Voor ieder een hapje
Een speler, die zijn clubgenoot of tegenstander minachtend behandelt,
is moreel altijd verliezer.
Mooipraters vleien U in slaap kritiekers houden U wakker, jonge
spelers, denkt daarom.
Een voetbalsuccesje duurt niet langer dan één wedstrijd. Dan vangt de
kamp weer van voren af aan.
Voetbalkennis zonder praktijk is half werk. Oefen hersens en spieren.
Samenspel is alles. Individualisme is tegen den geest van voetbal.
Verliest ge den wedstrijd, verbergt Uw teleurstelling; wint ge, brengt Uw
vreugde over op anderen.
Faire sportmanship is een zegen voor de omgeving.
Hoe grooter Uw eigen voetbalcapaciteiten, hoe gematigder Uw critiek.
Een speler, die niet meer leeren wil, is te oud geworden om te voetballen.
Bevalt U iets niet in Uw tegenstander? Pas dan op, dat U zelf niet zoo
bent tegen anderen.
Voetbalprestige is de som van volharding en verstand.
Spieren zijn werktuig; Uw hoofd moet het doen.
Een middelmatig speler wacht zijn beurt af; een speler van betere klasse
zoekt zijn kans, doch de waarlijk groote voetballer schept zijn kans. Dat
is het verschil tusschen spelers en spelers.
Enthousiasme kan sterker zijn dan speltechnische superioriteit. Bedenkt
dat, als ge gelooft, technisch zoo'n kraan te zijn.
Uw trainer kan U tips geven: doch U moet ze zelf uitvoeren.
Wist U, dat er maar één ding ik, dat U zelf kunt verbeteren? Uw eigen
spel.
WIJSGEER.
WIJSGEER.
Als U deze Wijs ge er"-pickles,
Nog eens rustig overleest,
Komt elk clubman tot de slotsom,
„Kijk", dit is een groote geest,
Tracht ze aan Uzelf te toetsen,
Dan doe je de den eersten stap,
Om den juisten weg te vinden,
Naar de ware Sportmanschap.
Lui, hier is voor elk een hapje,
Dit sport-menu dat kost U niks,
Het bevat de vitamine's,
A. A. tot en met X.,
Als je alles kunt verwerken,
Zonder dat je kriegel wordt,
Kijk dan wordt je vast een kerel,
En een sieraad voor de sport.
TRIC-TRAC.
265