gh-fSOUDE POOS Mijmeringen van een oude Ajax-bezoeker. „Ajax"! Een naam, waarvan, toen ik nog een schooljongen was, een zeldzame bekoring uitging. Het moeilijk verworven dubbeltje was toch altijd goed besteed, wanneer wij naar het heerlijke, oude en knusse veld in de Watergraafsmeer trokken. Ik heb ze nog gekend, zij het dan ook op een afstand, de spelers als Doodeweerdt, Schutte (de doelverdediger, wiens hondje steeds rustig over het veld huppelde), Seijlhouwer, dien wij den koning der pingelaars noemden. Hoe vaak* heb ik mijn braven vriend Jan Groot- meyer, slank als een den, niet mee helpen p. door hem de vrien delijke benaming van „Opoe" toe te roepen! De beteekenis hiervan is mij tot op dit oogenblik nog niet duidelijk geworden. Hoeveel ontzag hadden wij niet voor het geweldige kopwerk van een Frans Schoevaart. Wat een voetbalfeesten heb ik niet meegemaakt bij de wedstrijden om de Meeuwsen-beker Mijnheer Egeman (Willem Frederik himself), die als een jonge God over het terrein wandelde, om met zijn alom spiedend oog de zaak te regelen. Koolhaas was in die dagen nauwelijks de korte broek ontwassen en in zijn kwaliteit als jongste bediende van den almach- tigen penningmeester Oudheusden kan ik hem mij nauwelijks her inneren. Legendarische figuren als De Natris, Gupfert, Pelser, Gouton, Ziegler, Jan Smit e.a. huppelden toen nog in de lagere elftallen rond, of waren werkers in reeds langs ter ziele zijnde kleine buurtclubjes. Hoeveel Ajax-leden zullen zich nog de droge figuur kunnen herinneren van trainer Kirwan? Reynolds heeft toen in zijn stoute droomen nog niet eens kunnen gelooven, dat hij ooit nog eens in een winnend cup team zou spelen, laat staan, dat hij toen ooit kon denken, nog eens de grondlegger te worden van de latere Ajax-supprematie. Hoevelen zijn er nog, b.v. van mijn klasgenooten van de beroemde „School 17" uit de Van Ostadestraat, die zich den glorieuzen intocht herinneren van Ajax, toen dit na eindelooze promotie-wedstrijden „Het Zesde" had verslagen en toen, zij het dan ook heel kortstondig, het eerste-klasseschap mocht beleven. De opvolgster van het roem ruchte R.A.P. was gevonden. Lezers van dit artikel, kunt gij U de dramatische huilpartijen herinneren, toen eenige seizoenen later „Her cules" uit Utrecht haar plaats in de eerste klasse terugnam en zoo doende Ajax uit de pasverworven eerste klasse stootte? Een schat van herinneringen zou aan een goede borreltafel na afloop van een wedstrijd opgehaald kunnen worden! Wie van onze ouderen kan den halfspeler Gillisen vergeten, afkom stig uit M.V.V.-Maastricht, helaas te vroeg gestorven, die zijn be- 261

AJAX ARCHIEF

Clubnieuws Ajax (vanaf 1916) | 1940 | | pagina 13