Het was, naar ik meen, in 1908 dat Ajax in Stadskanaal voor de
„Beker" moest spelen. Onder onze spelers bevonden zich o.a. Karei
v. d. Lee, Han Alois en Bernard Seylhouwer. De ontvangst die ons
daar in het hooge noorden ten deel viel was werkelijk buitengewoon.
Wij werden met muziek afgehaald, lunchten met muziek, speelden
met muziek, dineerden met muziek, vertrokken met muziek en wonnen
intusschen met 89. Op de terugreis deed zich het volgende verma
kelijke incident voor: onderweg waren wij ergens even uitgestapt
om onzen dorst te lesschen. In onze coupé's teruggekomen, bleek mijn
plaats te zijn ingenomen door een robuste militair, die, ondanks be
leefd verzoek niet wenschte te vertrekken. Ik dacht toen, willen of
niet willen, je moet er uit en greep hem beet om hieraan gevolg te
geven. Terzelfdertijd werden tien, twaalf grijpgrage handen naar hem
uitgestrekt en in „no time" was hij op het perron geslingerd. Of hij
nog een andere plaats heeft kunnen vinden dat verteld de historie niet.
In de latere jaren was Woerden een plaatsje, waar wij vaak des
zomers friendly games speelden. Tump, de Hennings, Jan Pelser (Jan,
wat hebben we met jou genoegelijke dagen beleefd; Jan, waarom
moest jij ons zoo vroeg ontvallen), Oene, Beukers, André de Kruyf
en anderen, wier namen mij momenteel niet te binnen schieten, waren,
naar ik mij herinner, van de partij. We hadden daar altijd de grootste
pret en ik geloof zelfs, dat eenigen van ons naderhand met een
Woerdensche schoone in het huwelijksbootje zijn getreden. Maar dat
apart! In de onmiddellijke nabijheid van het veld lag daar een breed
vaarwater en nauwelijks had de scheidsrechter het einde geblazen of
wij holden naar dat water, trokken onderweg ons shirt uit en plons
den pardoes in het koele nat; en de bal ging mee, zoodat wij op één
dag een voetbal- en een waterpolowedstrijd speelden. Na afloop
dronken wij op medisch advies van Trump een groot glas cognac.
Volgens hem was dit een probaat middel om fit te blijven. Nu, ik
geloof wel dat hij gelijk heeft gehad, want ik gevoel mij heden ten
dage nog as fit as a fiddle.
VETERAAN 2.
Onderschrift:
Wij zeggen Veteraan 2 (Veteraan 1 hebben wij al, maar die laat
den laatsten tijd niets meer van zich hooren) hartelijk dank voor zijn
bijdrage en vertrouwen zijn artikelen nog vele malen in ons blad te
kunnen afdrukken (Red.).
190