niet lukt. Verder moet Focken het als zijn taak beschouwen, de voor hoede te „voeden", hij treedt te vaak als 6e voorhoedespeler op,- dit kan soms zijn nut hebben, maar over het algemeen levert dit niet het gewenschte resultaat. Daarna kwam ons 2e Adspiranten-elftal in het veld, om het dito elftal van Z.F.C. slag te leveren. Opstelling als volgt: Smith Cliteur Zwaan van Heesch Ris de Jong van Rijn de Sterke v. d. Pol Gerritsen Humalda Deze wedstrijd deed voor den voorafgaanden in geen enkel opzicht onder en was het aankijken dubbel en dwars waard. Er werd aan beide kanten gewerkt, dat het een lieve lust was en bij het zien van het enthousiaste en dikwijls voortreffelijke spel, zou men niet gezegd hebben, dat hier slechts beginnelingen aan het werk waren. De achter hoede, waarin keeper Smith vooral uitblonk, met Cliteur en Zwaan, vormde een niet te passeeren bolwerk; van de middenlinie moet in de eerste plaats van Heesch worden genoemd; met zijn keurig af nemen en gemakkelijke lange trappen, zette hij onophoudelijk onze voorhoede aan het werk; ook over het spel van de Jong en Ris niets dan lof. En passant moet ik er Ris nog even op wijzen, dat hij niet altijd als „Jantje contrair" moet optreden; hij heeft te doen wat hem gezegd wordt en als de elftal-commissie hem als midden-half opstelt, dan heeft hij zich daaraan te houden; ik hoop, in zijn eigen belang, dat dit de laatste keer is, dat hem hierop gewezen moet wor den. De voorhoede, hoewel niet het sterkste gedeelte van het elftal, heeft over het algemeen toch wel voldaan; v. d. Pol was van dit quintet de zwakste; het vorige seizoen heb ik hem zeer zeker betere wedstrij den zien spelen; wij zullen zijn tekortkomingen van heden dus maar aan ongeoefendheid toeschrijven. Allen hebben zich echter volkomen gegeven en het resultaat 41 strekt hen tot eer. De goals werden gescoord door Gerritsen, Humalda, Ris en v. d. Pol. Nog een verzuch ting moet mij van het hart: Gerritsen moet leeren in het veld zijn mond dicht te houden. Hij is een aardige knaap, doch zou zich door te veel praats gauw het ongenoegen van zijn medespelers op den hals kunnen halenen dat is niet bevorderlijk voor de goede samenwerking in het elftal. Rest mij nog de verrichtingen van de Ajax-adspiranten I tegen Z.F.C.-adspiranten I te memoreeren. De wedstrijd werd gespeeld in de volgende opstelling: Smith Stobbe Douwe Stam Donker Schmitz de Boer Keyzer Brokmann Lambrechts Matto Deze wedstrijd viel, in vergelijking met de 2 vorige, zeer tegen. Was keeper Smith niet zoo goed op dreef geweest, dan was er niet met 21 gewonnen, doch met eenige goals verschil verloren! Van samen spel was slechts zeer sporadisch iets te bespeuren en daarvan moet het toch komen, is het niet jongens? Donker en Matto waren de eeni- gen die zich nog een weinig boven het middelmatige konden verhef fen; de rest had een off-day. Zondag a.s. hoop ik jelui in beteren vorm aan te treffen. So long. PIET VAN OS. Copy volgend nummer uiterlijk Maandagavond 16 September, Molen kade 9. 9

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1940 | | pagina 9