In memoriam.
Doch 's Maandags keerden we als altijd wispelturige menschen.
kinderen weer naar Koning Winter, wien het behaagde zijn kort
verdwijnen weer goed te maken met een wat langer verblijf. Tochten
werden georganiseerd, iedereen stond in zijn vrijen tijd op de smalle
ijzers en over hèm, Koning Voetbal, werd nog slechts schamper of
heelemaal niet gesproken. Hij was vergeten.
Maar 's Zondags? Dan liet de ander ons weer voor wat we waren,
doch hij beloofde beterschap en.... hield woord. Nu echter hield hij
ons zoo gevangen in zijn greep, dat we gebukt gingen onder zijn
„ijzige heerschappij". En toen? Ja, toen kwam de ommekeer, als altijd,
wanneer men het slechter krijgt en men zoo graag spreekt over den
goeden ouden tijd.
Visioenen doemden op van gezellige tribunes, vol met menschen
die in spanning keken naar het prachtige spel van twee aan elkaar
gewaagde teams. Om koude ijsbanen, met de evenmin warme koek-
en-zoopie's en met wat krabbelende rijders, werd alleen wat spottend
geglimlacht. Niets is nu eenmaal veranderlijker dan de mensch.
Maar de nooit tevreden stervelingen zouden de aanwezigheid van
sneeuw en ijs, ijs en sneeuw nog langer móeten verdragen. We
hadden er immers zoo naar verlangd, welnu, we hadden het!
Meer en meer gingen onze gedachten uit naar Koning Voetbal.
Weerbericht, thermometer, ramen zonder bloemen, weer loopende
kranen, goed begaanbare wegen, uit het vet gehaalde kicksen, zij
allen begonnen weer een rol te spelen bij ons, ontevredenen.
De competitie zal weer gespeeld worden, Koning Winter is dood,
Koning Voetbal leeft. Le roi est mort, vive le roi!
De voetbal rolt weer! We hebben onze zin. Tot hoe lang?
Augustus D. C.
Het bestuur der A.F.C. „Ajax" geeft met groot leedwezen
kennis van het overlijden van den Heer
C. J. WIGGELAAR,
in den ouderdom van 54 jaren.
Wijlen de Heer Wiggelaar behoorde tot onze oudste
donateurs, die met ons den groei der vereeniging heeft
beleefd en bij alle mogelijke gebeurtenissen van zijn
belangstelling heeft doen blijken. Zijn nagedachtenis zal
bij ons steeds in eere blijven.
169