want met een phenomenalen zweefsprong stompte Steenhagen het
bruine geval uit zijn doel en voorkwam op deze wijze een reeds
genoteerd doelpunt. Niet alleen, dat hij met deze bijzonder fraaie
redding zijn elftal een dienst bewees, doch hij was nu, zooals dit in
de voetbal-taal heet, er meteen „in". Het is n.l. in de goalkeepers-
wereld een bekend feit, dat als de eerste moeilijke bal goed verwerkt
wordt, het zelfvertrouwen zoo sterk wordt, dat falen in het verdere
verloop van den wedstrijd vrijwel uitgesloten is. Zoo ook hier! Wat
de A.F.C.'ers ook probeerden, steeds stond Steenhagen op de juiste
plaats en hield al vallend en stompend zijn doel schoon. Wat ons
ook direct opviel, was het goede spel van onze beide backs, Hijman
en Klaassen. Vooral laatstgenoemde was een ware sta-in-den-weg
voor de A.F.C.'ers en de meeste aanvallen der rood-zwarten vonden
bij hem dan ook een ontijdig einde. Stroomberg was o.i. de beste man
uit de halflinie, doch ook de pootige Kluft en de Kromme hebben zich
uitstekend geweerd.. Van de voorhoede kunnen wij ons, als wij den
wedstrijd nog eens voor den geest halen, zeer veel goeds herinneren.
Het trio Fraenkel, Kraamwinkel, ter Horst, verstond elkander heel
dikwijls uitstekend en de pass waarmede Fraenkel, Kraamwinkel in
staat stelde ons de leiding te bezorgen, was bijzonder knap bekeken.
Ook linksbuiten de Haan speelde een vlotte partij voetbal en van
zijn kant dreigde voor A.F.C. dan ook steeds het meeste gevaar.
Reyenga een nieuweling in de Ajax-gelederenwas o.i. de zwakke
stêe in ons elftal, doch zijn twee doelpunten maakten een hoop goed.
Wij vernamen echter, dat hij in twee jaren niet gespeeld had, zoo
dat wij ons oordeel over zijn spel nog even op zullen schorten. Zoo
als reeds vermeld, begon A.F.C. met eenige aanvallen, doch door hun
onoordeelkundig spel en tevens goed verdedigen van Hijman en
Klaassen sorteerden deze stormloopen geen effect. Wij hebben in den
loop der jaren al heel wat A.F.C.-ploegen aan het werk gezien en
steeds viel het ons op, dat de A.F.C.'ers wel hard loopen, werken en
trappen, maar goed uitgebalanceerd of wel overdacht spel ziet men
van deze voetballers vrijwel nooit. Ook in dezen wedstrijd konden
wij dat A.F.C.-euvel weer constateeren. De geheele match hebben onze
tegenstanders gezwoegd en toch ging Ajax, dat veel rustiger speelde
en heel wat minder energie verspilde, met de zege schoot. Vooral na
de rust kwam de betere spelopvatting van onze jongens tot uiting,
want ging in de eerste helft de strijd nog gelijk op, het tweede ge
deelte toonde ons een A.F.C.-team, dat duidelijk sporen van vermoeid
heid ging vertoonen en toen door een goed doelpunt van Reyenga de
score op 20 gebracht was, beteekende dit voor A.F.C. het einde.
Fraenkel en ter Horst kregen er toen heelemaal plezier in en stuur
den soms hun tegenstanders van het bekende kastje naar den nog
meer bekenden muur. Dat de einduitslag tenslotte slechts 30 werd,
danken de A.F.C.'ers hoofdzakelijk aan hun verdediging met hun doel
man aan het hoofd. Resumeerende, hebben wij een prettige en zeer
faire match bijgewoond en hopen nog eens in de gelegenheid te
zijn, om de sportieve daden van ons derde elftal in ons clubblad in
het zonnetje te zetten.
So long!
BROWN.
243