De Insulinde-Cup.
Volgend jaar geen noodcompelilie meer.
Een voorbarig besluit.
Vorige week schreef Hans Schoevaart mij: Je zal wel denken, eerst
heeft Indië een grooten mond, ze zullen dit doen en dat doen, en als
het zoo ver is dan gebeurt er nog niets, maar door ziekte van mij
en van den Heuvel was ik niet eerder in de gelegenheid iets naders
van mij te laten hooren. Maar thans zijn wij weer zoover hersteld,
dat per gelijke post een foto van den Beker aan je afgaat.
En woord hebben ze gehouden die knapen daar in Indië, want met
dezelfde post ontving ik een keurige afbeelding van de „Insulinde-
cup" omringd door de portretten van de gevers.
Luidjes het is een prachtig cadeau, dat jullie de vereeniging zult
doen toekomen en wel om twee redenen:
le. dat door het geven van dezen prachtigen beker bij het 40-jarig
bestaan van „Ajax", jullie een groot bewijs van liefde voor je club
hebt gegeven en
2e. omdat deze beker een eeuwig durende wisselprijs zal worden
voor het jaarlijks te organiseeren Junioren-tournooi en het voor onze
jongere leden zeer zeker een eere zal zijn om te strijden voor het
kleinood, geschonken door de steunpilaren van onze vereenigingen
in de Oost.
Bij elk tournooi zullen onze gedachten dan ook uitgaan naar Alofs,
Karei van der Lee, H. Schoevaart, Harinck, Dirk van Gelderen, Stam,
Frits Schoevaart, van den Heuvel en Chris Holst, onze Indische leden
die door het schenken van dezen beker getoond hebben hun Ajax,
waarin ze in de jongere jaren zooveel vriendschap hebben onder
vonden, nog een warm hart toe te dragen.
Indische Boys namens de geheele Ajaxfamilie onzen hartelijken
dank.
M. J. KOOLHAAS,
Voorzitter.
Vorige week brachten de dagbladen de tijding, dat het K.N.V.B.-
bestuur, in haar vergadering van Zaterdag 1.1., besloten had het vol
gend seizoen geen noodcompetitie meer in te stellen.
Op een oogenblik, dat de geheele wereld in vuur en vlam staat,
is dit besluit wel heel voorbarig en ik twijfel er niet aan, dat voor de
samenstelling van de nieuwe competitie hierover nog wel het noodige
gezegd zal worden.
Gelukkig leverde het K.N.V.B.-bestuur tegelijkertijd het bewijs, dat
het instellen van een gewone competitie, zoolang de oorlog in Europa
woedt, onmogelijk is, door den oefenwedstrijd van de spelers van het
Nederlandsch Elftal af te gelasten, in verband met de beperkte trein
verbindingen en intrekking van de verloven.
Verschillende vereenigingen hebben deze week een verzoek gericht
aan het Bestuur van den K.N.V.B. voor het uitstellen van wedstrijden,
daar het onmogelijk was een elftal op de been te brengen.
Uit het bovenstaande blijkt toch wel voldoende, dat het laatste
woord betreffende de nieuwe competitie nog niet uitgesproken is.
M. J. KOOLHAAS.
203