zoo voor
100% hunkeren. Aan alles komt een einde, ook aan tegenslag, dat deze
donkere Kerstdagen, niet alleen prettig voor U mogen verloopen, doch
tevens een kentering mogen brengen in zorg en tegenspoed.
Het eenige, dat ik er aan kan doen, is U een alleszins voorspoedig 1941
toe wenschen.
Als ik zoo zit te mediteeren, denk ik ook even terug aan de resultaten
van het eerste elftal. Jongens, het is geen verwijt mijnerzijds, maar jullie
weten ook wel, dat het niet daverend was. Na rust heb ik ons eerste nog
tegen D.O.S. zien kampen, ik behoef hierover niet in details te treden,
maar het klopte niet. En toch heusch, het kan anders, we maken welis
waar de verjongingsovergang mee, maar toch behoeft het niet zoo slecht
te gaan. De capaciteiten zijn zeer zeker aanwezig, maar is de opvatting
van tempo en open spel nog wel gelijk aan vroeger, en gaan jullie precies
als jullie voorgangers nog steeds als elf vrienden, die tezamen moeten
overwinnen, het veld in?
Laat ons er een streep onder zetten, maar laat ons wel overdenken, dat
juist nu bij een jaarswisseling een moment is gekomen, om beterschap
120