sprookje. En dat het er gezellig en knus was, bleek wel héél duidelijk
uit de steeds groeiende belangstelling. Hulde voor de mannen die
deze baan zoo puik in orde kregen, al weten we ook dat dit af en
toe een honden-baan was. „Ja.... als we in het begin van het sei
zoen zoo'n baan hadden kunnen openen had het zoden aan den dijk
gezet zegt de Nurks", maar wij zeggen tot héél ROOD-WIT, Ajacieden
laten we dit vasthouden. Volgend jaar vriest het weer, onze trainings
velden liggen daar schitterend, een kunstmatige bevloeing moet daar
mogelijk zijn.
Ons Bestuur late deze zaak eens grondig onderzoeken, en op de
e.v. Algemeene Vergadering met uitgewerkte plannen komen. Natuur
lijk.... het zal weer geld gaan kosten, maar zonder uitgaven geen
inkomsten, en de Stadion en de Sintelbaan hebben in financiëel op
zicht toch ook „geen slechte schaats gereden". En denk bovenal toch
eens aan de sportieve winst. Onderlinge wedstrijden, IJs-hockey, een
gezellig IJs-carnaval, etc., etc. Een nieuwe stroom van Donateurs zal
zeker ons deel zijn, en de seizoenkaarten zijn voor het volgende jaar
absoluut uitverkocht. Later praten we dan nog wel eens over een
knusse promenade voor de overdekte tribune, en eenige fijne ten
nisbanen. Er moet tenslotte wat te wenschen over blijven voor ons
negende lustrum.
Doen we het Mannen....!!!!
J. S.
160