Oudejaarsavond 1939.
Als de klokke twaalf slaat
En daar in donk'ren nacht,
't Oudejaar wordt uitgeteld,
Klinkt smartekreet, noch klacht.
En neergebeukt door „Vader Tijd",
Meedoog'loos hard en wreed,
Verdwijnt „de oude baas" voorgoed,
Geen sterveling doet het leed.
OudejaarsavondKandeel fonkelt in de glazen geuren van oliebollen
en appelbeignets vermengen zich met tabaks-aroma en in den haard knettert
gezellig een stevig vuur
Oudejaarsavond nog slechts enkele uren en als dan de klokke twaalf
slaat, blaast „Old man 1939" den kraaienmarsch wordt in de registers
der eeuwige jachtvelden van „Vader Tijd" een nieuw lid ingeschreven. Dan
weten wij... 1939 exit!... maken in gedachten de balans op en vragen
„wat heeft het ons gebracht?"
Slechts spanning, angst en vrees,
Was alwat hij ons bracht,
Verderf, dood, vuur en vlam,
De Glorie, van zijn kracht.
Torpedo, mijn en handgranaat,
De Parels van zijn kroon,
't Vrede op Aard'," werd in z'n tijd,
Tot spot en felle hoon!
En inderdaad, als wij dan zoo zitten te philosopheeren en in gedachten
het jaar, dat achter ons ligt, de revue laten passeeren, dan gelooven wij
niet, dat er veel stervelingen zijn, die er hartzeer van zullen hebben, dat 1939
aan de „finish" is gearriveerd. Maar naast alle narigheid, die wij hebben
beleefd, hebben wij in het voorbije jaar toch ook nog vreugde gekend en die
vreugde vonden wij, Ajacieden, voor een groot gedeelte in onze sport en
dus in ons Ajax. En als wij dit bedenken, waarom zullen wij dan niet
nogmaals die voetbalvreugdeen ook dat beetje voetballeed dat wij
in het gepasseerde jaar beleefden, chronologisch aan ons voorbij laten trek
ken. Als wij dan het verbeeldings-draaiboek van de Ajax-Glorie-film 1939
openslaan, dan worden ons in bonte afwisseling de volgende beelden voor-
getooverd.
172