Clubleven.
Koning Winter in de sporttaal zijn wij gewend geraakt om van
koningen te spreken heeft geruimen tijd zijn concurrent Koning
Voetbal verdrongen en de volgelingen van dezen laatste in „bescher
ming" genomen, zooals dat in de moderne uitdrukking heet.
Maar even zoo spoedig als de voetballers zich hebben laten be
schermen, zullen zij zich eraan weten te onttrekken om zich bij het
wenden van het getij als brave volgelingen wederom onder het bevel
van Koning Voetbal te stellen.
Intusschen is er veel voetbalgenot verloren gegaan, waartegen
over slechts een schamele vergoeding aan ijspret gestaan heeft. Wel
is de tijd lang genoeg geweest, doch het ijs verkeerde meestal in een
zoodanigen toestand, dat schaatsenrijden geen plezier meer was.
Door de lange vorstperiode is ook ons clubleven in een zachten
dommel geraakt, waaraan tevens een minder goed bezoek aan onze
clubavonden geweten moet worden. Dit laatste is begrijpelijk, doch
anderzijds te betreuren,
want enkele getrouwen mogen dan wel de binding in de club
vormen, clubleven als zoodanig is slechts mogelijk als de deel
name algemeen is.
Weliswaar kunnen onze gemobiliseerde leden, die wij noode missen,
door hun omstandigheden geen blijk van activiteit geven, doch van
vele anderen mogen wij in dit opzicht meerdere inzet van hun
persoon voor de vereeniging verwachten. De club kan dan pas sterk
blijven als zij naast de technische bekwaamheden gedragen wordt
door de offerende liefde van haar leden.
Wat met offering te bereiken is, heeft de vereeniging, juist in het
dommelseizoen, mogen ondervinden door het gereedmaken van een
ijsbaan op één onzer velden en hoewel wij in ons rubriekje zelden
of nooit namen noemen, omdat wij meenen, dat alles voor de ver
eeniging uit innerlijken drang moet geschieden, mogen wij hier ge
wagen van den prachtigen dienst, welken de Heeren Koolhaas en
Elzenga aan de club bewezen hebben.
Eens temeer is het uitgemaakt, dat het samenbrengen van leden
en donateurs den clubband versterkt en dit is genoemde Heeren door
hun arbeidslust volkomen gelukt. Het tiental dagen, dat onze ijsbaan
geopend was en vooral den tusschenliggenden Zondag, is er door
leden volop genoten. Er heerschte een prettige stemming en er was
slechts één gedachte: „Jammer dat de gelegenheid er niet eerder
was". Maar het experiment is gelukt en door deze wetenschap ge
sterkt zal in komende winters vroegtijdig b'egonnen worden met het
157