Ajax veertig jaren.
Een persoonlijk woord.
„Wat Ajax van 1929 tot 1939 heeft bereikt is in een woord:
„schitterend.
„Vijf maal kampioen van Nederland, tweemaal op de tweede
„plaats in de kampioenscompetitie, bovendien nog eenmaal op de
„derde laats, en in de slechts twee jaren, dat zij geen Afdeeling-
„kampioen was, bezette zij in de gewone competitie de tweede
„plaats. Cijfers, waaraan geen club kan tippen, cijfers die zelfs
„de prachtige resultaten waarmee achtereenvolgens R.A.P., H.y.V.,
„en Sparta de oppermacht hebben gehad, naar de kroon steken.
„Dat Ajax juist in dit Jubileumjaar Kampioen van Nederland is,
„zal haar tot groote voldoening stemmen. Zij mag er naar mijne
„meening aanspraak op maken, de beste club van Nederland door
„alle voetbaltijden geweest te zijn".
Gezien deze schitterende resultaten is het mij als Voorzitter, die
bijna 25 jaren in de leiding van onze vereeniging heeft mogen mede
werken, een behoefte, alle Ajacieden, die het hunne hebben bijgedragen
om onze vereeniging aan den top van het Nederlandsche Voetbal te
brengen, hiervoor hartelijk dank te zeggen.
Dat wij bij het 50-jarig bestaan kunnen zeggen: „Onze vereeniging
staat nog aan den top!"
M. J. KOOLHAAS,
Voorzitter.
Gaarne, heeren van de redactie van het cluborgaan van Ajax, grijp
ik de gelegenheid aan in de kolommen van dit clubblad mijn eerlijke
sympathie en mijn gevoelens van oprechte vriendschap jegens Ajax
tot uitdrukking te brengen. Ik heb in de lange reeks van jaren dat
ik het voorrecht heb gehad Ajax van nabij te volgen en véél over
Ajax te schrijven, nooit aanleiding gevonden die sympathie te ver
zwijgen, al heb ik tevens de overtuiging, dat ik aan de tegenpartij
nooit tekort gedaan heb in mijn beschouwingen over Ajax. Maar
tenslotte is ook de uit den aard van zijn beroep „onpartijdige" een
mensch, en zou zijn arbeid en zijn persoon van karakterloosheid
getuigen, als zuiver menschelijke gevoelens niet in zijn pennevruchten
tot uiting kwamen.
Hoe is die sympathie ontstaan? Zij is door Ajax afgedwongen door
het kranige spel van het eerste elftal, door den geest van voortva
rendheid, die het kenmerk was van de geheele club gedurende de
kwart eeuw van bijna permanent Ajax-overwicht in Amsterdam en
in geheel Nederland. Met duizenden Amsterdammers, waarvan er
reeds velen niet meer in leven zijn, doch ook velen nog tot de ge
trouwe bezoekers van de wedstrijden van Ajax behooren, trokken
we toen de Meer in en zochten ons vaste plaatsje op de tribunie op.
En met die duizenden kwamen we onder den indruk van het vaak
voortreffelijke spel der Ajaxieden. Het verschil met al die andere
Amsterdammers was, dat zij opgetogen huiswaarts trokken en den
wedstrijd nog eens een paar malen bespraken, doch ik ging achter
mijn bureau zitten en ging voor dagbladen mijn eerste indrukken
aan het papier toevertrouwen, die enkele uren later afgeleverd moes
ten worden. En zoodra ik des Maandags andere werkzaamheden
aan kant had volgde a tête reposée de nabeschouwing voor Het
Sportblad, „het groentje", waarin ik destijds de hoofdstedelijke voet-
154