Na de tijdperken van R.A.P., H.V.V., Sparta, een korte poos van
superioriteit van Ajax en een langere, waarin Feyenoord domineerde,
dient men het laatste decennium wel heel duidelijk als een tijdperk-
Ajax te beschouwen.
Acht kampioenschappen heeft Ajax op haar naam gebracht in
deze tien jaren en tweemaal heeft zij de tweede plaats bezet, de
lecords van H.V.V. en Sparta in vroegere tijdperken zijn glansrijk
verbeterd. In dit verband mogen wij de namen van de spelers
Anderiesen, Schubert en van Reenen noemen; zij hebben n.l. vijfmaal
het kampioenschap van Nederland mee behaald. En Anderiesen
werkte aan 10 van de 13 Afdeelingskampioenschappen mee. Nog
grooter lof verdient de trainer Reynolds, die alle kampioenschappen,
plus de zeven landskampioenschappen, meegemaakt heeft.
Feyenoord volgt de Amsterdammers op den voet met zes kam
pioenschappen, twee tweede en twee derde plaatsen, iets minder
mooi dan van Ajax weliswaar, doch men dient, het Westen bespre
kend, beide clubs feitelijk in één adem te noemen. Rekent men overi
gens de 6 vorafgaande jaren mee, dan komt men voor Feyenoord op
11 kampioenschappen (met drie tweede plaatsen) en Ajax op 9 kam
pioenschappen (met drie tweede plaatsen en ook een keer een heel
ongunstige plaats er tusschen door). De twee grootmachten, want zoo
mogen wij deze twee sterke clubs met hun uitgebreide aantal goede
reserve-elftallen gerust noemen, ontloopen elkaar derhalve heel
weinig.
Het is niet aan ons, om op deze hulde commentaar te leveren en
wij aanvaarden haar dan ook gelaten en onder dankzegging, doch...
wel willen wij hier verklaren, dat deze regels voor ons een aan
sporing zijn, om op den tot nu toe gevolgden weg voort te gaan.
Nog is het record „Kampioen van Nederland" in handen van H.V.V.,
doch men kan er verzekerd van zijn, dat wij zullen trachten in de
e.v. tien jaren dit record te egaliseeren en te verbeteren.
BROWN.
197