Van onzen Engelschen
correspondent.
De omstandigheden, waaronder ik mijn taak als amateur-sport-
correspondent van het „Ajax"-orgaan moet vervullen, zijn niet bepaald
gunstig. Daar hebt U, om maar eens wat te noemen, de algemeene
malaise op sportgebied in dit land. De sensatie, waar een sport
journalist nu eenmaal niet buiten kan en die hier in normale tijden
voor het opscheppen ligt, is blijkbaar óók gemobiliseerd en opereert
op ongeregelde tijden in de buurt van de „Firth of Forth" (dóórha)en
wat niet verlangd wordt). Dit jaar: geen spannende kampen tusschen
de voetbalgrootmachten om de eerste plaats en ook geen „struggles
for life" tusschen de stakkerds van de onderste helft; geen beker
wedstrijden, die een belangrijk deel van het toch zoo flegmatieke
Engelsche volk maandenlang de zenuwen bezorgen en evenmin de
„transfers", U weet wel, die jaarlijksche uitverkoopen van levend
materiaal, waarbij de slecht-bij-kas-zittende-clubs opruiming houden
en de beter gesitueerde dito's tegen elkaar opbieden om zwakke
plekken te versterken a raison van bedragen, die in Nederland-
sche munt omgerekend soms in de 5 of 6 cijfers per mannetje
loopen, wat neerkomt op ongeveer 700 pop per vijf ons uitgewogen.
Ook wat de andere takken van sport betreft is het een dood wichtje
met een lam handje. De traditioneele OxfordCambridge-boat-races,
bij voorbeeld, zijn door beperkende bepalingen deze keer tot een
slecht surrogaat teruggebracht en de wereldberoemde cricket.wed
strijden zullen het lot van alle andere sportgebeurtenissen moeten
deelen. Het is jammer, maar onvermijdelijk, nu alles ondergeschikt
moet worden gemaakt aan het doel waarvoor Engeland in oorlog is
gegaan. Maar, geduldige Lezers, dit is nog niet alles. Ook de „censor"
laat mij niet ongemoeid, zoodat mijn brieven niet op tijd aankomen
en daardoor niet meer kunnen worden opgenomen in de clubbladen
waarvoor ze bestemd zijn. En, om de maat te doen overloopen, ver
schijnen die periodieken allesbehalve periodiek, wat tot gevolg heeft,
dat het kleine beetje nieuws, dat ik met veel moeite bij elkaar schar
rel, al eenige tijd historie is als het U bereikt.
In plaats van de evenementen, hier boven genoemd, moeten we
het nu stellen met heele series „internationale" ontmoetingen tus
schen Engeland, Wales en Schotland ten bate van het Roode Kruis.
Het zijn echter niet veel meer dan „liefdadigheids-voorstellingen",
die, om het goede doel, met welwillendheid worden geaccepteerd en
waarbij de critiek heeft te zwijgen. Natuurlijk ga ik zoo vaak moge
lijk kijken, maar hoewel er dikwijls gaaf spel wordt vertoond
de echte wedstrijdsfeer ontbreekt. Het is als een Vermouthje-zonder-
tic, dat altijd zoo'n kinderachtige smaak nalaat. Moest ik er, op last
van de redactie, tóch over schrijven, dan zou ik even somber kunnen
zijn als de meneer, die de Fransche legerberichten „samenstelt" en
kunnen volstaan met: „behalve eenige activiteit in de lucht (van
wege de wind) niets bijzonders te vermelden".
Voor de gewone competitie interesseert zich ook bijna niemand, wat
niet te verwonderen is. Of zou U warm kunnen loopen voor „Bour
nemouth and Boscombe"„Reading" of anders voor „Chelsea"„Brigh
ton and Hove Albion?" Laat me niet lachen. Nu zijn ze aan een nieuwe
competitie begonnen, die wel wat belangwekkender belooft te worden,
omdat de tegenstanders ongeveer van gelijke kracht zijn. Laten we
hopen, dat daar meer copy in zit.
Wat ik uit de Nederlandsche bladen omtrent Ajax verneem is even
eens weinig hoopgevend. Het schijnt, dat men zich in het vaderland,
en ook in Ajax-kringen, al vertrouwd gemaakt heeft met de gedachte,
161