behoort te zijn. De linksback moet den bal plaatsen naar zijn rechts
binnen en omgekeerd, de rechtsback naar zijn linksbinnen. Hij moet
alleen koppen, wanneer hij zijn voeten niet kan gebruiken,- dat zal
gewoonlijk in den doelmond zijn. Wanneer het voorkomt, dan moet
hij trachten den bal zoo ver mogelijk weg te koppen.
Bij een goed onderling begrijpen tusschen backs en halfbacks kan
verdedigen snel veranderd worden in aanvallen.
Inplaats van een harde- of wilde trap het veld in, kan een goed
gerichte pass langs den grond naar de halfback, deze in staat stellen,
om een productieven aanval op touw te zetten.
Zelfs wanneer een back den bal heeft weggewerkt, moet hij niet
stil blijven staan, maar hij behoort dan zoo vlug mogelijk weer positie
te kiezen.
Verder moet hij zijn doelverdediger zooveel mogelijk van dienst
zijn. Dat kan hij doen door: speciaal bij free-kicks, hem het uitzicht
niet te belemmeren.door: op de doellijn plaats te nemen, bij een
hoekschop en wanneer de keeper genoodzaakt is geworden, om het
doel te verlaten.
Een back moet krachtig maar eerlijk zijn, dat boezemt de tegen
partij een zekere eerbied in. Hij moet trachten in het begin van het
spel te ontdekken, hoe de buitenspeler der tegenpartij speelt, hoe
snel of hij is en zich dienovereenkomstig aanpassen.
Wenken voor Backs:
le. Bij wegwerken (opruimen) altijd naar de vleugelspelers plaatsen.
2e. Neem alle vrije schoppen op Uw helft van het veld.
3e. Dribbel nooit, werk zoo spoedig mogelijk weg.
4e. Oefen steeds met beide voeten.
Se. Speel terug op den doelman als U met Uw gezicht naar Uw eigen
goal staat.
óe. Dring een buitenspeler altijd naar de lijn, geef hem geen gelegen
heid, om zich naar binnen te werken.
7e. Wanneer de keeper om den bal roept, dan zult U op hem terug
moeten spelen, hij staat in een betere positie om te beoordeelen.
8e. Aarzel nooit; hij die aarzelt is verloren.
9e. Eén der backs moet op de doellijn gaan staan als de goalkee
per een vrije schop neemt.
10e. Trap nooit te hoog.
11e. Een back moet bezitten:
a. Snelheid.
b. Kalmte.
c. Onbevreesdheid.
Nadruk verboden, behoudens goedkeuring van den schrijver.
270